Zal de apocalyps nu echt nabij zijn; de godenschemering, het einde der tijden? In het Achtuurjournaal zijn daar wel aanwijzingen voor te vinden. We zien ijsberen in de Hudsonbaai die verhongeren omdat het ijs is gesmolten. Nu kunnen ze niet meer op zeehonden jagen. We zien Dana Abu Laban, een elfjarig Palestijns meisje dat tussen het puin in Rafah een groep kinderen leidt. Met ruim een miljoen andere vluchtelingen wacht zij in de Gazaanse stad op de inval van het Israëlische leger waarbij naar verwachting veel slachtoffers zullen vallen. „Zat ik maar op school, toetsen te maken”, zegt Dana.
In de reeks We gaan er allemaal aan (NPO 3) onderzoekt Valerio Zeno doemscenario’s voor het einde van de mensheid. Zal zij uitsterven door een pandemie, door de uitbarsting van een supervulkaan of door de inslag van een meteoriet? Op dat soort vragen zit Zeno te broeden in een schuilkelder voor een wand vol knipsels. Ook gaat hij op een gele scooter langs bij allerlei geleerden.
Volgende week onderzoekt Zeno de gevaren van een kernoorlog – de latere afleveringen zijn al op NPO Plus te zien. Na het einde van de Koude Oorlog in 1991 was de angst voor een nucleaire holocaust verdwenen. Maar sinds de Russische inval Oekraïne is die terug. Elke aflevering spreekt Zeno met één scepticus die zijn angst voor de eindtijd probeert te relativeren. Dit keer is dat historicus Maarten van Rossem die een kernoorlog onwaarschijnlijk acht. Van Rossem en Zeno zitten in strandstoelen terwijl aan de horizon een atoomwolk is te zien.
Het programma van omroep PowNed is sowieso speels vormgegeven. In de eerste aflevering plakt Zeno zichzelf en zijn geleerden steeds in andere door AI getekende decors. De tweede aflevering lijkt op het beroemde ballet van atoom-ontploffingen in de film Dr. Strangelove. Die vormgeving zorgt ervoor dat dit zware onderwerp toch luchtig blijft.
De laatste aflevering is gewijd aan de klimaatcrisis, momenteel het meest realistische doemscenario. In de aankondiging staat een vreemde disclaimer: „Geen vooringenomen aannames over klimaatverandering, noch halfbakken theorieën of de mens verantwoordelijk is voor de opwarming van de aarde.” Huh? Probeert PowNed zo een uitzending over het klimaat te maken zonder de klimaatsceptici in de achterban voor het hoofd te stoten?
Robotsoldaten
In het eerste deel dinsdag begon Zeno veilig abstract met het gevaar van kunstmatige intelligentie (AI). Daar kan ik me het minste bij voorstellen. Het idee is dat zelflerende computers binnenkort slimmer zullen zijn dan mensen en dat zij uiteindelijk de overbodig geworden mensheid zullen opruimen. Zeno toont robotsoldaten die zelf bepalen wie ze gaan doodschieten. Ze kunnen trouwens ook een achterwaartse salto. De relativerende geleerde zegt dat voor een AI-machtsovername de drang bij de computers ontbreekt. Ook hoogbegaafde computers hebben immers geen vrije wil.
Zeno vertelt dat het Israëlische leger in Gaza het AI-systeem Absora (Evangelie) gebruikt om doelwitten voor bombardementen aan te wijzen. Absora zou weten waar Hamasstrijders zich schuilhouden. Los van het feit dat het Israëlische leger bij het bombarderen helemaal niet zo kieskeurig te werk lijkt te gaan, wijst dit voorbeeld op een denkfout in deze aflevering. Het zal geen strijd worden van robots tegen mensen, zoals Zeno vreest, maar van mensen tegen mensen met de hulp van AI. Het grote gevaar komt, denk ik, niet van machines maar van de mensen achter de knoppen.
Het Van Gogh Nationaal Park moet het visitekaartje van de provincie worden, een gebied waarin natuur samengaat met wonen, werken, recreatie en landbouw. Een achtjarige lobby uit Brabant leidde dinsdag tot de toekenning van de status nationaal park door staatssecretaris Jean Rummenie (NSC), op basis van een positief oordeel van een adviescommissie dat het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit woensdag niet met NRC kon delen.
