
Als een mokerslag zijn de verhoogde Amerikaanse importtarieven aangekomen in Zuidoost-Aziatische landen zoals Vietnam, Cambodja en Laos – de meeste van hen zijn verenigd in het regionale samenwerkingsverband ASEAN. Vooral toen in het weekend bleek dat Trump ook na grote verliezen op de Amerikaanse aandelenbeurzen niet van plan lijkt zijn koers te wijzigen.
„De grootste importeur van de wereld heeft een bordje op zijn deur gehangen: ‘Closed for business’”, aldus Stephen Olson, onderzoeker verbonden aan het Singaporese ISEAS-instituut, aan het Japanse nieuwsmedium Nikkei Asia. Maandag doken Aziatische aandelenkoersen verder naar beneden.
Hij richt zich duidelijk op de landen die nauwe banden hebben met China, het land dat hij ziet als zijn grootste vijand
Voor de ASEAN-landen zijn de heffingen, als die doorgezet worden, een catastrofe. Er heerst vrees en verwarring, want afgezien van de onnavolgbare berekeningen lijkt ook de geopolitieke logica totaal te ontbreken. „Trump denkt dat hij de handelsrelaties eerlijker maakt”, zegt de Maleisisch-Amerikaanse econoom Woo Wing tegen het Singaporese nieuwsmedium CNA. „Hij richt zich duidelijk op de landen die nauwe banden hebben met China, het land dat hij ziet als zijn grootste vijand.” Ook de landen die zich de laatste jaren nadrukkelijk bij de VS als alternatief voor China aanboden, zoals Vietnam, hebben hoge heffingen opgelegd gekregen. Woo Wing verwacht dat de heffingen de Zuidoost-Aziatische bondgenoten juist in de armen jagen van China.
Sinds 2014 zagen de Verenigde Staten met lede ogen aan hoe China militair en economisch in met name Zuidoost-Azië steeds dominanter werd. De VS haalden de banden aan met bondgenoten, zoals Thailand, Vietnam en de Filippijnen. Mede hierdoor hebben Zuidoost-Aziatische landen zich de afgelopen jaren ontwikkeld als productiecentra voor westerse bedrijven die allerlei goederen maken. Ook dat lijkt een reden voor Trump om hoge heffingen op te leggen.
Zo boden Vietnam, Laos en Cambodja zich met goedkope arbeid en soepele regels aan als aantrekkelijk alternatief voor China, dat voor het westen steeds geslotener werd. Vietnam, Thailand en Maleisië maakten economische groei door, investeerden in arbeid en scholing, waardoor de levensstandaard in deze landen omhoog ging.
De Zuidoost-Aziatische landen hebben weinig verweer tegen de torenhoge importtarieven. Cambodja krijgt 49 procent voor haar kiezen, Laos 48 procent, Vietnam 46 procent, Thailand 36 procent en Indonesië 32 procent. Trump heeft het over een correctie van de import-exportbalans.
Profiteren van lage lonen
Amerikaanse bedrijven en consumenten profiteren tot nu toe in deze regio volop van de lage lonen. En andersom accepteerden de Zuidoost-Aziatische landen de lage lonen in ruil voor economische ontwikkeling. Maar juist omdat de lonen laag zijn, is het onmogelijk voor deze landen om evenveel uit de VS te importeren.
Vooral voor Vietnam kan de opgelegde importheffing economische malaise veroorzaken. De communistische eenpartijstaat is geen vriend van China en heeft sinds de jaren negentig geïnvesteerd in goede banden met het westen. 30 procent van alle export gaat naar de VS. Als dat zou wegvallen, is de klap enorm. Investeringen zullen uitblijven. „Vietnam kan nog proberen om meer af te nemen van Boeing en Lockheed Martin, maar verder is de onderhandelingspositie slecht”, schrijft econoom Trinh Nguyen voor Nikkei Asia.
