De twee instanties die hulp hadden moeten verlenen aan een tienjarig meisje, dat tijdens haar verblijf in een pleeggezin in Vlaardingen is mishandeld, zijn daarin „ernstig tekortgeschoten”. Ze is door jeugdhulporganisaties Enver en de William Schrikker Stichting „aan haar lot overgelaten”.
Dat concluderen de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd en de Inspectie Justitie en Veiligheid na onderzoek. „Het meisje is onvoldoende gehoord en gezien. Hierdoor kon de onveilige situatie […] in het pleeggezin ontstaan, voortduren en verergeren”, aldus de inspecties.
Het meisje woonde bij de pleegouders, nadat duidelijk was geworden dat haar eigen moeder niet meer voor haar kon zorgen. Een „veilige en stabiele opvoedomgeving” was volgens een beschikking van de rechtbank onmogelijk, als gevolg waarvan het meisje en haar zusje met spoed uit huis waren geplaatst.
Lees ook
De laatste twee jaar voordat het pleegmeisje uit Vlaardingen in het ziekenhuis belandde, lezen als een handboek voor wat mis kan gaan in de pleegzorg
‘Verergerd’
Zo kwam het meisje bij de pleegouders in Vlaardingen terecht. Die worden ervan verdacht haar ernstig letsel te hebben toegebracht. In een verklaring stelt hoofdinspecteur Angela van der Putten: „We moeten vaststellen dat de situatie van dit meisje tijdens haar verblijf in het pleeggezin is ontstaan en is verergerd doordat de hulpverlening aan haar langdurig en veelvuldig tekortschoot. Dit is onvoorstelbaar schrijnend voor het meisje en haar familie.”
Naar aanleiding van dit calamiteitenonderzoek en andere toezichtbevindingen is de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd begonnen met een thematisch toezicht naar de pleegzorg en de kwaliteit van de hulp die pleegzorgaanbieders leveren aan kinderen die onder hun verantwoordelijkheid vallen.