Tranen op de laatste editie van Tuckerville, het festival van Ilse DeLange

Reportage

Het laatste Tuckerville Na zes edities valt Tuckerville, het countryfestival van Ilse DeLange, om. Reden: de prijsstijgingen in de festivalbranche en het uitblijven van winst. Hoe zonde dat toch is bleek dit warme weekend in het countrydorp met 17.500 mensen.

Ilse DeLange op haar laatste Tuckerville festival.
Ilse DeLange op haar laatste Tuckerville festival. Foto Eric Brinkhorst

Tranen. Natuurlijk, ze moesten ééns komen. Als zangeres Ilse DeLange voor de laatste keer haar gitaar omhangt voor een toegift, verstomt de festivalweide op Tuckerville in Enschede. Het akoestische, gevoelvolle ‘Love Goes On’ klinkt. Nu niet alleen een ode aan haar overleden vader, maar tevens een schrijnend slotakkoord van haar eigen evenement. Ze breekt. Een zwaai, een handkus en ze vliegt de coulissen in.

Niet dat de Almelose zangeres Ilse DeLange zich nog niet emotioneel had getoond over het einde van haar countryfestival. Tuckerville werd bekend als haar droom op haar geboortegrond, naar voorbeeld van de muziekscene in haar geliefde Nashville. Ze hoopte er een lange Twentse traditie van te maken, na de eerste keer in het Twente stadion (De Grolsch Veste) in 2014. Dat was het ‘homecoming’ stadionconcert na het succes van de Common Linnets op het Songfestival.

Erna volgden vijf edities aan het water bij recreatieterrein Het Rutbeek. Tuckerville was een compact, in countrysferen opgetrokken festival tussen hooibalen en stierenkoppen, met linedance, foodtrucks, een mini-reuzenrad, kampvuursessies en rootsy countrypop, folk en blues in schuren en tenten. Een plek voor ingetogen singer-songwriters tussen folk en blues als George Ezra, Tim Knol en Douwe Bob. De grote Amerikaanse countryster Carrie Underwood was eens headliner.

Festival valt om

Maar na zes edities valt Tuckerville om. Reden: de prijsstijgingen in de festivalbranche, de inflatie. Winst was er nooit, en het is financieel nu echt niet meer vol te houden, aldus DeLange en organisator Friendly Fire. Het cultureel ondernemerschap heeft zijn grens bereikt

Hoe zonde dat toch is blijkt deze bloedhete laatste editie in het countrydorp met 17.500 mensen. Het is een vrolijke community, met bezoekers die er weer werk van maakten: cowboylaarzen, boerenzakdoeken en hoeden. Sierveertjes in de haren. Hele gezinnen met de kleintjes op speelgoedtractoren of stokpaardjes.

De ‘yee-haws’ klinken bij de country linedancers in de Nozembar. Tussen de bomen hangen lichtjes. Publiek ligt op kleedjes of zit op het strandje, luisterend naar bijvoorbeeld Jonathan Rhodes, een blootvoetse ‘lonesome cowboy’ uit Groningen met een snik in zijn stem.

Tuckerville heeft als kleinschalig boutiquefestival een toffe eigen identiteit, al zijn elementen – de mini-optredens in het zand, de gezinsvriendelijke insteek, het vuige onbekommerde hossen en boerenrocken bij dj-acts als de hooi en wc-papier schietende Ruige Rita’s of het shotjesschieten vanaf Zundapp-motors – herkenbaar van festivals als Zwarte Cross, Best Kept Secret en Into The Great Wide Open.

https://youtu.be/5D9_XfsvCTk?si=8KIvq5ihtNOrUE2C

Tuckerville in 2019.

Hooischuur

Terwijl de merchandise goede zaken doet met de verkoop van laatste aandenkens, wint de retro-romantiek van de Britse band Young Gun Silver Fox met zijn op perfect geproduceerde, Amerikaanse West Coast sound langzaam zieltjes op het hoofdpodium. „Get your late afternoon clap on”, moedigt zanger Young Gun (Shawn Lee) aan.

Muzikale ontdekkingen doe je in The Barn, een hooischuur met klein podium. Zoals het in Nashville muzikaal opgegroeide duo Ida Mae dat met slechts een gitaar en een tamboerijn een persoonlijk rootsrock optreden neerzet.

In festivaltent The Creek voert de zonnige Americana van de band Elephant mee, terwijl Tim Knols Wandering Hearts overtuigt met soepele bluesrock en bezielde gospel. De stoere Morgan Wade lijkt met haar t-shirt van Def Leppard klaar voor stevig werk, maar haar countryrock valt wat dood. De hits van publiekslieveling Gavin James worden daarentegen met open armen ontvangen.

Blonde Dolly-pruik

En uiteindelijk dan dus Ilse DeLange. Met een bitterzoete show: het is het festivalafscheid, maar ze viert er ook een mijlpaal mee – ze zit 25 jaar in het vak. Dus surfte ze met haar band, waarin zangeres en gitarist Yori Swart haar al enige tijd fraai tweestemmig bijstaat, langs highlights. Eerst haar eerste single ‘World of Hurt’: de tijd dat ze het als 20-jarige dacht te gaan maken in Nashville als countryster. Dan haar transformatie tot songwriter. Van opgewekte countrypop naar de liedjes met sobere gitaren en klaaglijke pedalsteel. En hoera, daar zijn de Amerikaanse Common Linnets-kompanen Matthew Crosby en Jake Etheridge voor weemoedige samenzang.

Na haar allernieuwste liedje ‘Quiet’ („Om soms maar even stil te zijn als iedereen wat van jou of je festival vindt.”) komt het tot stevigere nummers als ‘Livin on Love’, waarin DeLange heser klinkt, als een soort Melissa Etheridge. Haar ‘Homesick’, een liedje over heimwee, doet haar mijmeren: Tuckerville, dat was wat. Het sprookjesachtige, door duizenden telefoonlichtjes beschenen ‘Miracle’ leidt tot publieksextase. Maar dieper gaat de hoge countrysnik in de laatst noten van Dolly Partons ‘Jolene’. Hoe lang geleden was het niet dat ze met een blonde Dolly-pruik op talentenjachten zong