Tv-recensie | Applaus voor de weldoener van MAX: zó één op één zie je charitas zelden

Jan Slagter hoeft zich niet als kerstman te verkleden om de arme, de zieke, de oude en eenzame mens troost te bieden. Dat doet hij als zichzelf. Niet alleen in deze donkerste dagen van het jaar, maar elke zondag. In MAX maakt mogelijk – genoemd naar de goededoelenstichting van de omroep – zien we hem wekelijks weldoen. Vaak in een bitterkoud voormalig Oostblokland, Albanië, Oekraïne, Moldavië, maar ook gewoon in eigen land.

Deze zondag deelde MMM uit in Moerdijk, in Kosovo en het noorden van Albanië. Aan de kerstdis in Den Haag verscheen Jan Slagter in eigen persoon. Vrijwilligers bereiden daar wekelijks een maaltijd voor ouderen uit de buurt voor wie de armoede niet stil meer is maar „schreeuwend”. Die mensen kwam Jan Slagter een kerststol brengen én een waardebon van vijftig euro. Applaus en gejuich aan de aanschuiftafels. Nóg een verrassing. De drie euro voor de volgende lunch hoeven ze niet te betalen, dat doet de stichting van Jan Slagter. Nog meer applaus. Armen in de lucht. Hoera.

In Kosovo wordt een weduwe in nood bezocht. Haar man is dood, haar beide zoons zijn dood, ze heeft de zorg over een kleinzoon die door zijn moeder is achtergelaten en afgelopen jaar raakte ze halfzijdig verlamd. We zien haar kruipen over de lemen vloer van haar armoedige huis. Een gironummer verschijnt onder in beeld. Warm eten voor deze vrouw, een rolstoel, iemand die haar huis schoonmaakt.

Het bestaan is bar en de nood hoog. We zien bedden met gescheurde lappen als dekens, lekkende muren en tochtige gaten waar ramen zaten. En daar, in de met „krot” of „ruïne” aangeduide huizen verschijnt vaak Jan Slagter zelf als brenger van het goede nieuws. Voedsel, een kachel, hulp is in aantocht. Schrijnend is de dankbaarheid van de mensen met monden zonder tanden en ogen zonder licht. Komt deze vitale zeventiger uit een ver land hun leed verzachten? Zo persoonlijk, zo één op één zie je charitas nog zelden.

Koeienmaag

Voor de mens was gezorgd zondag, maar hoe zat het met het dier? Ik hield m’n hart vast voor de korte documentaire Slipjacht (VPRO) over de Nederlandse jachttraditie. Een slipjacht bleek een vossenjacht zonder vos, maar met paarden, honden en mensen. Te paard jakkeren ze door velden, bossen en over akkers achter het spoor van een kluwen lappen aan, die is gedrenkt in de sappen van een koeienmaag. De ‘kill’ betekent dat de honden de lappen hebben gevonden. Als beloning krijgt de meute een emmertje pens. De bezwete mensen borrelen na in jachttenue. Onder hen mannen, vrouwen en één elfjarige jaagster. „Ik laat alles schieten voor de jacht.” Mens blij, dier levend.

Hoe humaan het leven van een dier verloopt, hing in Metropolis erg af van waar het is geboren. De honden uit de betere wijken van Lima, Peru dragen kleren en schoentjes en ze vieren hun verjaardag. Hun eigenaren, veelal jonge vrouwen, behandelen hun dier als „eigen vlees en bloed”. In het dorp Dafra, Burkina Faso, worden de meervallen door dorpelingen gevoerd met versgebakken poffertjes. In de heilige vissen schuilt de ziel van de voorouders, geen mens mag de vis doden, laat staan opeten. Sneuvelt er toch één, dan kost dat een geit of kip de kop als offer.

Gorts Kerst op het chateau leek ook weinig goeds te voorspellen. Op zijn aanrecht stond een kartonnen doos met luchtgaatjes, en daarin een zwartwit reuzenkonijn. Wijnman Ilja Gort gaf een diner voor louter Fransen en die zijn „gek op tradities” en eten zoals we allemaal weten „alles wat beweegt”. Hij raadde de kijker aan de gasten met Kerst niet al te dure wijnen te schenken. Zelf moest hij er niet aan denken dat zijn mooie wijnen „al pratend naar binnen werden geklokt”. Volgens Hollandse traditie ging hij met de Fransen gourmetten. Het konijn heeft het diner overleefd.



Leeslijst