N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Johan, de vaste EO-chauffeur, stond met zijn grijze Ford B-MAX dubbel geparkeerd voor mijn deur. Hij was een half uur te vroeg. „Dat doen we standaard bij de EO.” Hij nam me mee naar de rooms-katholieke kerk in de Emmastraat in Velp, naar Adieu God?, het interviewprogramma van Tijs van den Brink.
De rit verliep relatief soepel.
De kerk lag er in al haar glorie nog hetzelfde bij als een maand eerder bij de eredienst voor Paula van Roosmalen-Breekelmans, mijn moeder. Johan was minder onder de indruk, hij had inmiddels zoveel kerken gezien.
We troffen de EO-crew in de pastorie, ze aten broodjes. Om ons heen een wirwar van kruizen, beelden en foto’s van kardinaal Eijk en paus Franciscus. De regisseur van de dag zei dat hij oog had voor ‘het rommeltje’, maar dat hij toch had gekozen voor een setting in de kerkbanken.
„Ruimer.”
„Opgeruimder, vooral dat”, hoorde ik opeens een bekende stem zeggen. Het was koster Dick Mol, hij leidde de uitvaart van mijn moeder. Hij vond: als er dan ooit een cameraploeg naar Velp komt, dan zet ik ze niet in de rommel.
„Ook al kijkt er natuurlijk toch geen hond.”
Tijs van den Brink, wielrenner, PSV-supporter, Amerika-kenner, huisvader en interviewer, sloop binnen. Tijs vond het na drie stappen al een mooie kerk, ik had graag nog wat doorgekeuveld om het ijs te breken, maar dat was buiten koster Dick Mol gerekend.
Hij wilde weleens weten wat Tijs van den Brink van paus Franciscus vond. En van kardinaal Eijk. Dick Mol had speciaal voor Tijs van den Brink de verwarming in de kerk laten loeien en hoopte dat zich dat zou terugbetalen in gratis reclame voor zijn machtige gebouw. Dick Mol vond dat de camera’s te statisch stonden opgesteld. Dick Mol herinnerde zich de uitvaart van mijn moeder nog goed. Het was de eerste en de laatste keer dat The Elephant Song in zijn kerk was gedraaid en hij had het leuk gevonden om expres een flinke pets wijwater over me heen te gooien. Ik bedankte hem daarvoor, omdat het me uit mijn emotie haalde.
Achter me kraakte het, Tijs van den Brink spitste zijn oren, ze staken nu door zijn kapseltje heen. Ik wist toen al dat ik die informatie in het diepte-interview terug zou krijgen. En ja hoor. Niet één, niet twee, maar drie keer.
„Wat deed het met je toen je je moeder hier in deze kerk wegbracht?”
Na afloop was het gemoedelijk, laat dat maar aan de EO over. Hele schalen met broodjes, planken met cake.
Dick Mol, ik begon net aan mijn eerste hap: „Alles wat overblijft, breng ik persoonlijk naar de dagbesteding voor bejaarden.”