De Amerikaanse president Donald Trump heeft in een post op zijn eigen sociale medianetwerk Truth Social gedreigd met sancties en importtarieven tegen Rusland. Volgens Trump deelt Rusland rake klappen uit aan Oekraïne op het slagveld, waardoor hij overweegt maatregelen te nemen „totdat een staakt-het-vuren en een definitieve vredesovereenkomst zijn bereikt”.
„Aan Rusland en Oekraïne: begeef je nu richting de onderhandelingstafel, voordat het te laat is”, schrijft Trump. Sinds zijn aantreden als president van de Verenigde Staten heeft Trump zich nadrukkelijk gemengd in de diplomatieke ontwikkelingen rond de oorlog in Oekraïne. In eerste instantie flirtte hij openlijk met het Kremlin door de Russische lezing van de oorlog te verspreiden.
Maandag schreef persbureau Reuters op basis van bronnen in Washington dat de VS aan een plan zouden werken om bestaande Amerikaanse sancties richting Rusland juist te verlichten. Maar de Amerikaanse minister van Financiën, Scott Bessent, zei donderdag tijdens een toespraak in New York juist dat de VS bereid zouden zijn „all in” te gaan met sancties tegen Moskou om de Russen aan de onderhandelingstafel te krijgen.
Trumps voorganger Joe Biden heeft meermaals sancties ingevoerd tegen Rusland. Na de Russische invasie van Oekraïne in februari 2022 voerde Biden sancties in die voornamelijk gericht waren op de olie- en gasindustrie. Na de dood van de Russische oppositieleider Aleksej Navalny in 2024 kwam Biden met een nieuw sanctiepakket, onder meer gericht op Russen die te maken hadden met de gevangenschap van Navalny. Ook in de laatste dagen van zijn presidentschap voerde Biden nog extra sancties in richting Rusland.
Een demonstratie in New York ter ondersteuning van Oekraïne om de derde verjaardag van de Russische invasie te herdenken, eind vorige maand. Foto Justin Lane / EPA
Vanwege morele principes heb ik altijd een zwak gehad voor Meghan Markle. Dat klinkt tegenstrijdig en dat is het ook. Noem het een knarsetandende sympathie, of een gearrangeerde liefde. Wat ik van Meghan kan begrijpen: haar niet aflatende vechtlust, voortvloeiend uit de eenzaamheid die een gemengde afkomst met zich meebrengt. Herkenbaar is het brandende verlangen om ergens echt bij te horen, om vervolgens – in het geval van Meghan – voor het oog van de wereld tot destructieve chaos over te gaan wanneer de poging mislukt blijkt.
Zo shapeshift ze zich door het leven. Haar bruiloft vol eerbewijzen aan haar Afro-Amerikaanse wortels, haar recente imago als super mommy. Opeens is ze zo conservatief (en wit) als de tijdgeest. Van de vrouw van wie alles – zelfs haar naam – door rijke racisten afgenomen is, tot duchess tradwife: ze ploetert door, gadegeslagen door een steeds smalender publiek, met haar tot op de grond afgebrande- Netflix-kookshow With Love, Meghan, als de bloody limit. En inderdaad: die show, inmiddels uitgebreid besproken, is onvoorstelbaar tenenkrommend. Voor de breed gedragen woede worden in de Europese pers allerlei verklaringen aangedragen. Meghan zou saai zijn, een matige domestic goddess, onverdiend pretentieus en een stiekeme narcist.
In feite komen al die dingen op hetzelfde neer. We kunnen, sinds de tweede termijn van Trump, die het oude continent wegzet als een achterlijke provincie, niet meer tegen Amerikanen die Europaatje spelen.
Want laten we wel wezen: de ‘Californische lifestyle’ waar Meghan zich op beroept, is niets anders dan een anti-intellectuele paskwil van Europa’s rijke leef- en eetcultuur.
Meghans afgehuurde ‘landelijke boerenkeuken à la Sophia Loren’ komt eerder overeen met een steriele dodencel. Haar pastagerechten zijn kinderlijk, bereid volgens Yankee-smaak. Haar overdadige brunches in de achtertuin moeten ons herinneren aan Le hameau de la Reine, maar haar koekjes zien er suffig uit, en niemand friemelt lekker aan z’n buurman onder tafel. Als Meghan frambozen plukt, met een rieten mand aan haar arm, is het alsof we naar een AI-interpretatie kijken van een Franse boerenvrouw: een transcendent beeld, opgebouwd uit voor de hand liggende elementen. Geen rozerode sapvingers die aan een trui worden afgeveegd, geen modderige hond aan haar voeten, geen ironie.
