Trumps frustratie over het uitblijven van handelsdeals richt zich nu vol op Europa

De onvoorspelbaarheid van Donald Trump kent geen grenzen. In de vroegte van de Amerikaanse vrijdagochtend dreigde de Amerikaanse president Trump volslagen onverwacht met het verhogen van invoerheffingen op producten uit de EU tot 50 procent. Op producten uit landen die de VS tot voor kort als bondgenoot beschouwden zouden daardoor hogere invoerheffingen betaald moeten worden dan voor producten uit China, waarvoor Trump eerder deze maand het invoertarief verlaagde naar 30 procent.

Trump bracht, zoals vaker, zijn dreigement naar buiten via het sociale medium Truth Social, waarop hij een tirade tegen Europa afstak. Hij zegt daarin dat de onderhandelingen met de EU „op niks uitlopen”. Hij komt terug op zijn al eerder geuite grieven dat de EU volgens hem is „opgericht met als belangrijkste doel misbruik te maken van de Verenigde Staten” op handelsgebied. Trump wijst daarbij onder meer op „sterke handelsbarrières, belachelijke bedrijfsboetes en oneerlijke en onrechtvaardige rechtszaken tegen Amerikaanse bedrijven” van de EU. En zoals zo vaak klaagt hij weer over het „totaal onacceptabel” hoge handelstekort van de VS met de EU.

Trump voert zo de druk in de onderhandelingen op, wederom buiten de gebruikelijke diplomatieke kanalen. Hoewel er ook in EU-kringen scepsis bestond of onderhandelingen uiteindelijk tot resultaat zouden leiden, leken er geen signalen te zijn dat de gesprekken tussen de EU en de VS zo snel zouden escaleren.

Rode lijnen

Op aandringen van de VS hadden de EU-onderhandelaars eerder deze week een document naar de Amerikaanse tegenhangers gezet met Europese voorstellen voor een akkoord. Daarin drong de EU voor aan om alle heffingen op industriële producten naar nul terug te brengen als de Amerikanen dat aan hun kant ook zouden doen. Dat zou ook voor een deel van de landbouwproducten moeten gelden.

Maar de EU gaf ook enkele rode lijnen aan. Er zou niet getornd worden aan veiligheids- en gezondheidsregels in de EU. Ook digitale belastingen, een doorn in het oog van de regering-Trump, zouden niet ter discussie gesteld worden. Net zo min als de btw die Europese landen heffen, een belasting die door Trump als een invoerheffing wordt opgevat.

Optimisten in Brussel dachten nog dat die uitwisseling van documenten de onderhandelingen op gang zouden kunnen brengen. Met het uitstellen van importheffingen op Amerikaanse kreeft hoopte de EU bovendien een teken van goede wil te geven.

Wel schemerde ook al in Brussel door dat de Amerikaanse handelsgezant Jamieson Greer deze vrijdag aan de Europese Commissaris Mario Sefcovic te kennen zou geven dat de Amerikanen deze voorstellen te kort vinden schieten. De twee zouden elkaar volgende week in Parijs treffen, het is nog onduidelijk of die gesprekken door zullen gaan.

Trump lijkt van Europa nu juist een voorbeeld te willen maken voor de rest van de wereld. De boodschap: als hij vindt dat er te weinig wordt bewogen in onderhandelingen, zal hij niet schromen dat te bestraffen.

De pauzeperiode van negentig dagen die Trump heeft vergund aan ruim zestig landen, waarin onderhandeld kan worden over de torenhoge importheffingen die hij ze een week daarvoor oplegde, is dit weekend voor de helft verstreken. Importheffingen die opliepen van 10 procent voor producten uit landen als het Verenigd Koninkrijk en Australië, 24 procent voor de Europese Unie en Japan tot 46 en 49 procent voor opkomende economieën als Vietnam en Cambodja. Tot 8 juli zijn die invoerheffingen teruggebracht tot een standaardtarief van 10 procent. Vanaf 1 juni voor de EU-landen dus niet meer.

In de luren

Had Europa dit kunnen zien aankomen? Na de bijeenkomst van de ministers van Financiën van de G7 deze week in Banff in de Canadese Rocky Mountains moet de mededeling van Trump als een klap zijn gekomen. Met de Canadese voorzitter, het Verenigd Koninkrijk en Japan hadden de ministers van Financiën van EU-landen Frankrijk, Duitsland en Italië en EU-commissaris Valdis Dombrovskis nog zo geprobeerd om het hun Amerikaanse collega Scott Bessent zo veel mogelijk naar de zin te maken.