Drie jaar geleden constateerde een adviescommissie van toenmalig minister Carola Schouten (ChristenUnie) nog dat de initiële plannen uit Brabant „een scheve verhouding tussen natuur en niet-natuur” zouden opleveren. Volgens de commissie viel een groot deel van het gebied niet onder de noemer „natuurlijk landschap van grote schoonheid”, zoals een nationaal park werd gekwalificeerd in de Wet Natuurbescherming.
Sinds dit jaar gelden nieuwe criteria voor nationale parken, waarin die sterker zijn verbonden met economie en samenleving. Daarvoor maakte Martijn van Dam, tegenwoordig voorzitter van het Van Gogh Nationaal Park, zich acht jaar geleden als staatssecretaris van Economische Zaken al hard. „Ik zei toen al: de natuur beschermen tegen de omgeving, dat gaat niet in Nederland. Je moet naar een ander soort aanpak toe, die de omgeving meer in balans brengt met de natuur.”
Landbouw moet samengaan met natuur
Vooral de landbouw moet meer samengaan met en ook gaan profiteren van de natuur, zegt Van Dam. „We gaan hier kijken hoe je als boeren kunt veranderen, zonder dat het ten koste gaat van je verdienmodel. Sterker nog: misschien kun je er wel beter aan verdienen, omdat het nationaal park erin slaagt daar geld voor vrij te maken.” Een voorbeeld is de Biodiversiteitsmonitor Melkveehouderij (BBM), waarbij honderden Brabantse boeren subsidie krijgen om te rapporteren over hun bijdrage aan biodiversiteit en duurzaamheid.
De invloed van de landbouw op de natuur was een van de kritiekpunten van de adviescommissie over de initiële aanvraag voor het Van Gogh Nationaal Park. Ook met de nieuwe criteria voor nationale parken al in het achterhoofd zag de commissie destijds niet alleen een te zwakke link met Vincent van Gogh, en „heel veel van hetzelfde” in het landschap, maar ook „een discrepantie tussen het verwachtingspatroon van een nationaal park (natuurbeleving) en de realiteit (veel intensieve landbouw, verstoring, stedelijke invloeden)”.
De natuur beschermen tegen de omgeving, dat gaat niet in Nederland
Specifieker miste de commissie „concrete doelen en een onderbouwde aanpak om de externe water- en milieueffecten van de landbouw in balans te brengen met de gewenste natuurkwaliteit”. Omdat het Van Gogh Nationaal Park dat laatste alleen kon garanderen voor grofweg de helft van het beoogde nationaal park, dat in totaal 100.000 hectare (een vijfde van het provincieoppervlak) bedraagt, loopt de andere helft die status mis. Toch is het de bedoeling dat alle zeventig partijen die de hernieuwde aanvraag steunden, zoals lokale overheden en ondernemers, ook daar gezamenlijk aan de slag gaan.
Misleidend
De status die een deel van het gebied krijgt als nationaal park is misleidend, vindt ecoloog Patrick Jansen. „Die kwalificatie geldt volgens het IUCN (International Union for Conservation of Nature, red.) voor gebieden die héél ver gaan in de bescherming van natuurlijk ecosystemen, waarbij gebruik van mensen alleen is toegestaan voor zover die systemen daar niet door veranderen. Dat is in geen enkel nationaal park in Nederland en hier helemaal niet aan de orde. Dit is een gebied dat zelfs intensieve landbouw en bedrijventerreinen omvat. Die status wordt hier gebruikt als marketinginstrument. Het gaat niet primair om de natuur, maar om gewenste neveneffecten zoals toerisme en recreatie.”
De status van nationaal park helpt volgens Van Dam enerzijds om subsidies losweken om de meest kwetsbare Brabantse natuur te beschermen tegen toeristen en draagt anderzijds bij aan een prettig vestigingsklimaat. „Zeker in Zuidoost-Brabant, waar we veel internationale kenniswerkers hebben die waarde hechten aan natuur in hun omgeving en daar moet een nationaal park met een internationaal bekende naam aan bijdragen. Dat kan voor bedrijven ook aanleiding zijn in de omgeving te investeren, daar wordt ook al mee gesproken.”
Lees ook
Noordbrabants Museum koopt portret Van Gogh alsnog – voor 8,6 miljoen: ‘Zijn thema’s resoneren in het huidige Brabant’
‘You know that thing that Quincy Jones said? ‘When you are making music in a session and start thinking about money, God leaves the room’.” The Blessed Madonna opent haar nieuwe album met een snipper van een gesprek over twijfels in de studio. „Well, God has left the room”, vervolgt ze. „And I don’t want that!”
