Een circuspaard sabbelt aan het backstagepasje dat om de nek van de spreekstalmeester hangt. Hij aait het paard nietsvermoedend verder. „Oh, nee!”, zegt Rudy Hellewegen (45) lachend. De nieuwe spreekstalmeester van het Wereldkerstcircus grijpt het koord net op tijd voordat het pasje in de mond van het paard verdwijnt.
De paardenstal staat voor de artiesteningang van het Koninklijk Theater Carré in Amsterdam waar dit jaar de 38ste editie van het Wereldkerstcircus wordt gehouden. Sinds de eerste show in 1985 zijn er nog nooit zo veel bezoekers geweest als vorig jaar: 70.000. Het circus verwacht dat het recordaantal dit jaar wordt overtroffen.
De avond voorafgaand aan de generale repetitie toont Hellewegen tijdens een rondleiding in Carré de voorbereidingen voor de show.. „Mag ik hem alsjeblieft een wortel geven?”, vraagt hij. „Doe maar niet, dan worden de andere paarden jaloers”, zegt een van de paardenverzorgers. Die werken voor Flavio Togni (62), een Italiaanse paardenfluisteraar die voor het eerst met zijn dertien hengsten optreedt in het Wereldkerstcircus. Het circus heeft vijftien acts uit verschillende landen bij elkaar gebracht.
Hellewegen staat voor de kleedkamer van Togni en wijst naar zijn foto. „Ik merk dat alle artiesten met veel respect omgaan met Flavio.” Volgens hen is Togni een boegbeeld in de circuswereld: hij is al sinds zijn zestiende circusartiest en dierentrainer. „In Italië heeft hij zo’n vijftig paarden en een eigen circus waarmee hij rondtrekt”, zegt Hellewegen. Vroeger had hij ook shows met olifanten, tijgers, kamelen en leeuwen.
Foto’s: Simon Lenskens
Nieuwe spreekstalmeester
Hellewegens kleedkamer, die hij deelt met twee clowns, bevindt zich naast die van Togni. Het is voor Hellewegen de eerste keer dat hij op de circuspiste in Carré staat. Doorgaans is hij tourmanager van musicals en speelt hij tijdens Halloween de gevreesde Eddie de Clown in pretpark Walibi Holland. Nu is hij de ceremoniemeester die artiesten aankondigt, tussen de acts door het publiek vermaakt en achter de schermen iedereen bij elkaar houdt.
Naast een kaptafel hangt zijn op maat gemaakte jacquet met gouden kwasten en knopen én een zwarte hoge hoed. „Het rode velours van het jasje moet matchen met de stoelen in Carré.” Hij aait over het jasje. „Ik hoop dat het publiek de twinkeltjes in mijn ogen opmerkt, omdat die laten zien wat ik er als kind van had gevonden om het Wereldkerstcircus te mogen presenteren.”
Hellewegen loopt richting de circuspiste, de grootste zaal van Carré, waar de circusartiesten in zeventien dagen vijftig keer gaan optreden. Een paar jongens vegen glitters van de vloer en een van de acrobaten van de Arabische Mustafa Danger-groep glijdt nonchalant van een bijna tien meter hoge steiger.
Ze zijn hun „levensgevaarlijke” trapeze-act aan het oefenen en ook Danger, de leider van de groep, hangt in de steigers. „Dit kan ik niet eens één keer zonder dat ik mijn benen breek”, grapt Hellewegen.
Foto’s: Simon Lenskens
Doodsangsten
Boven in de piste hangen touwen voor de luchtacrobatiek waarmee een acrobaat uit Frankrijk aan het repeteren is. „Ze is gisteren een beetje ongelukkig op haar voet terechtgekomen. Het was even spannend, maar gelukkig viel het reuze mee.” De kans bestaat dat een van de acrobaten dood neervalt, omdat er geen vangnet is om hen op te vangen. „Plat gezegd klopt dat wel, maar dat is hun beroep: de totale inspanning om dat niet te laten gebeuren. Het publiek komt namelijk om angst, spanning en sensatie te voelen.”
Het Wereldkerstcircus staat bekend om zijn traditionele shows met ondeugende clowns en acrobaten die over een koord lopen. Hellewegen: „Er doen artiesten uit onder meer Rusland, Spanje en van het Chinese staatscircus mee. Ook hebben we koppels uit Moldavië, Oekraïne en Peru.” Daarnaast hebben sommige artiesten hun klassieke act een moderne twist gegeven. „Op de piste gaan bijvoorbeeld voor het eerst breakdancers met glow in the dark pakken (lichteffecten) optreden.”
Ook Hellewegen is van plan moderne elementen aan zijn presentatie toe te voegen. „Als je blijft hangen in het klassieke met u aanspreken van het publiek, kunnen de kinderen zich overgeslagen voelen.” Volgens hem zijn de kinderen in het publiek het belangrijkst, omdat het vaak hun eerste ervaring met entertainment in het theater is. Of hij de traditionele openingszin waarmee spreekstalmeesters het circus openen gaat gebruiken? „Natuurlijk. Hooggeëerd publiek!”, roept hij uit volle borst.
Een circuspaard sabbelt aan het backstagepasje dat om de nek van de spreekstalmeester hangt. Hij aait het paard nietsvermoedend verder. „Oh, nee!”, zegt Rudy Hellewegen (45) lachend. De nieuwe spreekstalmeester van het Wereldkerstcircus grijpt het koord net op tijd voordat het pasje in de mond van het paard verdwijnt.