Op Instagram zag ik een commercial van de Britse actrice Olivia Coleman voor Burberry. Ze draagt een donkergroene herfstjas en achter haar glooit een Brits, lommerrijk landgoed. Ze schenkt thee voor zichzelf in. Ze kiest een goedkope mok uit een ratjetoe van kopjes en schotels. Ze houdt erg van English Breakfastthee, zegt ze, en doet een zakje in de mok. Ze schenkt water uit een lelijke waterkoker in. „And then milk second„, zegt ze en monstert de uitgestalde collectie melksoorten. „I’ve seen oat, almond, coconut, cashew.” Ze zwijgt even. „Well done, all very admirable”, besluit ze en schenkt dan resoluut magere melk voor zichzelf in. Ze lacht wat naar de camera. „There’s nothing better than tea”, sluit ze af. Dit, in alle werkelijke nonchalance en rommeligheid, is Europa.
Nee, dan de scène waarin Meghan haar trouwe vriendin Mindy Kaling toeblaft dat ze de verkeerde achternaam gebruikt: „You know, I’m Sussex now.” Een naam die ze niet wilde hebben (en verkeerd gebruikt), maar nu opeist uit ijdele en economische motieven. Want duchess Meghan wil meer dan alleen televisie maken: ze wil een merk opzetten waarin de producten uit haar show verkocht worden.
In The Guardian schreef Marina Hyde over Meghans lifestylemerk: ‘I’m trying to picture Oscar Wilde being told Netflix is going to sell limited edition artisan Oscar Wilde buttonholes in it’s shop, and him just fainting at the obvious horror of it all.’
Zo wordt de Europese cultuur door Meghan misbruikt als franje voor cynisch Amerikaans gewin. Dat is geen shapeshifting meer, dat is trumpiaans. En daarom zo woestmakend in deze tijd.
Wat mij betreft geeft ze haar titel ook maar terug.
Op zaterdagavond waren Mahmoud Khalil en zijn vrouw bijna thuis van vriendenbezoek, toen ze in de hal van zijn campusgebouw van Columbia University werden benaderd door vier mannen. Het bleken agenten in burgerkleding van de Immigration and Customs Enforcement (ICE), die hem kwamen arresteren, staat in de juridische documenten die Khalils advocaat indiende. Hij is overgebracht naar een ICE-detentiecentrum in Jena, Louisiana.
Khalil werd vorig jaar een belangrijke stem tijdens de anti-oorlogsprotesten op de campus van Columbia University. Studenten zetten toen tentenkampen op om te protesteren tegen het Israëlische geweld in Gaza. Khalil is bijna klaar met zijn studie aan het Instituut voor Bestuurskunde en Internationale Betrekkingen van Columbia. In mei ontvangt hij zijn diploma.
Nu wordt Khalil echter vastgehouden, meer dan zestienhonderd kilometer van zijn huis. Dinsdag blokkeerde het gerechtshof in New York bij voorbaat pogingen van de regering-Trump om Khalil meteen uit te zetten. Zijn advocaten willen dat zijn zaak in zijn thuisstaat New York wordt behandeld. Circa drieduizend mensen betoogden daar maandagmiddag tegen Khalils arrestatie.
De ICE-agenten stelden dat zijn studentenvisum op bevel van het ministerie van Buitenlandse Zaken was ingetrokken, schrijft zijn advocatenteam. Maar Khalil heeft een permanente verblijfsvergunning sinds hij in 2023 trouwde met zijn (inmiddels zwangere) Amerikaanse vrouw, met wie hij samenwoont op de campus in Manhattan. Toen zijn echtgenote de agenten daarop wees, zouden die na een moment van verwarring hebben gezegd dat ze óók zijn green card introkken.
Het is onduidelijk wat precies de grond voor Khalils arrestatie is. Van juridische aanklachten vanwege terroristische activiteiten, of betrokkenheid daarbij, lijkt vooralsnog geen sprake.
Het zou de regering vooral gaan om het activisme van Khalil en anderen. President Trump duidde deze op zijn platform Truth Social aan als „pro-terroristische, antisemitische, anti-Amerikaanse activiteiten”, nadat hij ook tijdens zijn campagne al meermaals aankondigde dat hij activisten die tegen Israël protesteren zou uitzetten. Op 4 maart herhaalde hij dat dreigement op Truth Social: „Aanjagers zullen worden opgesloten/of worden teruggestuurd naar het land waar ze vandaan komen.”
