Al meteen op dag één van zijn presidentschap, op 20 januari, wil Donald Trump grijpen naar het politieke wapen van importheffingen. De president-in-spe kondigde dat maandag aan in een serie posts op zijn eigen socialemediaplatform Truth Social. Canada en Mexico krijgen een importheffing van 25 procent aan hun broek op álle producten die ze verkopen aan de VS. Alle Chinese goederen wil hij belasten met een „additionele” invoerheffing van 10 procent. Dit boven op bestaande tarieven voor China, die sinds Trumps eerste presidentschap op gemiddeld 19 procent liggen.
De invoerheffingen, schreef Trump, zijn voorwaardelijk. De heffingen op Canada en Mexico blijven van kracht zolang „drugs, vooral fentanyl, en (…) illegale vreemdelingen” via deze buurlanden de VS binnenkomen, schrijft Trump. Over China schrijft hij dat het land de drugshandel naar de VS moet aanpakken.
1
Komen die heffingen er echt?
Dat is niet zeker. Mogelijk zijn Trumps posts meer een dreigement dan een aankondiging. En kunnen de drie landen de heffingen alsnog afwenden als ze voldoen aan Trumps eisen. Welke concrete maatregelen Trump verlangt, is niet duidelijk.
Wat betreft Mexico spelen de thema’s migratie en drugs al decennia. Illegale migratie via Canada is pas de laatste jaren als thema opgerukt in de Amerikaanse politiek. Mensensmokkel via de noordgrens is ook aangekaart door de regering-Biden. Voor Trump blijkt het een aanleiding om de noorderbuur, die zijn eerdere importheffingen ontliep, nu opeens hard aan te pakken.
China, waarmee Trump in zijn eerste presidentschap (2017-2021) een handelsoorlog uitvocht, krijgt van Republikeinse én Democratische zijde het verwijt de grondstoffen te leveren van drugs die de VS binnenkomen. Over China schrijft Trump dat hem vanuit Beijing was beloofd dat drugssmokkelaars de doodstraf zouden krijgen. Dit zou China „nooit hebben opgevolgd”. Trump lijkt dus de doodstraf te eisen voor Chinese criminelen, al doet hij dit impliciet.
Trump is een transactioneel politicus, ook als het gaat om handelspolitiek. In 2018, tijdens zijn eerste presidentschap, dreigde hij de Europese Unie te treffen met invoerheffingen van 25 procent op auto’s. Maar toen toenmalig Europees Commissievoorzitter Jean-Claude Juncker beloofde meer Amerikaanse sojabonen en vloeibaar gas af te zullen nemen, waren de heffingen van de baan.
Of het in dit geval ook zo loopt, valt niet te voorspellen. Trump is behalve transactioneel ook grillig en moeilijk grijpbaar.
2
Komt deze aankondiging onverwacht?
Ja en nee. Trump is een man van „tariffs” (importheffingen). „Voor mij is dit het mooiste woord in het woordenboek”, zei hij in oktober tijdens de verkiezingscampagne. Buitenlandse regeringen herinneren zich de importheffingen die hij in zijn eerste ambtsperiode oplegde aan met name China.
Toch is het pakket waarmee hij maandag dreigde opvallend. Tijdens de chaotische campagne was Trump niet altijd even consistent over de invoerheffingen die hij voor ogen had, maar het vaakst zei Trump dit: op alle import van buitenlandse goederen – uit álle landen dus – zou een heffing komen van 20 procent (nu ligt dat tarief gemiddeld op ruim 2 procent). Import uit China zou een heffing krijgen van 60 procent (boven op het huidige gemiddelde van 19 procent).
Tot dusver legden Trump en zijn adviseurs de invoerheffingen niet zozeer uit als diplomatiek pressiemiddel, maar vooral als manier om Amerikaanse bedrijven en banen te beschermen tegen vermeende oneerlijke concurrentie (al legde Trump bij Mexico al wel de link met migratie). Daarnaast zijn importheffingen volgens Trumps adviseurs een manier om de grote belastingverlagingen die Trump heeft beloofd te financieren.
Dan helpt het niet als ze weer worden ingetrokken, zodra een land aan bepaalde politieke eisen voldoet, zoals Trump maandag suggereerde. Verschillende doelen lijken binnen het wereldje van Trump door elkaar te lopen.
Heffingen tegen andere landen zijn nog geenszins van de baan. Niet voor niets stonden dinsdag de aandelen van Europese autobouwers in de min: beleggers zijn bang dat ook de EU snel aan de beurt zal zijn.
3
Komt er een handelsoorlog?
Dat zou zomaar kunnen. In een handelsoorlog vergelden landen elkaars importheffingen (of andere protectionistische maatregelen) met eigen heffingen, waarbij een patroon van escalatie optreedt. Dit gebeurde onder ‘Trump 1’ met China. Het Amerikaanse gemiddelde importtarief op Chinese goederen nam toe van ruim 3 naar ruim 19 procent, vice versa steeg het tarief van 8 naar 21 procent. De EU werd, net als andere handelspartners van de VS, getroffen door heffingen op staal en aluminium, en sloeg terug met importheffingen op onder meer Harley Davidson-motoren, en bourbon (Amerikaanse whisky). De maatregelen werden onder Biden verzacht, de EU-contraheffingen vervolgens opgeschort.
Maandag liet China bij monde van zijn ambassade in Washington weten te hechten aan de „economische en handelssamenwerking” met de VS, die beide landen ten goede zou komen. „Niemand zal een handels- of tarievenoorlog winnen”, aldus de Chinese ambassade volgens persbureaus.
Mexico lijkt scenario’s in de kast te hebben liggen voor vergelding. „Als jij mij treft met heffingen van 25 procent, dan moet ik wel reageren met [eigen] heffingen”, zei Marcelo Ebrard, de Mexicaanse minister van Economische Zaken, deze maand in een radio-interview, zo schrijft The New York Times.
Het zou het de facto einde betekenen van het vrijhandelsakkoord van de VS, Mexico en Canada, dat al drie decennia van kracht is. Handelsketens zijn tussen de landen sterk geïntegreerd, bijvoorbeeld in de auto-industrie. Een handelsoorlog zou burgers en bedrijven in alle drie de betrokken landen pijn doen: zij draaien voor de tarieven op, in de vorm van duurdere halffabrikaten en eindproducten. Mexico en Canada zijn zeer afhankelijk van hun belangrijkste handelspartner, de VS. Voor de VS is Canada de belangrijkste afzetmarkt, gevolgd door de EU, Mexico en China.