Vrijdag bood de Vietnamese leider To Lam aan om de Vietnamese heffingen op Amerikaanse producten helemaal te schrappen in ruil voor herziening van de opgelegde Amerikaanse tarieven. Of Trump op dat aanbod in zal gaan, is nog onduidelijk.
Cambodja krijgt samen met Laos de hoogste tarieven voor haar kiezen. Dit lijkt een politieke keuze, een afstraffing, omdat deze landen financieel – en daardoor politiek – zeer afhankelijk zijn van China. Hoewel de Amerikaanse invloed op Cambodja al tanende was, exporteert Cambodja nog altijd zo’n tien miljard dollar aan met name schoenen en kleding naar de VS. Het land importeerde in 2023 slechts voor 264 miljoen dollar. Dit gat in de handelsbalans kan het land nooit dichten.
Casey Barnett, de president van de Amerikaanse Kamer van Koophandel in Cambodja, moedigde het land aan om een telefoontje met Trump te plegen. „Cambodja kan haar tarieven verlagen en een abonnement op Starlink nemen”, zei hij afgelopen week tegen de staatskrant Khmer Times. „Maar veel meer kan het land niet doen”, moest hij toegeven. „Behalve dan een uitnodiging voor de marinebasis Ream.”
Cambodja wordt geleid door Hun Manet, zoon van dictator Hun Sen. De familie voert al sinds 1985 een schrikbewind en heeft nauwe banden met China. Zondag werd de nieuwe marinebasis Ream, betaald door China, geopend. Tot nu toe probeerde de VS naast handelscontacten via soft power, bijvoorbeeld via hulporganisatie USAID en steun aan democratische krachten, westersgezinde contacten in het land warm te houden. Maar onder Trump zijn deze activiteiten stilgelegd.
Terugslaan is geen optie
Ook Indonesië wil bij Trump langs gaan om te onderhandelen over de heffingen. De VS is na China een belangrijk exportland. Er is angst dat honderdduizenden Indonesiërs hun werk zullen kwijtraken.
Singapore en de Filippijnen zijn vergeleken met hun buurlanden milder getroffen. De Filippijnen zijn een belangrijke bondgenoot in de strijd tegen de Chinese militaire agressie in de Zuid-Chinese Zee. Het is niet duidelijk waarom de tarieven voor Singapore relatief laag zijn (10 procent). De stadstaat is een belangrijk regionaal financieel knooppunt. Er zijn nauwe banden met China, maar evenals de Filipijnen is het land een belangrijke bondgenoot van de VS. Door zijn positie als financieel knooppunt is het land meer dan omringende landen gevoelig voor een stagnerende wereldhandel. Een tegenoffensief met verhoging van tarieven voor de VS zoals China nu doet, is voor Zuidoost-Aziatische landen geen reële optie. De landen hopen op onderhandelingsruimte en zullen inzetten op diversificatie van handelsrelaties. Daarbij willen ze – gezien de grillige aard van Trump – afwachten. Bovendien is verplaatsing van productiecapaciteit niet op korte termijn haalbaar.
Als je het mondiaal bekijkt, zijn we nu een van de meest vreedzame gebieden
Donderdag komen de ASEAN-landen bijeen. De meeste van hen willen er alles aan doen om niet te afhankelijk te worden van China. Mogelijk zullen de leiders van ASEAN zich meer gaan richten op de EU en het Midden-Oosten als handelsblokken, naast de al bestaande handel met de rijkere, omringende landen zoals Japan, Australië en Zuid-Korea, verwachten analisten. Ook zou de situatie kunnen leiden tot betere banden binnen ASEAN. De huidige voorzitter, de Maleisische premier Anwar Ibrahim, riep dit weekend al op tot onderlinge solidariteit. „ASEAN heeft 640 miljoen inwoners, dat is onze economische kracht. Daarbij zijn we, als je het mondiaal bekijkt, nu een van de meest vreedzame gebieden.”