Lees ook
vrees voor studenten die zich uitspreken over Gaza-oorlog bij diploma-uitreikingen
‘Volmaakte diplomaat’
Op zijn faculteit staat Khalil bekend als verre van radicaal. TegenThe New York Times noemt Columbia-docent Joseph Howley hem een „volmaakte diplomaat”, die altijd op zoek zou zijn naar een middenweg. Zelfs de pro-Israëlische groep Canary Mission, die dossiers van studentenactivisten bijhoudt en elk mogelijk belastend materiaal online zet, vond geen beledigende uitingen tegen Joden van Khalils kant, anders dan de formele eisen van de demonstranten.
Khalil is een Palestijn, maar werd geboren in Syrië, waar hij ook opgroeide. Zijn grootouders werden verjaagd uit hun woonplaats in Tiberias, nu deel van Israël, waarna ze uitweken naar een vluchtelingenkamp over de Syrische grens. Hij werkte in de Libanese hoofdstad Beiroet voor onder andere ontwikkelingsprojecten van de Britse overheid, voordat hij in 2022 voor een masterstudie naar New York kwam.
Hij deed eind april vorig jaar zelf niet mee aan de bezetting van Hamilton Hall, het hoofdgebouw van Columbia, toen veel studenten gearresteerd werden. Wel trad hij destijds op als woordvoerder van de protestbeweging en als onderhandelaar met het universiteitsbestuur.
Vanwege die rol als onderhandelaar deed hij mee aan demonstraties met open vizier en volledige naam, anders dan veel demonstranten die maskers droegen wegens vrees om gedoxxed(openbaarmaking van zijn privégegevens), gevolgd of vervolgd te worden.
Dit maakte hem kwetsbaarder, blijkt nu. De dag voor zijn arrestatie vroeg Khalil aan Katrina Armstrong, de interim-voorzitter van Columbia University, om extra rechtsbijstand omdat er een doxing-campagne tegen hem gaande zou zijn, schrijft CNN. Mensen zouden hem onterecht een „terroristische dreiging” noemen en riepen op tot zijn uitzetting.
Khalil nam voor het laatst deel aan een sit-in in februari tegen de schorsing van twee student-activisten die een klas van een bezoekende Israëlische docent verstoorden. Beelden van hem gingen vervolgens rond op sociale media, waar enkele twitteraars opriepen tot zijn uitzetting.
Demonstranten eisen de vrijlating van Mahmoud Khalil, op 10 maart in New York. Foto Sarah Yenesel/EPA
Stickeronderzoek
Maatregelen die Columbia eerder nam tegen studentactivisten – zoals het inschakelen van de lokale politie NYPD bij demonstraties, het op grote schaal schorsen van studenten en het verwijderen van kritische docenten – werden eerder bekritiseerd binnen en buiten de universiteit, omdat ze de vrijheid van meningsuiting op de campus zouden beknotten.
De universiteit introduceerde begin maart verder intensieve maatregelen: een nieuw opgericht comité stuurde, volgens persbureau AP, e-mails aan verschillende studenten met de mededeling dat ze mogelijk gestraft zouden worden voor het schrijven van opiniestukken, het mede-organiseren van activistische tentoonstellingen, of het delen van berichten op sociale media die de politieke opvattingen van studenten onthullen.
Eén student wordt onderzocht voor het plakken van politieke stickers op de campus. Ook zo’n onderzoek heeft al een afschrikwekkend effect op het vrije woord, zei de New Yorkse rechtenprofessor Nadine Strossen daarover in Time Magazine. Ook Khalil ontving zo’n brief, zei hij destijds tegen AP.
Voor Trump waren die maatregelen kennelijk onvoldoende: hij kondigde enkele dagen geleden aan dat verscheidene ministeries circa 400 miljoen dollar (368 miljoen euro) aan subsidies voor Columbia University schrappen. De universiteit zou te weinig hebben gedaan om „de aanhoudende intimidatie van Joodse studenten” te bestrijden. Volgens Trump is de arrestatie van Khalil „de eerste van velen”.
De opmerkingen van Donald Trump over Groenland „vormen een gevaar voor onze politieke onafhankelijkheid”, stelde Jens-Frederik Nielsen, de leider van de Groenlandse sociaal-liberale Demokraatit, vlak voor de verkiezingen. Zijn partij wint de verkiezingen die dinsdag werden gehouden – met een hoop voorkeurstemmen voor Nielsen. Het is een verrassende uitslag, waar de partijleider zich in Groenlandse media zelf ook beduusd over toonde.
Demokraatit is weliswaar voorstander van onafhankelijkheid van Denemarken, maar wil die zeer geleidelijk doorvoeren. Historisch gezien stond de partij altijd sceptisch tegenover onafhankelijkheid en gaf ze juist de voorkeur aan meer autonomie. In het verkiezingsprogramma benadrukte de partij dat niet ging om „het verbreken van banden, maar om de bereidheid hard te werken voor onafhankelijkheid”.