Trump mag dan graag benadrukken dat hij ‘tariffs’ het mooiste woord in het woordenboek vindt, Bessent en zijn zes collega’s slaagden erin om het beladen woord buiten het slotcommuniqué van hun topconferentie te houden. En dat terwijl productie- en bevoorradingsketens van bedrijven en internationale handel in de afgelopen maanden al ernstig verstoord zijn geraakt door de importheffingen die de VS andere landen, inclusief de bondgenoten, hebben opgelegd. Daarnaast zijn de financiële markten er buitengewoon onrustig door geworden.

In dat slotcommuniqué in Banff komen de ministers van VS, Canada, Frankrijk, Duitsland, Italië, het Verenigd Koninkrijk en Japan na twee dagen vergaderen tot de gezamenlijke belofte dat ze buitensporige economische onevenwichtigheden zullen bestrijden. Zonder China expliciet te noemen doelden ze daarmee op de manier waarop dat land met zijn exportgedreven model, staatssteun en door beïnvloeding van de wisselkoers van de yuan de eigen economie stimuleert. Veelzeggend lieten de zeven ministers deze week hun gebruikelijke referenties aan de voordelen van vrijhandel weg. Net als alles dat riekt naar afspraken om klimaatverandering te bestrijden of samenwerking op belastinggebied.

Dit was duidelijk bedoeld om het humeur van de Amerikaanse minister Bessent en daarmee zijn president niet te verpesten. Ook werd vermeden aan te duiden dat de VS zelf door het enorme begrotingstekort en de hoge staatsschuld zelf bijdragen aan de mondiale evenwichtigheden. Die stuwen de Amerikaanse vraag naar producten en daarmee de handelstekorten alleen maar op.

Bessent gaf – vrij ongebruikelijk – geen persconferentie na of tijdens de top. Hij zei alleen tegen het Franse persbureau AFP dat er volgens hem geen majeure verschillen van inzicht waren. „Ik denk dat de bijeenkomst uitstekend is verlopen.”

Francois-Philippe Champagne, minister van Financiën van Canada, dat dit jaar voorzitter is van de G7, zei op de afsluitende persconferentie, dat hij en zijn collega’s niet om het onderwerp heffingen „hadden heen geschaatst” en de impact ervan wel degelijk hadden besproken. „Wij proberen om groei en stabiliteit te vergroten en het is duidelijk dat je dan niet kan vermijden om over heffingen te praten.”

De inkt van dat slotcommuniqué was nog niet droog of Trump kwam met zijn post op Truth Social, waarvan het de vraag is of Bessent die heeft zien aankomen. Is hij niet zo verrast of heeft hij zijn collega-ministers in de luren gelegd?

De frustratie van Trump

Dat Trump gefrustreerd is, kan echter geen verrassing zijn. Sinds 9 april heeft hij nog weinig deals kunnen sluiten, ondanks dat in de eerste weken ministers uit vooral Aziatische landen als Japan, Zuid-Korea en Vietnam zich naar Washington DC spoedden om bij Amerikaanse onderhandelaars uit te zoeken hoe ze de regering van Trump konden plezieren. Sindsdien is het relatief stil geworden en lijkt er weinig vooruitgang geboekt.

De regering-Trump heeft alleen eerste afspraken met het Verenigd Koninkrijk en met China kunnen maken. Op de zondag voor de G7 dreigde Bessent in een televisie-interview nog dat alle landen die niet opschieten de veel hogere heffingen alsnog krijgen opgelegd.

Overeenkomsten zijn een groot woord voor de deals met het Verenigd Koninkrijk en China die de regering Trump met enige bombarie vierde. In het geval van China werden de meest draconische heffingen, die inmiddels tot 145 procent waren opgelopen, ingetrokken. Maar met een pakket van heffingen die al in de eerste termijn van Trump, onder zijn opvolger Biden en nu weer sinds dit jaar zijn doorgevoerd, is de gemiddelde heffing op Chinese producten nog steeds 51 procent, becijferde denktank Peterson Institute. De belangrijkste verworvenheid van de gesprekken die Scott Bessent met de Chinese premier He Lifeng voerde, is dat de twee grootste economieën van de wereld weer met elkaar in gesprek zijn.

Akkoord met het VK

De met een persconferentie gevierde overeenkomst met het Verenigd Koninkrijk was ook vooral een overeenkomst op hoofdpunten. Opvallend is dat de Britse regering, hoewel het land als een van de weinige een handelstekort heeft met de VS, een basisinvoerheffing van 10 procent heeft geaccepteerd.

De Britten beschouwen het als vooruitgang dat in verdere gesprekken zal worden ingevuld hoe Brits staal onder een heffing van 25 procent uit kan komen en het invoertarief voor de eerste 100.000 Britse auto’s per jaar verlaagd kan worden naar 10 procent. De VS zouden makkelijker ethanol en rundvlees naar de Britten kunnen exporteren, al bleef onduidelijk of er niet een uitsluiting zou blijven voor vlees van vee dat met hormonen is behandeld.