Het is makkelijk voor te stellen waar de bezorgdheid van de Amerikaanse dj The Blessed Madonna (46), in het dagelijks leven Marea Stamper, vandaan komt. Ze mag nu dan wel headliner zijn op festivals als ADE en DGTL, ze komt toch echt uit een tijd en een scene waar ze als tiener het huis uit ging om mixtapes uit haar kofferbak te verkopen en van de ene illegale rave naar de andere reisde. Na jaren ploeteren werd ze programmeur van Smart Bar, een belangrijke kleine club in de geboortestad van house, Chicago. En vanaf daar wist ze telkens weer een stap te zetten.
Bekijk haar Instagram en je ziet strak gecureerde flarden van een dj die de wereld rondreist en niet vies is van glamour. Maar tegelijkertijd probeert ze de wortels van haar geliefde genre niet uit het oog te verliezen, zo goed en kwaad als dat gaat.
Zaterdag draait The Blessed Madonna tijdens Amsterdam Dance Event op de NDSM-werf op een groot feest dat de hele dag duurt. Ze heeft dan ook wat te vieren. Nadat haar ster in de underground housescene al jaren rijzende was, denderde ze in 2020 de mainstream binnen met een Dua Lipa remix album, scoorde een hit met ‘Fred again..’ en is ze inmiddels niet meer weg te denken van alles tussen zweterige clubs, de hoofdpodia op festivals en megalomane discotheken met vip-arrangementen in Ibiza. En nu is er dan eindelijk een debuutalbum, Godspeed. Daarop klinkt in alles de spanning tussen het grote geld dat bij succes hoort, en het belang van creatieve risico’s opzoeken.
Uit de bocht vliegen
Luister het album en het valt op hoe losjes het klinkt. Niet alleen door de flarden studiogesprekken die telkens opduiken, maar ook muzikaal. In openingstrack ‘Somebody’s Daughter’ moet een r&b-stem het opnemen tegen een schrikbarend snelle kick die zo gruizig is dat je twijfelt of je speakers niet kapot zijn. Iets later blijken verknipte gospelharmonieën wonderbaarlijk goed samen te gaan met een kille beat vol afgevuurde lasers. Alsof Marea Stamper even duidelijk wil maken dat ze ondanks haar mainstreamsucces nog steeds uit de bocht durft te vliegen.
Net wanneer ‘Serotonin Moonbeams’ wel heel brave pop dreigt te worden, valt het nummer stil in een dubstep drop en wordt er een lange soulsample ingemixt alsof iemand aan de knop van een radio draait en hem halverwege laat hangen. Je ziet op dit soort momenten bijna de muzikanten elkaar grijnzend aankijken.
Het is helemaal niet erg om slechte kunst te maken
„Ik weet precies wat je bedoelt”, knikt Stamper vanuit Perth, waar ze tijdens het videogesprek voor een Australische tour zit. „Misschien nog belangrijker dan de muziek die je maakt, is dat je ook nadenkt over wat er mis is met de muziek om je heen. Mijn kritiek op de muziek van nu, en dance specifiek, is dat het heel onpersoonlijk voelt. Risicoloos ook. Je hoort nauwelijks kwetsbaarheid, woede of welke emotie van de producers dan ook.
„Kijk”, vervolgt ze, „ik ben geen artiest geworden om muziek te maken waarop je goed spijkerbroeken kan passen in een winkelcentrum. We zitten al heel wat jaren vast in deze periode. Als ik met mijn team vergader, of het nou gaat om muziek of om een post op Instagram, stel ik ook altijd de vraag: ‘Wat zijn we aan het doen? Gaat het om kunst? Of gaat het om content?’ Te veel mensen maken content. Het is helemaal niet erg om slechte kunst te maken. Ik studeerde op college poëzie en het meeste wat ik las was best slecht. Veel mensen gaan dit album ook haten. Maar slechte kunst zegt wel iets over de makers en welk risico ze durven te nemen.”