Demokraatit verdrievoudigde het aantal stemmen: nu koos 29,9 procent van de stemgerechtigden op de partij, waar dat in 2021 nog 9,1 procent was. Geen absolute meerderheid en er zal dus een coalitie gevormd moeten worden. De tweede partij die een enorme verkiezingswinst boekte, is de populistische partij Naleraq. Hier ging 24,5 procent van de stemmen naartoe, dat was in 2021 nog 12 procent. Naleraq is juist voor een radicale breuk met de Denen en voor nauwe samenwerking met de VS, zonder er nu meteen onderdeel van te willen worden. Jens-Frederik Nielsen had daarentegen aangegeven dat Groenland „baas in eigen huis” wil zijn, maar altijd goede samenwerking nodig heeft. Ook na de verkiezingsuitslag benadrukte Nielsen nog eens: „Wij willen geen onafhankelijkheid morgen, maar een goede basis”.
Fors verlies
De regeringspartijen Inuit Ataqatigiit en Siumut verloren beiden flink. Samen kregen ze 36 procent van de stemmen, terwijl ze in 2021 met 66,1 procent van de stemmen aan de slag konden. Beide zijn traditioneel gezien de grootste partijen in Groenland, ze zijn beide voor onafhankelijkheid, maar willen anders dan Naleraq dat proces in fases doorvoeren.
Voor Demokraatit zal het lastig worden een partij te vinden om een coalitie mee te vormen. Naleraq staat immers geheel anders in het onafhankelijkheidsproces. Ook een coalitie met een van de twee regeringspartijen wordt lastig. Siumut werd gehalveerd en is nu de vierde partij met nog geen 15 procent van de stemmen, en ook de socialistische Inuit Ataqatigiit verloor fors. In 2021 had deze partij nog ruim 36 procent van de kiezers achter zich, en nu nog maar 21 procent.
De liberalen willen weliswaar net als Inuit Ataqatigiit economische onafhankelijkheid bereiken door handel, mijnbouw en toerisme, maar zijn voor het versoepelen van de regels rondom mijnbouw, iets waar Inuit Ataqatigiit tegen is. Ook is Demokraatit kritisch over de visserijquota die door de vorige regering werden aangenomen. Múte Egede gaf al wel aan klaar te zijn om met Demokraatit te praten.
De nieuwe partij Qulleq, waarvan de partijleider zei dat hij Trump vertrouwde, haalde maar 1,1 procent van de stemmen. Atassut – de enige partij die geen onafhankelijkheid nastreeft, maar de banden met Denemarken wil aanhalen – kreeg iets meer stemmen dan vorige keer, maar is de enige oppositiepartij die niet echt garen spon bij de nederlaag van de regerende partijen. Ze kregen nog geen half procent meer en zijn met 7,3 procent van de stemmen de vijfde partij.
Lees ook
Opeens kijkt de hele wereld mee met Groenlandse verkiezingen: ‘We zullen alles op alles zetten om onze eigen cultuur te behouden’
De verkiezingsuitslag is voor Denemarken dan ook geen geruststelling. Een overwinning van de traditionele partijen – waarbij ook de verwachting was dat de huidige premier Múte Egede herkozen zou worden – was eenvoudiger geweest. Dat de uitslag een flinke breuk met het verleden is, laat zien dat Trumps claims weliswaar niet omarmd worden, maar wel onrust veroorzaken op het grootste eiland ter wereld. Demokraatit mag dan geen directe onafhankelijkheid voorstaan, om een regering te vormen zullen er gesprekken gevoerd moeten worden met Nalaraq. Dat deze twee partijen de grootste zijn geworden toont vooral de verdeeldheid in het land over hoe met Denemarken om te gaan.
De Denen, die met een bijdrage van 500 miljoen euro de helft van de overheidsbegroting voor hun rekening nemen, staan er in Groenland bij steeds meer bewoners slecht op. Er wordt getreuzeld bij de financiële compensatie over het ‘spiraaltjes-schandaal’ waarbij Groenlandse meisjes jarenlang werden gedwongen tot anticonceptie zonder medeweten van de ouders. Begin februari was er discussie over de documentaire Groenlands Witte Goud waarin werd verteld hoe Denemarken tussen 1854 en 1987 miljarden verdiende met het delven van kryoliet in Groenland. De Deense publieke omroep trok de documentaire in toen er een debat ontstond over de miljarden, wat weer tot protest op Groenland leidde.