Dit moet een grote week worden in de Verenigde Staten van Donald Trump. Voor woensdag heeft hij een Bevrijdingsdag – ‘Liberation Day’ – aangekondigd. Dan wil hij een hele reeks van terugpak-tarieven aankondigen. Want Trump vindt dat andere landen, van China tot EU, van Canada tot Zuid-Korea, van Mexico tot Japan, zijn Amerika jarenlang ernstig benadeeld hebben.
Direct op 20 januari, de dag van zijn aantreden, heeft Trump in een decreet onderzoeken gelast door de ministeries van Financiën en van Handel naar alle activiteiten waarmee andere landen de export van de VS belemmeren en het Amerikaanse bedrijven dus lastig maken. Van de „oneerlijke BTW” die Europese landen volgens hem heffen tot manipulatie van valutakoersen door landen als China en dump-praktijken waarbij overschotten aan producten met kunstmatig lage prijzen op andere markten worden gebracht. Zelfs Europese regels als de Digital Services Act en de Digital Services Taxes, bedoeld om techgiganten in toom te houden en te belasten, zouden volgens Trump oneerlijk zijn en vergelding behoeven.
De deadline voor die onderzoeken is dinsdag 1 april. Direct de volgende dag wil Trump al tarieven laten ingaan die het stempel ‘wederkerig’ hebben gekregen. Dat impliceert dat hij een gelijk speelveld wil creëren: oog om oog, tand om tand, zoals hij het zelf in zijn campagne noemde.
De doelen van Trump
Maar ook nu is de vraag wat het werkelijke doel van Trump met tarieven is. Gebruikt hij ze enkel als onderhandelingsinstrument om op een later moment een belangrijker deal te sluiten? Wil hij de Amerikaanse industrie ermee steunen en meer fabrieken naar de VS halen? Of ziet hij tarieven als inkomstenbron voor de Amerikaanse schatkist en moeten hogere tarieven belastingverlaging mogelijk maken?
In ieder geval is Trump ongeduldig. Afgelopen woensdag kondigde hij plotseling al tarieven van 25 procent aan op alle niet in de VS geproduceerde auto’s en auto-onderdelen. Over tarieven op auto’s had Trump al meermaals gesproken sinds zijn inauguratie, de enige verrassing was dat hij niet meer had gewacht tot ‘Bevrijdingsdag’. Dat hoefde hij juridisch gezien ook niet, omdat de tarieven gebaseerd zijn op een onderzoek dat hij tijdens zijn eerste termijn in 2019 al had gelast.
Trump heeft ook al vaker gedreigd met tarieven op halfgeleiders, medicijnen hout en koper. Nu hij bij de auto’s duidelijk heeft gemaakt dat hij die dreigementen waarmaakt, lijken ook voor die sectoren de tarieven onontkoombaar. Ook al hebben meerdere fabrikanten van halfgeleiders en van medicijnen investeringen in fabrieken in de VS aangekondigd, de tarieven lijken ze niet te kunnen vermijden. De wereld kan zich hoe dan ook opmaken voor een intensivering van de handelsoorlog. En zelf beslissen hoe daarop te reageren.
Effecten
Afhankelijk van de maatregelen die Trump deze week aankondigt, kunnen de effecten voor Europa en de rest van de wereld groot zijn. Als alle producten die naar de VS worden verscheept duurder worden, zullen Amerikanen op zijn best minder van die producten kopen en op zijn slechtst op zoek gaan naar nationale alternatieven. Instituten als het Centraal Planbureau en de economen van grote banken hebben verschillende berekeningen gemaakt, maar de grote gemene deler is helder: de heffingen van Trump gaan economisch pijn doen en jagen de inflatie in Europa én in de VS verder op.
Economen van het Peterson Institute rekenden uit dat zelfs zonder Europese tegenheffingen de Amerikaanse én de Europese economie minder hard groeien en een hogere inflatie krijgen dankzij de importheffingen. Op korte termijn levert Amerika 0,1 procentpunt groei in, Europa gemiddeld 0,2. Reageert Europa wel met vergeldende tarieven, dan is de schade aan beide zijden van de Atlantische oceaan groter: respectievelijk 0,25 procentpunt minder bbp-groei voor de VS en tot 0,5 voor Europa. Rabobank becijferde een gemiddelde heffing van 5 procent en een algemeen tarief van 25 procent op alles en zag de groei in Europa daardoor met 0,2 respectievelijk 0,5 procentpunt afnemen. De inflatie zou de komende jaren met een extra 0,5 tot 1 procentpunt toenemen.
Vergelding
Trumps ‘Bevrijdingsdag’ zou ook de geschiedenis in kunnen gaan als de ‘Dag van de Oorlogsverklaring’, omdat hij er een handelsoorlog mee zal ontketenen. Het is algemeen bekend dat vrijhandel uiteindelijk voor alle partijen economisch gezien beter is dan handelsbeperkende maatregelen. Ook in het geval-Trump geldt in de redenering van economen dus dat hoe beperkter de oorlog gevoerd wordt, des te beter dat economisch gezien is. Langs die lijn geredeneerd moeten Europa, Canada en andere getroffen landen op hun handen blijven zitten. Niets terugdoen kost het minst.
