Tv-maker Kelly-Qian van Binsbergen reisde naar Guiyang, de Chinese stad waar ze geadopteerd werd: ‘Ik had dáár moeten opgroeien’

Televisiemaker Kelly-Qian van Binsbergen valt geëmotioneerd in de armen van mensen met een Aziatisch uiterlijk. Heeft ze haar Chinese familie gevonden? Met deze scène eindigen de eerste drie afleveringen van De Afhaalchinees: Thuisbezorgd, haar tweede documentaireserie over adoptie. Ze gaat daarin op zoek naar haar familie in China.

Aan tafel in haar woonkamer, waar ze samen met editor Vincent Manuhuwa met de laatste montagefase bezig is, toont ze ruwe fragmenten uit de vierde en laatste aflevering. Die begint met diezelfde omhelzing. Maar dan zoomt de camera uit en zwenkt opzij. De Euromast verschijnt in beeld.

Ze drukt op de pauzeknop. „Een van de redacteuren vroeg of het niet confronterend was voor mij om te doen alsof ik mijn echte familie omhels.”

En, was het dat?

„Daar had ik nog niet over nagedacht. Ik was gewoon een scène aan het draaien met bevriende Asians. Pas toen het me gevraagd werd, voelde ik dat het inderdaad confronterend was.”

Kelly-Qian van Binsbergen (+/- 32) was ongeveer anderhalf toen ze werd geadopteerd. Ze woonde met haar adoptieouders in Sluis, Zeeuws-Vlaanderen, boven de seksshop en pornobioscoop die haar adoptieouders runden. In het dorp was ze de enige met een Chinees uiterlijk. Op school werd ze gepest, in elkaar getrapt, uitgescholden. „Ik vraag me vaak af waarom we niet gewoon naar Rotterdam zijn verhuisd.”

Twee jaar geleden maakte ze het eerste deel van De Afhaalchinees, over de misstanden in het Nederlandse adoptiesysteem. Voordat ze daaraan begon, hield ze zich nog niet bezig met haar geboorteland of haar adoptieverleden. Pas tijdens het maken drong door dat dit over háár ging.

Het veranderde alles. Ze had altijd gedacht dat adopties uit China netjes verliepen, maar ontdekte dat haar adoptiepapieren niet in orde waren. Dat volstrekt onduidelijk was wanneer en waar ze geboren is. Dat het alcoholprobleem van haar adoptiemoeder gedurende haar jeugd veel groter was geweest dan ze wist. En dat de gezinsonderzoeker van de Raad voor de Kinderbescherming de adoptieprocedure goedkeurde nadat hij eerst dwars door de seksshop van haar adoptieouders was gelopen. Ze besefte dat haar onrecht was aangedaan. En ze werd boos.

Nadat ze deze eerste serie had afgerond, vertrok ze voor een maand vakantie naar Griekenland met haar toenmalige Griekse partner. Het was oktober 2023. „Ik zag aan hem dat hij thuis was. Hij liep anders, meer ontspannen, hij had swag. En toen we bij zijn ouders waren, zag ik dat hij geankerd was. Hij leek ook op zijn vader. Ik dacht: o, dit is naar. Pijnlijk. Verdrietig. Blijkbaar had ‘Afhaal één’ de deur op een kier gezet, waardoor ik dat kon voelen. Toen wist ik: ik ga ook naar mijn land.”

Na Griekenland verbrak ze het contact met haar adoptievader, haar adoptiemoeder is overleden. „Mijn loyaliteit verbrokkelde door alles wat ik te weten was gekomen. En tegelijkertijd voelde ik steeds meer loyaliteit tegenover het land waar ik vandaan kom. Ik zeg niet dat ik nooit meer contact met mijn adoptievader wil, maar ik heb het nu nodig om me op China te kunnen richten.”

In de eerste Afhaalchinees vertel je hem dat je je naam hebt gewijzigd. Aanvankelijk lijkt hij daarvoor open te staan, totdat hij hoort dat je de naam die je in het Chinese weeshuis kreeg, Qian, hebt toegevoegd aan je adoptienaam Kelly.

„Ja. Dat is moeilijk, hè.”

Wat gebeurde daar?

