Toen de Republikeinse president Reagan het in 1984 opnam tegen zijn Democratische uitdager Walter Mondale, stegen de aandelenkoersen in de drie maanden voorafgaand aan de verkiezingsdag. Reagan, de zittende macht, won. In 2016 kampte Hillary Clinton, namens de Democraten waar president Barack Obama twee termijnen president voor was geweest, met dalende koersen op Wall Street. Zij, de zittende macht, verloor van uitdager Donald Trump.
Zo gaat het heel vaak, stelde de Amerikaanse beurs Nasdaq op basis van onderzoek. Sinds in 1933 de Democratische presidentskandidaat Roosevelt werd ingezworen, daalden de koersen in 83 procent van de gevallen vooraf wanneer de zittende partij verloor, en stegen ze als de zittende partij won. Is daar wat aan af te lezen? Vast wel, maar dus niet in alle gevallen.
Sinds Reagan ging het principe waar Nasdaq op wijst in maar liefst negen achtereenvolgende verkiezingen op. Tot aan de verkiezingsstrijd tussen de zittende Trump en de uitdager Biden vier jaar geleden. De koersen stegen, Trump verloor toch – al dacht hij daar zelf anders over.
Los van die ene afwijking van het Nasdaq-principe vier jaar geleden, zouden aanhangers van Kamala Harris enige hoop kunnen ontlenen aan de beurskoersen van vandaag. Tot nu toe zijn die sinds begin augustus – drie maanden voor de verkiezingen van 4 november, flink gestegen. Maar kan je ervan op aan?
In opiniepeilingen ligt Harris nu licht voor. Websites die verschillende opiniepeilingen bijhouden, zoals 538 of RealClearPolling, zien een voorsprong voor Harris van een procentpunt of twee, drie op tegenstander Donald Trump. Ook op goksites, waar binnen de VS sinds een rechterlijke uitspraak vorige maand mag worden ingezet op politieke gebeurtenissen (daarbuiten kan dat al jaren), wijzen de ‘odds’ (uitbetalingsratio’s) voor Harris op een voorsprong op Trump. En hetzelfde beeld zie je bij de wat oudere, relatief besloten – en dus al toegestane – ‘verkiezingsmarkten’ als Predictit of de Iowa Electronic Market, waar kan worden gehandeld in de kansen van presidentskandidaten.
Maar wat zeggen deze markten? Er zou hier, in theorie, sprake kunnen zijn van wat the wisdom of the crowd wordt genoemd: het idee dat een grote groep mensen in staat is tot betere resultaten dan die van de afzonderlijke individuen. In dat geval zou je dit soort markten serieus moeten nemen. Maar een voorwaarde voor deze ‘wijsheid van de massa’ is dat de individuen elkaar niet beïnvloeden. En dat is hier wel degelijk het geval. De indruk bestaat dat de peilingen een behoorlijke invloed uitoefenen op de koersen. En dat maakt ze meer tot een echokamer dan een afzonderlijke bron van informatie.
Gaat dat ook op voor de beurzen? De Amerikaanse beleggingsreus Fidelity zocht uit dat de uitslag van de verkiezingen in de periode erna geen tot weinig verschil laat zien tussen een Democratische of Republikeinse uitkomst – er zijn tenslotte wel meer externe invloeden op de koersen dan de politieke kleur van het Witte Huis. Maar één ding valt wel op: een verdeeld Congres, waarbij een ándere partij in de Senaat een meerderheid heeft dan in het Huis van Afgevaardigden, geeft de beste resultaten op de beurs. Beleggers geven kennelijk de voorkeur aan de relatieve beleidsrust die bij zo’n verdeeld Congres komt kijken.
Wie er wint, laat beleggers dus grotendeels koud. En dat werpt misschien een ander licht op de beurskoersen voorafgaand aan de verkiezingen. Zoals gezegd: stijgende koersen wijzen vaak op een zege voor de zittende partij, dalende op een overwinning voor de uitdager. De beurzen lijken voorafgaand aan de verkiezingsdag simpelweg een weergave van de stemming over de economie.
Is er dan geen enkele reactie bij aandelen? Wel, er is één aandeel dat de peilingen de laatste tijd vrij goed volgt. Begin dit jaar werd het Trump Media & Technology Group naar de beurs gebracht – een bedrijf in sociale media waarin de oud-president zelf een aandeel heeft van 59 procent. Het aandeel spoot omhoog, maar doet het sindsdien een stuk minder. De laatste drie maanden daalt het in vrijwel gelijke tred met de voorsprong die Trump op Harris had en die inmiddels is omgeslagen in een achterstand. Hier zie je dat:
In juli was Trump Media (beurscode DJT trouwens) nog ruim 7 miljard dollar waard, en Trumps aandeel 4 miljard. Niet gek voor een onderneming met een omzet van nog geen miljoen dollar en een verlies van ruim 16 miljoen in het tweede kwartaal van dit jaar.
Sindsdien daalde de waarde, parallel aan de peilingen, tot ruim 3 miljard dollar. Trump mag zijn aandeel ter waarde van nu 2 miljard in principe verkopen. Maar nee: „Ik verkoop niet. I love it”, zei hij een maand terug nog. Werkelijk? Een persoonlijke winst van 2 miljard laten lopen op een aandeel dat nu nog hoog staat, maar na een eventueel verlies in de verkiezingen beduidend minder waard kan zijn?
Misschien dat de koers van ‘DJT’ op dit moment wel de beste indicatie is van hoe sterk niet alleen zijn beleggende aanhangers, maar ook Trump zelf in zijn eigen kansen gelooft.