Perfecte nummers
Al in 2017 vertelde Stamper dat ze werkte aan een debuutalbum met veel gastmuzikanten. Heeft het dan zó lang op de plank gelegen? Is ze een trage werker? „Er zit een compleet ander album verstopt in dit album”, zegt ze. „Ik wil Godspeed geen herziening noemen, maar voor covid was er een andere plaat die ik op eigen houtje had gemaakt. Toen kwam de lockdown, die iedereen op zijn eigen manier invulde. Ik maakte het Dua Lipa-remix album, en ging eindeloos studeren om een betere songwriter, producer en studiotechnicus te worden. Er waren periodes dat ik een lijst van perfecte nummers maakte en ze vanuit bed in schema’s goot. Waarom werken de teksten zo goed, hoe zit het met de structuren? Daar ging ik dan zelf weer mee aan de slag.”
Vaak ging het mis, dan probeerde ze het opnieuw. „Zo zijn er van het nummer ‘Secretariat’ denk ik wel vijftien versies. Ik tekende bij een groot platenlabel en die zeiden: waarom schrijf je er niet wat nieuwe muziek bij? Vervolgens zat ik twee of drie jaar non-stop in de studio. Ik kreeg de kans om uren en uren door te brengen met gevestigde namen als Paul Epworth (de producer van o.a. Adele, U2 en Coldplay, red.), en kon zo veel mogelijk hun hersenen leegtrekken. Ik wilde leren om in plaats van een goede housetrack te maken, goede liedjes te schrijven.”
Uiteindelijk zegt ze, wil ze altijd de domste in de kamer zijn. „Als je de slimste bent, heb je een vreselijke fout gemaakt. Ik wilde dingen laten botsen. En zo maakte ik muziek op dit album die misschien qua productie wel keihard klinkt, maar waar het liedje eigenlijk heel liefelijk en teder is.”
Die contrasten zitten niet alleen tussen bitse synthesizers en gejaagde kicks aan de ene kant en radiovriendelijke popmelodieën aan de andere, maar ook tussen verschillende werelden die elkaar ontmoeten. Zo hoor je op ‘Edge of Saturday Night’ popster Kylie Minogue zingen over haar avonturen tijdens het uitgaan. Amper een paar minuten later klinkt er een monoloog over Trax Records, dat volgens de anonieme verteller eigenlijk alles in house verpest heeft. Het was een platenlabel waar iedereen op kantoor een hoop geld verdiende, maar de artiesten zo goed als niets.
Biedt het troost om dergelijke ervaringen te bespreken, of geeft het juist een machteloos gevoel? Stamper begint er voorzichtig over, maar wordt steeds bozer, tot ze tranen in haar ogen heeft. „Er verandert niets. Je mag niet opschrijven wie dit vertelt op het album, maar het is geen toeval dat het hem gebeurd is. Als ik in die positie was geweest, was het waarschijnlijk niet zo gelopen. Want het ging vooral om jonge, zwarte mannen die door het platenlabel beroofd werden van hun inkomen.” Sommigen waren nog niet eens oud genoeg om een contract te tekenen, zegt ze. „Pas de laatste jaren zijn er rechtszaken over, maar sommige artiesten zijn inmiddels al overleden. Bij deze specifieke vriend vind ik het ongelooflijk dat hij ondanks alles nog steeds zo veel liefde heeft voor de muziek.”
Tijdens een speciaal evenement rond haar nieuwe album in Smart Bar Chicago, vloog hij over om alleen maar haar hand vast te houden tijdens het optreden. Met: „Dit is jouw moment, durf het te voelen”, nam hij mij apart. Ik huil al als ik eraan terugdenk. Hij pakte iets van zijn dapperheid, en gaf het aan mij.”
6 Tips ADE
Felix Meritis, woensdag 16 oktober Interview met Timbaland en Martin Garrix
Twee legendarische producers die samen in gesprek gaan over muziek, klinkt niet heel spannend. Maar de Amerikaanse Timbaland, bekend van zijn samenwerkingen met Rihanna en Nelly Furtado, in gesprek met onze eigen EDM-koning Martin Garrix, dat belooft interessant te worden. Het bij elkaar brengen van deze ogenschijnlijke tegenpolen toont de veelzijdigheid en creativiteit van de immer uitbreidende ADE-conferentie. De rij zal lang zijn, dus kom vroeg.