„Weet je waarom veel adoptieouders kozen voor adoptie en niet voor pleegouderschap? Omdat bij pleegouderschap de echte ouders nog kunnen terugkomen. Adoptie is een soort zekerheidsgarantie als je een kind voor jezelf wilt. Dus ik kan me voorstellen dat het moeilijk voor hem was dat ik loyaliteit aan China en aan mijn Chinese ouders liet zien. Want die had ik nooit eerder gehad.”

Mis je hem?

„Nee, en dat vind ik zowel verontrustend als fijn. Ik ben nu veel stabieler en rustiger, en ook veel verdrietiger. Als ik nog steeds contact met hem had gehad, was ik waarschijnlijk niet naar China gegaan, of had ik daar in elk geval niet écht kunnen voelen wat ik daar gevoeld heb.”

Vanwege die loyaliteit?

„Ja. Want als geadopteerde héb je al ouders, de Nederlandse. Ik heb de meest kritische, boze geadopteerden geïnterviewd voor deze series. Maar op het moment dat je over hun adoptieouders begint, zeggen ze: ik heb alles gehad, ik heb mogen studeren, het zijn lieve mensen, hoor.”

Dat doe jij ook in de eerste serie.

„Ja. Maar als het je echte ouders zijn, biologisch verwant, dan zeg je niet wat je allemaal hebt gekregen van je ouders. Want dan is het vanzelfsprekend.”

Je vriendin Bina de Boer, die als coach geadopteerden begeleidt, zei: jouw adoptieouders kozen niet voor Qian, maar ze wilden een meisje en noemden het Kelly. Zo word je geobjectiveerd.

„Ja, ik was beschikbaar. Een product. Zij wilden een kind en ik was er.”

Wat ze zag bij haar ex-vriend in Griekenland, ervaarde ze zelf toen ze door Guiyang liep, de stad waar ze als baby van ongeveer anderhalf geadopteerd is. Ze was er vorig jaar mei, een half jaar na de breuk met haar adoptievader, samen met een cameravrouw, een tolk (die vanuit hetzelfde weeshuis geadopteerd werd door Nederlanders ouders) en haar beste vriend Rohan van Soest. Het was de eerste keer dat ze als volwassene in China was. Omroep ZWART had direct ja gezegd tegen haar voorstel om een tweede Afhaalchinees te maken. „Mijn hele lijf wist dat ik hier vandaan kwam. Het was alsof ik voor het eerst de lucht proefde. Weet je wat zo gek is? Al mijn hele leven gooi ik overal citroen en chili door als ik ziek ben. Maar ik heb nooit geweten dat Guiyang bekendstaat om spicy, zuur eten.”

Je hebt als baby toch geen szechuanpepers gegeten?

„Oh, in China doen ze niet aan speciale babyhapjes hoor. Ze geven gewoon, hoppa, Chinees eten. Je ruikt het daar ook in de straten, het is een hele typische geur.”

Rohan zei: ‘Ook al is ze 1.83 meter en zit ze onder de tatoeages, ze ging daar op in de menigte.’

„Ja, hij was me ook vaak kwijt, haha. Normaal gesproken zoekt hij naar een Chinees en ziet hij me meteen.”

Hoe was het om tussen mensen te lopen die er allemaal uitzien zoals jij?

„Heel fijn, echt heel fijn. Ik heb altijd een hekel gehad aan mijn Chinese uiterlijk. Het voelde als een hoes om een Nederlandse binnenkant. ‘Ik ben Nederlands opgevoed hoor’, zei ik steeds als iemand iets over mijn uiterlijk zei. I’m one of you guys, don’t worry. In Nederland ben ik een smaakje. ‘Iemand met een Aziatisch uiterlijk’, ‘lang voor een Chinees’, ‘brutaal voor een Chinees’. Maar in Guiyang was ik gewoon Chinees. Ik viel niet op, ik viel wég, ik was niet uitzonderlijk.”

Was dat alleen maar fijn?

„Het was ook onhandig, omdat ik geen woord Chinees spreek. Mensen begrepen het niet als ze me aanspraken en ik geen idee had wat ze zeiden.” Ze wijst lachend naar getatoeëerde, Chinese tekens op haar linker onderarm. „Daar staat: ‘ik spreek geen Chinees’. Ik heb ’m in Beijing laten zetten.”

In de eerste aflevering zien we hoe je pas een paar uur door Guiyang loopt als je vaststelt dat je je nog nooit zo thuis hebt gevoeld.