Met argusogen kijken andere landen naar de afspraken die het Verenigd Koninkrijk met Trump en zijn ministers heeft gemaakt. Uit deze eerste afspraken hebben andere landen nog steeds moeite op te maken wat de regering-Trump daadwerkelijk beoogt met de heffingen.

Weinig handvatten

Voor onderhandelaars van andere landen gaven deze overeenkomsten nog weinig handvatten. Al vanaf zijn verkiezingscampagne koppelt de Amerikaanse president verschillende doelstellingen aan heffingen, die tegenstrijdig zijn en niet samengaan. Zo wil hij er hoge opbrengsten voor de schatkist mee binnenhalen, zodat de belastingen voor Amerikanen flink omlaag kunnen. Daarbij gaat hij ervan uit dat buitenlandse bedrijven de kosten dragen, terwijl doorgaans de importerende bedrijven voor de kosten opdraaien en moeten besluiten of ze die aan Amerikaanse consumenten doorrekenen. Die zijn na jaren van hoge inflatie niet blij met nieuwe prijsverhogingen.

Ook wil Trump industrie terughalen naar de VS, zo zegt hij steeds. Maar als dat succesvol is, dan zullen de VS minder importeren en zullen de inkomsten uit heffingen voor de schatkist juist veel minder zijn. Dat geldt ook bij de poging om handelstekorten terug te dringen, door via heffingen Amerikaanse producten concurrerender te krijgen. Daardoor gaat de invoer juist omlaag, en dus ook de inkomsten voor de schatkist uit heffingen.

Japan en EU

Trump en zijn regering lijken nu vooral in te zetten op het succesvol afronden van gesprekken met Aziatische landen. Zijn minister Bessent gaf al eerder te kennen dat hij snel een deal met India verwachtte. Over de gesprekken met Japan toonden hij en ook Trump zich deze week optimistisch.

De Japanse premier Shigeru Ishiba sprak donderdag drie kwartier met Trump aan de telefoon en zei dat ze allebei hopen nader tot elkaar te komen op handelsgebied tijdens de G7-top in Canada. Japan zet vooral in op afschaffing van de heffingen op staal en auto’s, waar de Japanse industrie zeer gevoelig voor is. De Amerikanen zouden daar nog weinig voor voelen. Japan heeft aangeboden meer samen te werken in scheepsbouw, minder strenge eisen te stellen aan Amerikaanse auto’s en de invoer van soja en maïs te verhogen. Maar het is de vraag of Amerikanen dat voldoende vinden, al is de toon tegen Tokyo tot dusverre vriendelijker dan tegen de Europeanen. Ook hier kan er nog veel mislopen.

Financiële markten

Zoals altijd zal onpeilbaar zijn hoe Trump de komende weken reageert op signalen van Amerikaanse consumenten en van de financiële markten. Winkelketens als Walmart hebben al aangegeven dat ze prijsverhogingen overwegen, doordat vooral hun inkoop uit China veel duurder is geworden. Het leidde tot de uitbarsting van Trump ‘Eat it’ tegen de grote keten – ook op Truth Social – waarbij hij aangaf dat Walmart volgens hem best minder winst kan maken en op zijn winstmarges moet inleveren.

Toch zijn prijsverhogingen in de VS al zichtbaar en verwachten veel economen dat die in de komende weken door zullen gaan. Economen van het Yale Budget Lab berekenden dat met de huidige stand van de invoerheffingen het gemiddelde Amerikaanse huishouden er nog altijd 2.800 dollar op achteruit zal gaan. Op morrende consumenten en kiezers zit Trump niet te wachten.

Bovendien heeft hij zich al eerder in de handelsoorlog gevoelig getoond voor forse dalingen op de financiële markten en gelastte hij daarom op 9 april de onderhandelingspauze waarbij de heffingen werden teruggebracht naar 10 procent. Op vrijdagmiddag zette zowel op de Amerikaanse en Europese beurzen een forse daling in. Als die zich volgende week voortzet, zou dat bij de onvoorspelbare Trump weer tot een kentering kunnen leiden. Deze week was de markt voor Amerikaanse staatsobligaties al uitermate wiebelig, nadat het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden een door Trump bejubelde begroting vol belastingverlagingen had aangenomen die het begrotingstekort verder zullen opjagen. De invloedrijke obligatie-expert George Saravelos van Deutsche Bank waarschuwde vrijdagmiddag in een email al direct dat deze nieuwe heffingsverhogingen voor Europese producten, bovenop de begrotingsproblemen, buitenlandse beleggers nog afkeriger zou maken van de Amerikaanse staatsobligaties en de dollar. Het is dus afwachten of Trump wederom gevoelig is voor een verdere stijging van de Amerikaanse rente en daling van de dollar. Houd Truth Social volgende week goed in de gaten.