Club RAUM, alle dagen Club Raum
Vorig jaar was de kersverse club RAUM in Nieuw-West door een geschil met de gemeente net te laat met een vergunning voor ADE. Een enorme domper voor het team achter het queercollectief SPIELRAUM, maar gelukkig staan dit jaar alle lichten op groen. Ze mogen dan eindelijk los. En dat laten ze zien met de programmering: een weekender waar publiekslievelingen als Fafi Abdel Nour, Yassus en Job Jobse hun opwachting maken. Het belooft te gaan stomen aan de Humberweg.
paradiso, zaterdag 19 oktober Speedy J presents STOOR
Het is inmiddels een traditie aan het worden: Rotterdamse technolegende Jochem Paap, beter bekend als Speedy J, tovert tijdens ADE Paradiso om in een technotempel. Tijdens deze techo jamsessies nodigt hij oude rotten uit, en zet ze naast opkomende talenten. Improvisatie, knallen, beuken, maar vooral techno van de hoogste kwaliteit. Samen met de muzikale tovenaars van Paaps STOOR-crew zal Paradiso op z’n spirituele grondvesten schudden.
NDSM Warehouse, donderdag 17 oktober Caribou op DGTL
Achter de naam Caribou mag eigenlijk dan wel slechts één bebrilde gepromoveerde wiskundige schuilgaan, live is het toch echt een band. En een van de weinige bands die dance goed naar het podium weet te vertalen. Altijd dicht op elkaar spelend laten de bandleden de liedjes gegarandeerd uitmonden in hypnotiserende jams.
Gashouder, vrijdag 18 oktober Four Tet op Awakenings
De Brit Four Tet is een fenomeen. Hij doet nauwelijks interviews, brak door met folky elektronica, maakte naam als dj in vooruitstrevende clubs en draait met zijn vrienden Skrillex en Fred Again.., degene die er met een pokerface Miley Cyrus in mixt. Deze set van vierenhalf uur wordt bijzonder.
diverse platenzaken, alle dagen Gratis dj-sets
Alles is duur, ook de kaartjes voor ADE. Maar gelukkig zijn er tal val grote dj’s die verrassingsoptredens doen in hun favoriete platenzaken. En dan sta je opeens te dansen met vijftig man rond de platenrekken. Houdt de socials van winkels als Rush Hour, Zwart Goud en Bordello A Parigi in de gaten voor aankondigingen.
Er zijn van die onderwerpen waarop journalisten regelmatig hun tanden stuk bijten. Het achterhalen van de identiteit van de verdwenen uitvinder van Bitcoin is in dit genre een klassieker. Het is dan ook een verleidelijk verhaal: de bedenker van Bitcoin zwijgt sinds 12 december 2010. Dat is de datum van de laatste onlinepost onder de naam Satoshi Nakamoto. In haar, zijn of hun wallet (digitale portemonnee) zit een schat van ongeveer 1 miljoen bitcoins. Die zijn sindsdien niet besteed of verplaatst en inmiddels tientallen miljarden euro’s waard.
Bij HBO Max verscheen op 8 oktober de documentaire Money Electric: The Bitcoin Mystery. Documentairemaker Cullen Hoback waagt daarin een nieuwe poging te achterhalen wie schuilgaat achter de naam Satoshi Nakamoto.
De verwachtingen waren hooggespannen, vooral omdat met veel tromgeroffel was aangekondigd dat Hoback het mysterie eindelijk had ontrafeld. Op Polymarket, een cryptoplatform waarop kan worden gespeculeerd op allerlei gebeurtenissen, werd flink op de verschillende circulerende namen ingezet.
Spoiler alert: de filmmaker wordt aan het einde van zijn film recht in zijn gezicht uitgelachen door de man die hij in een Wie is de Mol-achtige scène aanwijst als de bitcoinuitvinder. En die neiging voelde ik ook.
Het grootste deel van de documentaire bestaat niet uit speurwerk, maar uit uitleg en herhaling. Chronologisch vat Hoback de periode samen van de eerste bitcointransactie op 12 januari 2009 tot nu. Hij stelt zichzelf ook voor, als een filmmaker met zorgen over onlinesurveillance. Vanuit die invalshoek heeft hij belangstelling voor bitcoin als digitaal alternatief voor (anoniem) contant geld.
Lees ook
Feest voor bitcoinfans, de ‘halving’ komt eraan. De wat?
Hij besteedt aandacht aan de mythevorming rond Satoshi en theorieën over de verdwijning. Want waarom is degene die zich online Satoshi Nakamoto noemde verdwenen (of is hij dood?). De meest gangbare theorie is dat het een bewuste keuze is, die nauw samenhangt met wat bitcoin wil zijn. Namelijk een valuta zonder ‘baas’, die draait op een decentraal netwerk van servers die software runnen waarmee bitcointransacties worden gecontroleerd.