„Ik hóór daar. Ik groeide op met het idee dat Guiyang een stad in een derdewereldland was. Ik zou zijn gered van een leven in armoede. Maar ik kom daar aan en sta gelijk in een lift met een fucking robot naast me die ‘ni hao’ zegt.”

Dus je voelde je…

„…Belazerd! En ik snap dat het nu anders is dan in 1992. Maar als ik had geweten dat ik niet ongewenst was, als ik had geweten dat er mogelijk niet vrijwillig afstand van mij is gedaan, dan had ik Chinees geleerd. Dan had ik een kans gehad om écht terug te keren. Ik had daar moeten opgroeien. En dat voelde ik voor het eerst toen ik die dag door Guiyang liep.”

Ze laat een fragment zien, over haar adoptiepapieren. Op elk papiertje staat een andere geboortedatum, variërend van augustus tot december 1992. Criminoloog Elvira Loibl, gespecialiseerd in illegale adopties, zegt dat er misschien fouten zijn gemaakt, maar dat het óók een teken kan zijn van witwassen. Papieren worden dan vervalst om de identiteit van het illegaal verkregen kind te verhullen.

Pauzeknop. Kelly-Qian: „Ik ben een van de oudste geadopteerde Chinezen in Nederland. Ik kan je garanderen dat er de komende tien jaar nog veel meer kritische Chinees-geadopteerden opstaan. Want je gaat vaak pas op onderzoek uit als je dertig, veertig bent. Als je zelf kinderen hebt gekregen, of een andere ingrijpende ervaring hebt meegemaakt.”

Adoptie, zegt ze, is het jezelf toe-eigenen van een kind. In Nederland mogen er geen nieuwe procedures voor het adopteren van een kind uit het buitenland meer in gang worden gezet. Omdat ook in een strenger ingericht systeem de kans op misstanden niet kan worden uitgesloten. „Maar er staan in Nederland nog steeds zo’n zeshonderd wensouders met een beginseltoestemming op de wachtlijst voor interlandelijke adoptie. Waarom? Ze zeggen altijd: met de kennis van toen wisten we niet beter. Maar wat ga je over dertig jaar tegen déze toekomstige adoptiekinderen zeggen?”

Dan verschijnt Trudy Scheele-Gertsen in beeld, zij komt op voor Nederlandse moeders die gedwongen hun kind moesten afstaan omdat ze ongehuwd waren. Kelly-Qian zet het fragment stil. „Ik interview haar omdat de kijkers dan iemand zien die op ze lijkt. Bij een Chinese moeder denken mensen misschien: ‘oh, maar dat is dáár’.”

Hoe was het voor jou om haar te spreken?

„Verschríkkelijk. Een van de ergste draaidagen. Stond ik daar ineens met de pijn van deze moeder. Die kwam boven op de adoptiepijn die ik zelf altijd heb gevoeld.”

Nieuwe scène, een interview met een Chinese moeder van wie haar kind werd afgenomen. „Ook een verschrikkelijke draaidag. Haar kind is gewoon gejat. Om te verkopen. Ze had míjn moeder kunnen zijn. Zelfde periode, zelfde plek. En omdat ik geen woord verstond van wat ze zei, was dit ook het moment waarop ik besefte dat ik, als ik mijn eigen moeder zou vinden, haar nooit zelf zou kunnen vertellen dat het oké is, dat ik oké ben.”

In haar jeugd werd 17 december elk jaar gevierd als haar adoptiedag. Maar voor haar was het de dag waarop benadrukt werd dat ze nooit volledig Nederlander zou zijn. Zeventien jaar na haar adoptie overleed haar adoptiemoeder op precies dezelfde dag aan de gevolgen van longkanker. „Vanaf dat moment was 17 december de dag waarop ik 150 procent wees werd en ik me daar schuldig over voelde. Ze had er zeventien jaar over gedaan om een kind te krijgen, en nu heeft ze maar zeventien jaar moeder kunnen zijn.”

Sinds de reis naar China is de betekenis van 17 december opnieuw veranderd. „Nu is het de dag waarop ik mijn land verliet en mijn Chinese moeder mij voorgoed verloor. Ik denk nu voornamelijk aan háár. Ik kan me niet voorstellen hoe erg het is als je kind je wordt afgenomen.” Er zijn ongeveer 8.000 geadopteerde Chinezen in Nederland, zegt ze. Wereldwijd meer dan 160.000.

