Tv-recensie | Bij hulpboeren op zoek naar balans tussen werk en rust

Het was dinsdagavond en het was tijd voor goed nieuws. Er gingen twee nieuwe programma’s van start, het ene met een nog optimistischere omschrijving dan het andere. Dus hup, tv aan en wrijven in die handjes: goed nieuws, kom maar door.

Het begon veelbelovend op NPO1, want daar had Joris Linssen maar één aflevering van Out of office (KRO-NCRV) nodig om de remedie voor burn-outs te vinden. „Als je heel rustig leeft”, zei de voormalig Hello Goodbye-presentator, „en best gestructureerd, en gewoon blij bent en positief – dan is het leven veel makkelijker.” Die les had Linssen afgekeken bij de hulpboeren op een zorgboerderij, waar het „experiment” van Out of office plaatsvond: vijf mensen met een burn-out zouden hier samen met de hulpboeren binnen een halfjaar een nieuw clubhuis bouwen. De twee groepen konden veel van elkaar leren over een gezonde balans tussen werk en rust, was het idee.

In de eerste aflevering van Out of office (dat overigens niet geheel nieuw is, maar de Nederlandse variant van een Vlaams concept) leek het er wel op dat het vooral de overspannen deelnemers waren die iets opstaken van de hulpboeren en niet zozeer andersom. De hulpboeren, „die iedere dag met plezier naar hun werk gaan”, werden haast uitsluitend in beeld gebracht als immer vrolijke raadgevers; verder kwam de kijker weinig over ze te weten. Toen Linssen uiteindelijk een zelfgeschreven liedje zong waarin de deelnemers met burn-outs allemaal een paar persoonlijke regels werden toegedicht, moesten de zorgboeren het doen met: „Jullie zijn nu onze helden, die ons al meteen vertelden hoe je rustig wordt.”

Out of office is een warm programma, dat moet gezegd. Toch kon je je afvragen: zullen deze mensen met een verstandelijke beperking (of met „bijzondere kwaliteiten”, zoals Linssen ze terecht respectvol omschreef) in deze serie geportretteerd worden als de volwaardige personen die ze zijn, of blijven ze vooral in dienst staan van de deelnemers met burn-outs? En: hoe behulpzaam zijn adviezen als „heel rustig en best gestructureerd leven” en „gewoon blij en positief zijn” voor de gemiddelde overspannen kijker?

Tussendoortje

Uit angst voor verder cynisme probeerde ondergetekende de honger naar goed nieuws dan maar te stillen met Boks voor jou (RTL4), in de tv-gids terug te vinden als een tussendoortje van tien minuten waarin John Williams bij Nederlanders aanklopt „om te laten zien dat zij, naar zijn overtuiging, al duurzamer bezig zijn dan ze denken”. Ditmaal trok Williams binnen een minuut als een wervelstorm door het huis van Evron om hem te feliciteren met de vegetarische pasta die hij stond te koken, zijn thermostaat die „mooi laag” stond en zijn linnen boodschappentas. Daarmee verdiende Evron „een dikke vette boks”. En een nog grotere box met Albert Heijn-producten, want Boks voor jou bleek een turboreclame voor de supermarktketen.

Dan maar geen goed nieuws. Om die pessimistische omslag compleet te maken was er nog We gaan er allemaal aan (ook Valerio Zeno) van PowNed, waarin Zeno per aflevering een apocalyptisch doemscenario afgaat. Deze dinsdagavond was het de beurt aan supervulkanen: vulkanen die ooit een uitbarsting hebben gehad waarbij ze 10.000 kubieke kilometer of meer aan materiaal uitstootten. Daarvan bleken er minstens negen op de wereld.

Maar toen deze kijker zich al zwelgend wilde overgeven aan de voorspellingen van lava, as en hongerwinters, toonde Michel Dückers, hoogleraar crises, ineens toch nog mededogen. „De hele geschiedenis van de mensheid is een aaneenschakeling van rampspoed”, zei hij tegen Zeno. „Tegelijkertijd zijn we er nog steeds.” (Daar komt het!) „Dus als je zo kijkt…” (Daar komt het!) “…dan mag je best wel positief zijn.” Zodoende: goed nieuws.