Door te verdwijnen heeft de bedenker bij voorbaat allerlei mogelijke ruis weggenomen. Het is bijvoorbeeld onmogelijk geworden om via de bedenker invloed uit te oefenen op het achterliggende protocol. Er zijn geen beelden van Satoshi Nakamoto speculerend achter een scherm, brullend op het podium van een bitcoin-conferentie of pronkend met een nieuwe Lamborghini.
In plaats daarvan is er wel allerlei ruimte gekomen voor een haast religieuze cultus rondom de figuur die deze computercode schreef. Een code waaraan volgens zogenoemde ‘bitcoin-maximalisten’ absoluut niet getornd mag worden. De documentaire doet, met een knipoog, mee aan de cultus. De zes hoofdstukken in de film worden ‘boeken’ genoemd. De docu eindigt met „Boek zes: de onthulling”.
Het ontbreken van een gezicht bij een theoretisch en technisch uitdagend onderwerp als bitcoin, maakt het een stuk moeilijker er een aantrekkelijke documentaire over te maken. Onvermijdelijk leunt het beeld daardoor op tal van kunstgrepen. Van een ronddraaiend gouden borstbeeld van een gezichtsloos mens in een hoodie (de traditionele programmeursdracht) tot een overdaad aan achter elkaar gemonteerde memes, die wel leuk de kleurrijke en creatieve kant van de subcultuur laten zien.
De verteller zit zelf vrij diep in het konijnenhol. Hij maakt denkstappen die voor hem logisch zijn, maar voor een buitenstaander moeilijk zijn te volgen. Zo geeft hij veel ruimte aan theorieën over Amerikaanse autoriteiten die het bitcoinproject zouden hebben willen ondermijnen, uit angst dat een succesvolle bitcoin de almacht van de dollar aantast. En al doende maakt hij mensen belangrijk die dat in de echte wereld totaal niet zijn, zoals de prins van (republiek) Servië.
Canadese autodidact
In zijn zoektocht naar de bedenker van bitcoin introduceert Hoback eerst een groep mannen die verifieerbaar (want nog terug te lezen) onlinecontact hebben gehad met Satoshi. Softwareontwikkelaars die zich het meest orthodox hebben opgesteld in discussies over aanpassingen aan het bitcoinontwerp. Zij zijn in de documentaire de grootste kanshebbers om uiteindelijk te worden aangewezen als Satoshi.
Lees ook
Grondlegger Adam Back: ‘Bitcoin zal als investering kunnen concurreren met goud’
Ze wilden alleen niet allemaal meewerken. Automatisch leunt de film daardoor sterk op twee protagonisten die bereid waren zich op allerlei plekken te laten filmen en interviewen. Dat zijn de Britse onderzoeker, programmeur en ondernemer Adam Back en de jongere Peter Todd. Todd is een Canadese autodidact die ervan houdt zijn publiek een beetje te pesten. Hij mengde zich als tiener al in onlinediscussies over cryptografie en leek in gesprekken op het Bitcointalk-forum soms de gedachtestroom van Satoshi af te maken.
Hoewel ze zeker van belang zijn in een verhaal over de ontwikkeling van de blockchain en de munt, overtuigt de hoofdrol die ze krijgen niet. Uit alle ironie, suggestie en gegiechel in de gesprekken blijkt dat ze dat zelf ook niet vinden. Peter Todd is bijvoorbeeld best bereid vol overduidelijke spot een aantal keer te herhalen dat hij Satoshi is.
Dat Todd ook amateur-speleoloog is, is een bonus voor een filmmaker die ontwikkelingen in de virtuele wereld probeert te laten zien. Hoback interviewt hem onder meer terwijl hij een grot inspecteert. De scène waarin hij Back en Todd confronteert met zijn conclusies is opgenomen op het terrein van een verlaten Tsjechische staalfabriek. De symboliek ligt er dik bovenop: zie hier de roestende resten van de oude economie.
Todd moet lachen als Hoback hem ‘confronteert’ met zijn overtuiging dat Todd de man achter de alias Satoshi is. Weer zo’n voorbeeld van een journalist die er weinig van snapt, zegt hij. Waar draait het volgens Todd dan wel om? „Om van bitcoin dé mondiale munt te maken, terwijl mensen zoals jij worden afgeleid door onzin.”
De documentaire lost het mysterie niet op. En dat fragment is gelijk de meme geworden.