Toumani Diabaté, ‘koning van de kora’, verrijkte de traditie

Hij was de zoon van een koning en werd het toen zelf. Amper twintig jaar was hij, toen Toumani Diabaté uit de schaduw wist te treden van de grote Sidiki Diabaté. Deze magistrale bespeler van de kora – een ster in de jaren na de onafhankelijkheid van Mali – kreeg als eerste de bijnaam ‘de koning’ van de West-Afrikaanse harpluit te zijn. Maar het was zijn zoon die de klanken van het 21-snarige instrument echt de wereld overbracht. Vrijdag overleed Toumani Diabaté, wiens muziek sterren als de IJslandse Björk en jazzlegende Dee Dee Bridgewater betoverde én begeleidde, na een kort ziekbed in de Malinese hoofdstad Bamako. Hij werd 58 jaar.


Lees ook

Mali’s woordkunstenaars weten even niet wat ze moeten zeggen

Mylmo, die  bekendstaat om zijn maatschappijkritische rapteksten,  zwijgt voorlopig vanwege de gespannen politieke situatie. Andere rappers  zwijgen uit „moedeloosheid” over de  situatie in Mali.

Diabaté was voorbestemd voor een leven in de muziek. Hij stamde uit een beroemde familie van griots, of djéli’s, de hoeders van West-Afrika’s orale tradities wier geschiedenis zeven eeuwen terugvoeren, tot het islamitisch rijk van de Mandinka. Hun vertellingen vloeiden op de tonen van de kora, volgens de overleveringen een door de goden gezegend instrument dat Diabaté’s voorvader ooit op magische wijze zou hebben ontvangen.

Die kunst, het bespelen van de kora, ging over van vader op zoon. Diabaté, die in 1965 eveneens in Bamako werd geboren, had grote schoenen te vullen. Zijn vader Sidiki (1922-1996) gold als een legende, zowel op het Afrikaanse continent als daarbuiten. „Geboren worden in een familie van griots is een geweldige leerschool”, zei Diabaté daarover tegen de Franse radiozender RFI in 2016. Maar hij wilde meer en opende „universele deuren” voor de kora.

Dat deed hij op virtuoze wijze. Door samenwerkingen met sommige van de grootste muzikale legendes uit Mali, onder wie Salif Keita en Ali Farka Touré, maar ook door de klanken van zijn kora te laten samensmelten met flamenco, met jazz. Zo nam Diabaté als twintiger twee albums op met de Spaanse flamencogroep Ketema. Later zou hij vertellen dat zijn vader, een traditionalist, zijn tranen moest bedwingen toen hij deze nummers hoorde.

Diabaté zag dit anders. Tegen RFI: „Toen ik begon te spelen, luisterde ik naar moderne Afrikaanse orkesten, maar ook naar Jimi Hendrix, James Brown, Otis Redding. Ik heb dat in mijn hoofd gehouden, maar wel geprobeerd altijd Afrikaans te blijven, griot te blijven.”

Vijftien albums

Toumani Diabaté was vijf toen hij kora leerde spelen en dertien toen hij tot zijn eerste ensemble toetrad. Nadat zij een landelijke prijs voor beste traditionele orkest wonnen, trad Diabaté toe tot het Nationale Orkest – net als zijn vader voor hem. Zijn eerste album, het volledig instrumentale Kaïra, nam hij in twee uur tijd op tijdens een verblijf in het Verenigd Koninkrijk. Hij was pas 22, maar het album werd meteen een enorm succes.

Diabaté zou uiteindelijk vijftien albums opnemen, het merendeel met andere muzikanten. De twee albums die hij met stergitarist Ali Farka Touré maakte, In the Heart of the Moon (2005) en Ali & Toumani (2010) werden beide met een Grammy bekroond. Zijn persoonlijkste samenwerking volgde een paar jaar later met zijn toen 23-jarige zoon Sidiki, een in Mali stadionvullende hiphopartiest- en producer.


Lees ook

Betoverende verhalen op een harpluit met 21 snaren

Ook Sidiki Diabaté leerde de kora spelen. „Mijn zoon heeft zijn manier van spelen en ik de mijne”, zei een trotse Diabaté bij de verschijning van Toumani et Sidiki in 2014 tegen een journalist van The Guardian. „Het is het verleden dat het heden ontmoet voor de toekomst.”

Sidiki, inmiddels 32, maakte het nieuws over het overlijden van zijn vader op X bekend. „Mijn vertrouweling, mijn steunpilaar, mijn gids, mijn beste vriend, mijn lieve vader is voor altijd weg.”

Correctie (21 juli 2024): In een eerdere versie van dit artikel stond dat Björk Zweeds is, dat is hierboven aangepast.