Maar de economische realiteit verhoudt zich slecht tot de geopolitieke. Wie een klap krijgt, wil terugslaan. Al was het maar om tijdens onderhandelingen niet als de zwakste partij aan tafel te hoeven schuiven of nieuwe klappen op te lopen, omdat de regering-Trump denkt die zonder weerwerk te kunnen uitdelen. „De EU is opgericht om de Verenigde Staten te naaien”, heeft Trump in de afgelopen maanden gezegd. Hij zou de EU het liefst willen breken, zo wordt voorondersteld, en via verdeel en heers met individuele Europese landen onderhandelen.
Zowel de EU als andere landen hebben bij herhaling aangekondigd dat ze Amerikaanse tarieven beantwoorden met handelsbeperkingen voor Amerikaanse producten. Trump heeft ook in de voorbije week gezegd dat hij zijn tarieven dan alleen maar verder zal verhogen. Escalatie ligt op de loer.
Dat EU-lidstaten het menen, hebben ze ook al laten zien. Toen de VS eerder in maart een tarief van 25 procent op staal en aluminium instelde, maakte de EU snel een lange lijst van typisch Amerikaanse producten met een exportwaarde van 26 miljard dollar bekend waarop vanaf april tarieven zullen worden geheven. Wel heeft de EU de invoering daarvan met twee weken vertraagd. Niet duidelijk is of dat uitstel bedoeld is om ruimte te geven voor onderhandelingen, of dat de uitvoering aan de grenzen meer voorbereidingstijd behoeft.

Ook na de aankondiging van tarieven op auto’s en onderdelen was het antwoord van de EU helder. „Tarieven zijn belastingen, slecht voor bedrijven en nog slechter voor consumenten in zowel de VS als de EU”, stelde de Commissie in een verklaring. Ze kondigde daarin aan dat de EU eerst de impact van Trumps nieuwe tarieven zal beoordelen, maar daarna zal terugslaan. Dat zal waarschijnlijk dus niet direct op 2 april zijn, maar iets later. Mogelijk ook om in te kunnen schatten waar Trump nog meer mee komt.
De EU heeft nog een arsenaal van maatregelen achter de hand. Dat hoeven niet importheffingen te zijn op nog meer Amerikaanse goederen, al is daar ook nog ruimte voor met bijvoorbeeld heffingen op vliegtuigen (Boeing), medicijnen en chemicaliën. De EU kan de VS ook aanpakken op het gebied waar de Amerikanen een handelsoverschot hebben met Europa: diensten. Bijvoorbeeld door overheidscontracten niet meer te gunnen aan Amerikaanse technologiebedrijven, via heffingen op inkomsten uit software-updates en streaming of het opschorten van intellectueel-eigendomsrechten.
Daarnaast heeft de EU nog een zogenoemde ‘Handelsbazooka’ in de vorm van een antidwanginstrument. Daarmee kan de EU ook de activiteiten van Amerikaanse banken beperken of patenten intrekken. Het installeren van dit vergeldingsmiddel vergt echter tijd, al was het maar omdat er twee keer een tweederdemeerderheid van de lidstaten voor nodig is.
Terugslaan is effectiever
Uit een analyse van de Rabobank blijkt dat het technisch gezien makkelijker is voor Europa om terug te slaan dan om aan een slepend onderhandelingsproces over een nieuw handelsakkoord te beginnen. Dat laatste duurt jaren en heeft alleen zin als de VS bereid zijn in die periode de heffingen uit te stellen. Dat is onwaarschijnlijk, omdat Trump de opbrengst van de heffingen nodig heeft voor zijn lastenverlichtingen.
Zo ontstaat dus een extra prikkel om – ondanks de extra economische pijn die dat in Europa doet – snel en pragmatisch terug te slaan. Maar zelfs dan zal het tijd kosten om te vergelden: Europa wil tegenmaatregelen namelijk, in tegenstelling tot Trump, wél in lijn doen met de geldende regels van de Wereldhandelsorganisatie.
Omdat zowel de Amerikanen als de tegenstrevers in Europa en Azië niet direct op 2 april hun kaarten op tafel zullen leggen, zal de onzekerheid rond tarieven ook op ‘Bevrijdingsdag’ nog niet verdwijnen. Eerder zal het gebakkelei voor de bühne en onderhandelingen achter de schermen opleveren, waarbij iedereen alleen maar kan gokken over de uitkomst.
En dus zullen bedrijven blijven wachten met hun investeringen tot ze meer duidelijkheid hebben hoe de tarieven uitpakken en of hun producten getroffen worden. Al die onzekerheid zal alleen maar meer schade toebrengen aan de economie van alle in deze handelsstrijd betrokken landen. Een schade die misschien nog wel groter is dan die van de tarieven zelf.
