Tv-recensie | Activist verstoort Bar Laat, waarna Jeroen Pauw doet alsof er niets is gebeurd

„Dit is Amsterdam! Amsterdam dat opkomt voor Jeruzalem!” Talkshow Bar Laat (NPO1) opende met een tv-fragment uit 1967 waarin de toenmalige PvdA-leider Joop den Uyl bij een manifestatie de onvoorwaardelijke Nederlandse steun aan Israël verwoordde – steun waar de aanwezige, huidige PvdA-leider Frans Timmermans ook nu nog aan vasthoudt.

Vlak hierna liet een man uit het publiek horen dat de tijden zijn veranderd. Tegen presentator Jeroen Pauw zei hij: „Het is een schandaal dat je geen podium geeft aan anti-genocide-demonstranten en alles wegzet als antisemitisme terwijl er kinderen levend worden verbrand in Gaza.” Hij noemde Pauw een „staatsjournalist” die zelfcensuur toepast. Timmermans verweet hij de genocide in Gaza te ontkennen. De activist werd door de bewaking afgevoerd.

Hierna gebeurde iets geks: Pauw ging nauwelijks in op deze verstoring. Hij liet het programma gewoon door rollen alsof er niets gebeurd was. We kregen Joe Biden, het asieldebat, schaatsen. Pas toen kwam de onderdrukking van de Palestijnen weer ter sprake, zonder dat het eerdere incident werd aangehaald.

Aanleiding was de uitzending komende maandag van Andere Tijden over een groep Palestijnse gastarbeiders die na de Zesdaagse Oorlog van 1967 niet meer terug naar huis konden. Een van hen was de vader van programmamaker Kefah Allush, die in Bar Laat te gast was. Hij vertelde dat hij de Israëlische bezetting aan de lijve had ondervonden. En hoe geïsoleerd het gezin zich hier voelde omdat ze thuis en heel ander beeld van Israël hadden dan de rest van Nederland. Allush herinnerde zich: „Papa die boos is naar de televisie, papa die staat te roepen naar de televisie.” Ja, nu staat Allush zelf ook wel eens tegen de televisie te schreeuwen. „Ik loop vast in mijn hoofd en mijn buik en mijn hart.”

En toen moest in Amsterdam de nacht nog beginnen, de nacht waarin Israëlische supporters van voetbalclub Maccabi Tel Aviv werden aangevallen door pro-Palestijnse demonstranten. Israëlische politici noemden het een „pogrom”. De Amsterdamse politie sprak van „wat opstootjes”.

Fris Amsterdam

Voor een romantischer beeld van Amsterdam zorgde Bij ons op de Wallen (NPO3). Deze leuke realityserie laat de Amsterdamse buurt zien als een schoon en fris oord van feesten en plezier. In het begin van de reeks zaten boze buurtbewoners die zelf optreden tegen de geluidsoverlast en de rotzooi in hun straat. Maar daklozen, straatdealers en dronken toeristen blijven buiten beeld.

Bij ons op de Wallen draait om vier stereotype personages. De bejaarde Lidia die met haar scootmobiel van kroeg naar kroeg zwiert terwijl ze vrolijk „tuut tuut!” roept, is een „rasechte Amsterdammer” volgens het boekje. Ook de erotisch e artiest Kyla die optreedt in de kink- en fetisj-scene, is een opgeruimde, ambitieuze vrouw zoals we die graag zien. Haar moeder brengt haar met de auto naar optredens. De twee andere personages krijgen een twist mee. Zingende barman Syad die iedere avond een feestje bouwt in zijn kroeg is van huis uit een Afghaanse vluchteling. Raamexploitant Pim is een Zuidas-type die over zijn bedrijf praat alsof hij vergaderruimtes verhuurt.

In zijn verhaal schemert wel iets door van de politieke strijd om de Wallen. Burgemeester Halsema wil de raamprostitutie op de Wallen niet alleen stevig reguleren – waar Pim van profiteert – maar ook verminderen. Met dit doel bouwt ze aan de Zuidas een omstreden Erotisch Centrum. Pim betoogde eerder in Het Parool dat raamprostitutie veiliger is dan huisprostitutie en bordelen, die zich meer aan het zicht van de gemeente onttrekken. Bestrijding van de raamprostitutie jaagt sekswerkers juist de illegaliteit in.

Dat kun je allemaal tussen de regels lezen. Verder is dit reality, en die heeft niet zoveel met de werkelijkheid te maken.