Wordt daar in China aandacht aan besteed?

„Zeker, het is een nationaal trauma. Er is bijvoorbeeld een soort advertentiewebsite waarop moeders gekoppeld kunnen worden aan hun biologische kinderen. Dat begint nu goed op te starten. Ik sta er zelf ook ingeschreven.”

Ook geadopteerd is Frommel, haar hond. Ze had al voor de reis naar China besloten dat ze een hond zou meenemen naar huis. „Ik wilde hoe dan ook met een familielid thuiskomen. Familie uit eigen land.” De naam die hij in het Chinese asiel kreeg is Nuo Yi, nummer één. Als hij achttien is, zegt haar voice-over in de serie, mag hij met haar toestemming zijn naam wijzigen in zijn oorspronkelijke naam. „Zijn adoptie ging via een officiële adoptie-organisatie, maar zijn papieren klopten niet. Het is onbekend waar en wanneer hij is geboren.” En: „Omdat Frommel geadopteerd is, heeft hij een hechtingsstoornis. Net als ik. Misschien herkennen we daarom zoveel bij elkaar.”

De nachtmerries die ze al haar hele leven elke nacht heeft, zijn opgehouden sinds Frommel haar ’s nachts wakker maakt voordat ze beginnen. „Dan duwt hij zijn poot tegen mijn hoofd.”

In adoptieland noemen ze het ‘het zwarte gat’. Het is een preverbaal trauma

Waren het altijd dezelfde nachtmerries?

„Ja. In adoptieland noemen ze het ‘het zwarte gat’. Het is een preverbaal trauma, je kunt er geen woorden aan geven. Tijdens die droom voel ik een koude, nare kilte. Ik zie niets, het is een heftig gevoel in mijn lijf. Een soort doodsangst. Als kind al gilde ik twee keer per nacht de hele boel bij elkaar.”

Wat deden je adoptieouders dan?

„Ik heb zeker tot mijn elfde in hun slaapkamer geslapen. Anders viel ik niet in slaap, uit angst voor die nachtmerries. Het was gewoon een hechtingsding. Verlatingsangst.”

Volgens Rohan ben je veel stabieler sinds je je bezighoudt met je adoptieverleden. Je zorgt beter voor jezelf en werkt niet meer hele nachten door.

„Dat klopt wel. ‘Afhaal één’ is nog gemaakt met 120 uur werken per week. Nu zit ik op vijftig, zestig uur. Ik laat nu gewoon keihard mijn hond uit. Ik voel meer rust. Ik vind het nu ook leuk om alleen te zijn en vertrouw meer op mezelf.”

Haar werk is persoonlijk en intiem, maar zonder camera zou ze veel niet gedurfd hebben, zegt ze. „Ik zet ’m overal tussen. Door de camera kan ik afstand nemen. Ik weet hoe ik een item moet maken en hoe ik onderzoek moet doen, maar ik weet niet hoe ik shit moet vóélen in zo’n situatie.” Het was een geschenk, zegt ze, dat ze door de camera analytisch kon nadenken en kritisch durfde door te vragen. „En dat ik daardoor niet verzoop in verdriet.”

In de afweging over wat ze wel en niet met kijkers wil delen, heeft ze een paar regels opgesteld voor zichzelf. „Het mag geen sensatie zijn en geen incident. Dus dat ik opgroeide boven een seksshop, is relevant omdat het iets over de screenings zegt. En mijn misbruikervaring deel ik pas in dit tweede seizoen omdat ik er nú een structureel probleem mee kan blootleggen.” Ze werd misbruikt door een bekende toen ze negen jaar was. „Het was in de periode dat mijn moeder op de piek van haar drinken zat. Daar is gebruik van gemaakt. Er werd mij verteld: we sturen je terug naar China als je dit tegen iemand zegt. Maar dit is een ding waar ik nog mee aan de slag moet, qua verwerking.”

Je legt in de documentaire uit, samen met verschillende deskundigen, dat geadopteerde kinderen bovengemiddeld vaak misbruikslachtoffer zijn.

