Trump moet bakzeil halen in zijn handelsoorlog, nu eerste beleggers hun vertrouwen in de Amerikaanse kredietwaardigheid verliezen

De markt heeft de eerste slag met het Witte Huis gewonnen. Na een week van snel toenemende onrust in de wereldeconomie en duizenden miljarden aan verliezen op de aandelenbeurzen, maakte Donald Trump woensdagmiddag plots bekend dat de VS hun importheffingen voor negentig dagen ‘pauzeren’. De Amerikaanse president haalt daarmee voorlopig bakzeil in zijn mondiale handelsoorlog, die hij vorige week ontketende door hoge ‘wederkerige tarieven’ aan te kondigen op invoerproducten uit circa zestig buitenlanden.

Trumps voorlopige capitulatie kent echter een belangrijke uitzondering: China. Met Amerika’s grote geopolitieke rivaal escaleerde hij het handelsconflict woensdagochtend juist door de heffingen op Chinese invoer per direct te verhogen naar 125 procent. De dagen ervoor had hij dit percentage in verschillende stappen al verhoogd naar 104 procent, nadat de Chinezen terugsloegen met eigen hogere heffingen op Amerikaanse importen.


Lees ook

Voor China ‘zullen de Amerikaanse heffingen een shock veroorzaken, maar de hemel zal niet naar beneden vallen’

Klanten kopen kerstversiering in op een internationale handelsmarkt in de Chinese stad Yiwu. Foto Go Nakamura/Reuters

Hoewel de handelsoorlog tussen de twee grootste economieën ter wereld daarmee een nieuwe ronde ingaat, reageerden beleggers enthousiast op Trumps tijdelijke wapenstilstand met de rest van de wereld. Amerikaanse beurskoersen spoten woensdag net zo hard omhoog als ze de afgelopen week gekelderd waren en maakten met recordwinsten een flink deel van hun verliezen in enkele uren goed.

Ronkende verklaringen

Trumps U-bocht kwam voor velen in de politiek en zakenwereld als een verrassing. De afgelopen dagen hadden hoge regeringsfunctionarissen en de president zelf meermaals ontkend dat de heffingen een onderhandelingsinstrument waren. De snel groeiende onrust onder beleggers, bedrijven én consumenten deden ze af als tijdelijke pijn. In ronkende verklaringen en gelikte filmpjes op sociale media stelden ze dat de hoge tariefmuren nu al duizenden miljarden dollars aan buitenlandse investeringen naar de VS lokten.

De Amerikaanse maakindustrie stond aan de vooravond van een nieuwe Gouden Eeuw, beloofden ze. En de schatkist zou dagelijks 2 miljard dollar extra gaan ophalen dankzij de tarieven, rekende ze voor. Zonder er bij te vertellen dat deze betaald worden door Amerikaanse importeurs – en uiteindelijk ook deels door Amerikaanse consumenten in de vorm van hogere prijzen.

Scepsis over de negatieve gevolgen van zijn heffingen wuifde Trump een week lang resoluut weg. „Wees niet zwak! Wees niet dom!”, schreef hij maandag nog op sociale media. Wie wel in paniek raakte was een ‘PANICAN’, een woordspeling die in het Engels rijmt op Republikein.

Want ook in zijn eigen partij klonk vanaf het weekeinde steeds openlijker kritiek op Trumps koers. En zelfs hem goedgezinde miljardairs, onder wie zijn adjudant Elon Musk, namen als internationaal opererende zakenlui openlijk afstand zijn protectionisme. De belangrijkste topbankier van het land, Jamie Dimon van JPMorgan, waarschuwde in een interview op Fox Business, een van Trumps vaste tv-zenders, dat „een recessie nu de meest waarschijnlijke uitkomst is”.


Lees ook

Chaos op de oliemarkten – Trumps handelsoorlog raakt ook oliebedrijven hard

Een olieraffinaderij van Shell in het zuiden van de Verenigde Staten. Foto Gerald Herbert/AP

Tactische terugtrekking

Een half etmaal nadat de heffingen in de nacht van dinsdag op woensdag formeel van waren ingegaan, bleken ze vervolgens tóch een onderhandelingswapen. En met zijn escalatie tegen China leek Trump het gezichtsverlies van die ommezwaai enigszins te willen maskeren én te pogen de rest van de wereld tegen Beijing te mobiliseren. In een bericht op sociale media verweet hij Beijing „een gebrek aan respect voor de wereldeconomie”. „Ik hoop dat China een keer, hopelijk in de nabije toekomst, beseft dat het oplichten van de VS, en andere landen, niet langer duurzaam of acceptabel is.”

