Na veel blaffen lijkt in Ankara de tijd van bijten aangebroken. Onder grote binnenlandse politieke druk maakte de Turkse regering donderdagavond bekend alle handel met Israël stop te zetten. Het embargo is een reactie op „het bloedbad en de humanitaire ramp” in Gaza, schrijft de Turkse minister van Handel in een verklaring op X, en blijft van kracht totdat Israël „voldoende en ononderbroken humanitaire hulp toelaat” en akkoord gaat met een permanent staakt-het-vuren.
Turkije is de eerste belangrijke handelspartner van Israël die alle handel stopzet. Daarnaast maakte de Turkse minister van Buitenlandse Zaken op woensdag al bekend dat Turkije zich net als Colombia wil aansluiten bij de genocidezaak die Zuid-Afrika bij het Internationaal Gerechtshof (ICJ) heeft aangespannen tegen Israël. De formele aankondiging hiervan volgt „na de afronding van juridische teksten”, aldus de minister.
Dat de Turkse regering juist nu met deze vergaande en concrete stappen tegen Israël komt, heeft te maken met de uitslag van de lokale verkiezingen van 31 maart. De AKP van president Erdogan behaalde daarbij een historisch slecht resultaat. Dat kwam vooral door de economische crisis en nieuw leiderschap binnen de oppositie, maar Erdogan verloor ook stemmen omdat met name zijn eigen achterban wil dat hij harder optreedt tegen Israël.
‘Slager van Gaza’
Erdogans eerdere felheid tegen Israël was dan ook vooral retorisch. Zo noemde de Turkse president premier Netanyahu steevast ‘de slager van Gaza’ en beschreef hij Israël als „een terreurstaat”. Hamas-leden daarentegen prees de Turkse leider als verzetshelden en zijn ‘Palestijnse broeders.’ Ook organiseerde de AKP grote pro-Palestina rally’s en stond er op het Taksim-plein in hartje Istanbul maandenlang een kolossale tent waarop AI-gegeneerde beelden van gebombardeerde Palestijnse kinderen werden geprojecteerd.
Lees ook
Stemming laat zien: als de Turkse oppositie verandert, kan Turkije veranderen
Maar ondertussen ging de Turkse handel met Israël gestaag door. In 2023 exporteerde Turkije voor ruim 5 miljard euro aan Israël en importeerde het Israëlische producten ter waarde van bijna 1,5 miljard euro, aldus Reuters. Kritische Turkse media berichtten bovendien dat de import uit Israël na het begin van de oorlog in Gaza juist toenam en Turkije ook wapenonderdelen en ammunitie exporteerde.
Dit schrille contrast tussen retoriek en werkelijkheid maakte Erdogan kwetsbaar tijdens de verkiezingscampagne. Zijn campagnetoespraken werden onderbroken door conservatieve demonstranten die leuzen riepen als: ‘Handel met Israël is verraad van Palestina’. De kleine islamistische partij Yeniden Refah maakte het stopzetten van die handel speerpunt van haar campagne en wist twee provincies te veroveren op de AKP.
Hoezeer Erdogan hiervan geschrokken is, bleek direct na de verkiezingen. Op 9 april kondigde zijn regering al aan te zullen stoppen met de export aan Israël van 54 producten, waaronder staal en chemicaliën. Ondertussen draaien pro-AKP media op volle toeren om het narratief te keren. Zo berichtten ze al maanden dat de export het werk is van privébedrijven, niet de overheid, en bestemd is voor Palestijnen, niet Israëliërs. Ook verklaarde het Turkse staatsinstituut voor de statistiek dat Turkije alleen wapenonderdelen exporteerde voor „sport- en jachtdoeleinden”.
Chemicaliën voor Israël
Maar kritische journalisten, met name de in Duitsland woonachtige Metin Cihan, bleven de regering keer op keer in het hemd zetten. Zo berichtte Cihan dat een bedrijf in handen van Erdogans zoon zaken zou doen met Israël en zette hij vorige maand nog een document op X over de levering van chemicaliën door een Turks overheidsbedrijf aan een Israëlisch bedrijf dat volgens hem ook aan de IDF levert.
Dat dezelfde pro-AKP media die een maand geleden nog kopten dat „de handel met Israël een enorme leugen” zou zijn, nu triomfantelijk de beëindiging ervan aankondigen, is wat Cihan betreft reden genoeg de implementatie van het embargo scherp in de gaten te houden. „Ze hebben al zeven maanden tegen ons gelogen”, schreef de journalist donderdagavond. „Als er nu nog steeds leugens zijn, zullen we daar zeker achter komen.”