„Ze zijn een kwetsbaarder doel. Ze missen dat anker. Toen ik videobeelden uit mijn adoptiearchief terugzag… Binnen vijf uur nadat ik mijn adoptiemoeder heb ontmoet, lig ik naakt bij haar op de borst en krijg ik de fles. Dat is toch raar? Toen ik die beelden tijdens het maken van de eerste Afhaalchinees terugkeek dacht ik: wat mooi, wat lief. Maar nu, drie jaar later, denk ik: wat heftig eigenlijk.”

Je adoptiemoeder dacht: ik ben nu de moeder van dit meisje.

„Ja, maar voor mij was zij een wildvreemde vrouw. Als ik nu die scène zie, denk ik: jij bent gewoon moeder aan het spélen.”

In haar beleving was ze dat toch ook?

„Maar zij wist ook niet hoe het is om een kind te voeden dat echt van haar is. En ik neem haar dit niet kwalijk, hè. Maar het is wel weird.”

Ik zal vast onbewust ook gedacht hebben dat ik niet óók nog gay wilde zijn

Bina de Boer zei dat veel geadopteerden moeite hebben met begrenzen en met bepalen wat privé is. Ze vraagt zich af of je in de nieuwe serie niet meer deelt over je eigen misbruikervaringen dan goed voor je is.

„Bina kijkt mee vanaf de ruwste, meest rauwe versies. Het is terecht dat ze soms ‘ho, stop’ zegt. Het eindresultaat heeft ze niet gezien, ik heb er een heel stuk uit gehaald. Er wordt niet gezegd wat er is gebeurd met welke persoon. Maar die grenzeloosheid, ja, ik heb me in elk geval nooit beziggehouden met wat ík nou wil. Ik kom er nu bijvoorbeeld achter dat ik waarschijnlijk helemaal niet hetero ben. Ik ben, boven die seksshop, natuurlijk enorm heteronormatief opgegroeid. En ik zal vast onbewust ook gedacht hebben dat ik niet óók nog gay wilde zijn. Ik denk niet dat ik ooit bezig geweest ben met vragen als: op wie ben ík verliefd, waar houd ik van, wat vind ik belangrijk in een relatie? Ik wilde gewoon niet dat mijn partners bij me weggingen. Nu ben ik voor het eerst in mijn leven al bijna een halfjaar single. En denk ik na over hoe ík wil dat mijn weekend eruitziet.”

Ze wil nog één fragment laten zien. Verdrietig vertelt de Chinese moeder die haar kind verloor dat ze nooit rust zal kennen zolang ze haar kind niet gevonden heeft. Nu bekend is wat er misging, zegt de voice-over van Kelly-Qian van Binsbergen, is het tijd om aan herstel te gaan werken. „Voor onszelf, voor onze eerste moeders en voor de generaties na ons. Maar dat kunnen we niet alleen. Daarvoor is ook de hulp van de adoptieouders nodig.”

Naast de aftiteling verschijnen de fotoboeken in beeld die ze vond in het weeshuis waar ze vandaan komt. Fotoboeken van haar, en van vele anderen die door Nederlandse adoptieouders zijn geadopteerd in de jaren negentig. De namen op de ruggen van de albums zijn onherkenbaar gemaakt, op eentje na. ‘Schoof’, staat erop. De voice-over klinkt weer: „Minister-president Schoof, met de kennis van nu kunt u iets nieuws beginnen. Sluit het oude boek. Open een nieuw hoofdstuk. Voor herstel. Laten we koffie doen. En het samen fixen.”

Dat is heftig. Heb je hier van tevoren met Dick Schoof over gesproken?

„Ik heb de minister-president gevraagd om af te spreken en het erover te hebben. Hij heeft dit afgewezen. Zijn woordvoerder verwees ons door naar staatssecretaris Teun Struycken voor inhoudelijke vragen over adoptie, maar ook hij wilde niet met ons in gesprek. Dus dan maar zo. Ik heb deze scène wel vier keer gemonteerd, vier dagen lang. Maar ik móét dit zeggen.”

Weet hij dat je deze boeken gevonden hebt?

„Ik heb de foto’s aan zijn dochter gegeven, dus ik vermoed dat hij weet dat dit komt. Ze was er heel blij mee, want ze hád veel van die foto’s uit het weeshuis en van die eerste dagen met haar adoptieouders niet.”