Ook in een gesprek met de pers probeerde de president in het Oval Office later op de middag nadrukkelijk een positieve draai te geven aan zijn tactische terugtrekking. Over de kritiek uit eigen kring sprak Trump luchtig: „Ze werden een beetje springerig, weet je, ze werden een beetje angstig”.

Volgens hem had hij zich bedacht, omdat zich de afgelopen week al „meer dan 75” regeringen bij hem gemeld. Die zouden bereid zijn de VS gunstiger handelsvoorwaarden te gunnen in ruil voor lagere of geen heffingen. Hij wil hierover nu negentig dagen gaan onderhandelen en zal hen in de tussentijd ‘slechts’ de basisheffing van 10 procent rekenen, die op 5 april van kracht werd.


Lees ook

Trump zegt verdomd goed te weten wat hij doet, maar andere landen raden nog hoe ze de VS moeten paaien

Een Nike-winkel in de Vietnamese hoofdstad Hanoi. Het Aziatische land is sterk afhankelijk van import naar de VS en hoopt met onderhandelen de hoge Amerikaanse importheffingen te verlagen. Foto Luang Thai Linh/EPA

Verkiezingsbelofte

Op 2 april had Trump zijn handelsoorlog nog met veel bombarie aangekondigd. Tijdens een evenement in de Rozentuin, dat hij ‘Bevrijdingsdag’ had gedoopt, onthulde hij een lijst met zogenoemde wederkerige heffingen voor tientallen handelspartners, die de VS „al decennia” zouden „benadelen” of zelfs „een poot uitdraaien”.

Deze ‘tariffs’ varieerden van 10 procent voor bijvoorbeeld het Verenigd Koninkrijk, tot 20 procent voor EU-landen en tot bijna 50 procent voor enkele ‘ergste daders’ in Zuidoost-Azië en Afrika. Deze percentages waren gebaseerd op een dubieuze rekensom, waarbij de handelsoverschotten van die landen met de VS als uitgangspunt waren genomen.

Trump loste hiermee een eindeloos herhaalde verkiezingsbelofte in. Als zakenman voer hij in de jaren tachtig al uit over de wijze waarop buitenlandse handelspartners de VS oneerlijk zouden behandelen – toen vooral Japan.

Op de financiële markten en aandelenbeurzen wereldwijd was de schok over zijn openingssalvo niettemin groot: in enkele zeer volatiele handelsdagen verloren Amerikaanse bedrijven in totaal circa 7.000 miljard dollar aan beurswaarde. Ook de bitcoin daalde fors, terwijl Trump als kandidaat en president juist toenemend steun heeft gezocht bij de cryptogemeenschap.

Obligatiemarkt stuurde bij

Wat Trump mede het laatste zetje lijkt te hebben gegeven in te binden, was een hoogst ongebruikelijk fenomeen dat zich vanaf dinsdag voltrok: een kelderende interesse in Amerikaanse staatsobligaties. Normaal zijn die in tijden van financiële onrust juist een ‘veilige haven’ waar beleggers graag schuilen. Dinsdag werden ze juist gedumpt en sprong de tienjaarsrente met tientallen basispunten omhoog.

Voor het vertrouwen in de Amerikaanse kredietwaardigheid was dit al een veeg tekenen, maar voor Trump ook een acuut politiek probleem. De VS hebben al een hoge staatsschuld en de rentelasten hierover bedragen nu al meer dan de defensiebegroting. Juist dezer weken poogt Trump enorme belastingverlagingen door het Congres te krijgen. Tegen de zin van fiscale haviken in zijn partij in, zullen die het (nu al hoge) begrotingstekort verder laten oplopen. De onrust op de obligatiemarkt dreigde dit financieringsgat alleen nog maar groter te later worden.

Maar bovenal is de tienjaarsrente leidend voor veel andere rentekoersen: waardoor ook lenen voor bedrijven en burgers duurder zou worden. De voormalig vastgoedinvesteerder Trump, die zijn zakenimperium grotendeels op schulden bouwde, weet dit als weinig anderen. „De obligatiemarkt is erg tricky”, zei hij woensdag. „Ik keek er naar… en mensen werden toch een beetje nerveus.”

Dat de ontketende Trump zich zo alsnog (tijdelijk) heeft laten corrigeren, stelt weinig marktpartijen gerust. Ook na zijn ommekeer van woensdag bleven de rentes op langlopende Amerikaanse staatsschuld doorklimmen.

Trump en zijn entourage zullen hem tijdens de nu volgende onderhandelingen blijven presenteren als geniale ‘dealmaker’. Maar door zo zorgeloos met een recessie te flirten, mondiale handelsstromen te laten stilvallen en de kredietwaardigheid van zijn eigen overheid op het spel te zetten, zal de rest van de wereld hem en zijn land na deze week vooral blijven beschouwen als onbetrouwbare handelspartner en grote economische stressfactor.