Traag concept, ‘ouderwets’ orkest: je weet niet goed wat te denken van ‘Evgeny Onegin’

Recensie

Muziek

Muntopera Brussel Je kunt bijna niet wanhopiger verliefd zijn dan Tatjana in Tsjaikovski’s opera ‘Jevgeni Onjegin’, nu te zien in Brussel.

Scène uit Tsjaikovski’s opera Jevgeni Onjegin door de Muntopera Brussel in regie van Laurent Pelly.
Scène uit Tsjaikovski’s opera Jevgeni Onjegin door de Muntopera Brussel in regie van Laurent Pelly.

Foto Karl Forster

Een man, Lenski, neemt zijn buurman en vriend Jevgeni Onjegin mee naar een feest van een boerenfamilie, waar hij hem voorstelt aan zijn aanstaande vrouw. Het zusje van de aanstaande, Tatjana, een prachtige dromer die zich normaal verstopt in boeken, wordt stapelverliefd op de mysterieuze Jevgeni en schrijft hem dat die avond nog in een brief. Hij bezoekt haar en zegt dat ze mooi is, maar dat hij niet wil trouwen. Intussen botert het niet meer zo tussen de twee vrienden. Het komt zo ver dat de twee een schietduel aangaan. Lenski sterft, Jevgeni vlucht. Jaren later komt hij terug, ziet Tatjana op een bal getrouwd met een ander en wordt hevig verliefd op haar. En hoewel Tatjana nog van hem houdt, blijft ze haar man trouw en wijst Jevgeni af.

Ziedaar: Tsjaikovski’s operaversie van Poesjkins vroeg 19de-eeuwse Jevgeni Onegin, een keerpunt in de Russische literatuur. Tsjaikovski heeft er voor ons genot tweeënhalf uur muziek uit weten te krijgen.

Bij de Brusselse Munt-opera ging er zondag een nieuwe productie in première, vol wollige stemmen, zwaarbeladen met de dikke klanken van de Russische taal. In het programmaboekje schrijft De Munt een steunbetuiging aan Oekraïne ‘via verschillende initiatieven’ om sceptici van het uitvoeren van Russische kunst (onnodig) voor te zijn.

Drama alom, in de muziek, in de tekst, maar ook in de regie. Regisseur Laurent Pelly laat zijn Tatjana oneindig wanhopig ijsberen. Onjegin is een ijzige stijfkop. Lenski de enige gelaagde mens. Van het koor (landarbeiders en balgasten) maakt hij, iets te contrastrijk, juist een komische karikatuur: de koorleden klappen en buigen houterig als poppen. Het komt de geloofwaardige inbedding van de verliefde en wanhopige oergevoelens in de wereld van vandaag niet ten goede.

Tenor Volkov: subtiel en fijnzinnig

Gelukkig is het wél genieten van de zangers: van het uithoudingsvermogen van sopraan Sally Matthews (eerder ook al in De Munt te horen in o.a. Der Rosenkavalier en The Turn of the Screw) als Tatjana, en van de subtiele maar ijzingwekkende stemomslag van boos naar wanhopig door de warm uit de hoogte zingende bariton Stéphane Degout als Onjegin. Het fijnst is tenor Bogdan Volkov als Lenski: subtiel, fijnzinnig, oprecht verliefd. Zijn mijmer-aria ‘Kuda, kuda, vï udalilis’ – denkend aan zijn jeugd, vlak voor het duel met Onjegin – is het muzikale hoogtepunt. Balen hoor, dat hij doodgaat.

Opvallend is het klankideaal van dirigent Alain Altinoglu. Hij laat het orkest krachtig spelen, met korte ondiepe streken in de strijkers die abrupt afbreken en die een beetje doen denken aan oude orkest-opnames op 78-toerenplaten. Het is alsof Altinoglu met een vroeg 20ste-eeuwse speelstijl, die ons nu oud in de oren klinkt, de oudheid van het verhaal wil aanzetten. Ook dat helpt niet bij de vertaling van het oude verhaal naar het nu. Het maakt dat de wanhopig uitgezongen gevoelens van Tatjana en Jevgeni gedateerd klinken, in plaats van tijdloos.

Jevgeni Onjegin is naast een verhaal over wanhopige liefde, ook een verhaal over verveling: Onjegin is een verveelde dandy. Met dat gegeven dagen regisseur Laurent Pelly en zijn decorbouwers je uit: er staat een groot draaiend plateau (welk operahuis heeft er geen tegenwoordig?) waar naar hartelust aan wordt gedraaid en waar zangers op rondlopen tot je oogleden gehypnotiseerd neervallen. In deze wereld van Onjegin bestaan verder alleen stoelen. Het is een indrukwekkend in de werkelijkheid gegoten vaste vorm van tergende verveling. Je schiet overeind in je stoel als het plateau eindelijk stilstaat en de achterste helft omhoog blijkt te kunnen klappen tot het een wand is, en die wand blijkt ook weer open te kunnen klappen als een boek, zodat er ineens een kamerhoek van negentig graden ontstaat. Wat een prachtig staaltje techniek. En wat gebeurt ermee? Niks! Vooruit, de muren sluiten zich iets om de wanhopig verliefde Tatjana, maar dat is nogal een pover gebruik van de mogelijkheden. Getransformeerd tot een ware dandy zak je terug in je stoel, nu al verveeld met een nieuw speeltje. Als dat Pelly’s bedoeling was, is hij goed geslaagd. Maar het maakt deze Jevgeni Onjegin niet tot eentje die je voor eeuwig bijblijft.


Klassiek Bekijk een overzicht van onze recensies over klassiek