De paardenstal staat voor de artiesteningang van het Koninklijk Theater Carré in Amsterdam waar dit jaar de 38ste editie van het Wereldkerstcircus wordt gehouden. Sinds de eerste show in 1985 zijn er nog nooit zo veel bezoekers geweest als vorig jaar: 70.000. Het circus verwacht dat het recordaantal dit jaar wordt overtroffen.
De avond voorafgaand aan de generale repetitie toont Hellewegen tijdens een rondleiding in Carré de voorbereidingen voor de show.. „Mag ik hem alsjeblieft een wortel geven?”, vraagt hij. „Doe maar niet, dan worden de andere paarden jaloers”, zegt een van de paardenverzorgers. Die werken voor Flavio Togni (62), een Italiaanse paardenfluisteraar die voor het eerst met zijn dertien hengsten optreedt in het Wereldkerstcircus. Het circus heeft vijftien acts uit verschillende landen bij elkaar gebracht.
Hellewegen staat voor de kleedkamer van Togni en wijst naar zijn foto. „Ik merk dat alle artiesten met veel respect omgaan met Flavio.” Volgens hen is Togni een boegbeeld in de circuswereld: hij is al sinds zijn zestiende circusartiest en dierentrainer. „In Italië heeft hij zo’n vijftig paarden en een eigen circus waarmee hij rondtrekt”, zegt Hellewegen. Vroeger had hij ook shows met olifanten, tijgers, kamelen en leeuwen.
<figure aria-labelledby="figcaption-0" class="figure" data-captionposition="below" data-description="Rudy Hellewegen maakt zich in zijn kleedkamer gereed voor de repetitie. ” data-figure-id=”0″ data-variant=”grid”><img alt data-description="Rudy Hellewegen maakt zich in zijn kleedkamer gereed voor de repetitie. ” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/12/tien-meter-hoog-in-de-nok-van-carre-zonder-vangnet.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/12/19133222/data125790236-c60275.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/12/tien-meter-hoog-in-de-nok-van-carre-zonder-vangnet-9.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/12/tien-meter-hoog-in-de-nok-van-carre-zonder-vangnet-7.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/12/tien-meter-hoog-in-de-nok-van-carre-zonder-vangnet-8.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/12/tien-meter-hoog-in-de-nok-van-carre-zonder-vangnet-9.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/12/tien-meter-hoog-in-de-nok-van-carre-zonder-vangnet-10.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/vYb79mHuX4UC6SLhjfPDckYuIjY=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/12/19133222/data125790236-c60275.jpg 1920w”>Rudy Hellewegen maakt zich in zijn kleedkamer gereed voor de repetitie.
<figure aria-labelledby="figcaption-1" class="figure" data-captionposition="below" data-description="Rudy Hellewegen met een van de acrobaten. ” data-figure-id=”1″ data-variant=”grid”><img alt data-description="Rudy Hellewegen met een van de acrobaten. ” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/12/tien-meter-hoog-in-de-nok-van-carre-zonder-vangnet-1.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/12/19133233/data125790095-75c856.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/12/tien-meter-hoog-in-de-nok-van-carre-zonder-vangnet-13.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/12/tien-meter-hoog-in-de-nok-van-carre-zonder-vangnet-11.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/12/tien-meter-hoog-in-de-nok-van-carre-zonder-vangnet-12.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/12/tien-meter-hoog-in-de-nok-van-carre-zonder-vangnet-13.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/12/tien-meter-hoog-in-de-nok-van-carre-zonder-vangnet-14.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/3NG1cPb8NzkjGEfCh2dkePGAKKk=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/12/19133233/data125790095-75c856.jpg 1920w”>Rudy Hellewegen met een van de acrobaten.
Foto’s: Simon Lenskens
Nieuwe spreekstalmeester
Hellewegens kleedkamer, die hij deelt met twee clowns, bevindt zich naast die van Togni. Het is voor Hellewegen de eerste keer dat hij op de circuspiste in Carré staat. Doorgaans is hij tourmanager van musicals en speelt hij tijdens Halloween de gevreesde Eddie de Clown in pretpark Walibi Holland. Nu is hij de ceremoniemeester die artiesten aankondigt, tussen de acts door het publiek vermaakt en achter de schermen iedereen bij elkaar houdt.
Naast een kaptafel hangt zijn op maat gemaakte jacquet met gouden kwasten en knopen én een zwarte hoge hoed. „Het rode velours van het jasje moet matchen met de stoelen in Carré.” Hij aait over het jasje. „Ik hoop dat het publiek de twinkeltjes in mijn ogen opmerkt, omdat die laten zien wat ik er als kind van had gevonden om het Wereldkerstcircus te mogen presenteren.”
Hellewegen loopt richting de circuspiste, de grootste zaal van Carré, waar de circusartiesten in zeventien dagen vijftig keer gaan optreden. Een paar jongens vegen glitters van de vloer en een van de acrobaten van de Arabische Mustafa Danger-groep glijdt nonchalant van een bijna tien meter hoge steiger.
Ze zijn hun „levensgevaarlijke” trapeze-act aan het oefenen en ook Danger, de leider van de groep, hangt in de steigers. „Dit kan ik niet eens één keer zonder dat ik mijn benen breek”, grapt Hellewegen.
<figure aria-labelledby="figcaption-0" class="figure" data-captionposition="below" data-description="Acrobaten van het Wereldkerstcircus. ” data-figure-id=”0″ data-variant=”grid”><img alt data-description="Acrobaten van het Wereldkerstcircus. ” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/12/tien-meter-hoog-in-de-nok-van-carre-zonder-vangnet-3.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/12/19133225/data125790191-672f3c.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/12/tien-meter-hoog-in-de-nok-van-carre-zonder-vangnet-20.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/12/tien-meter-hoog-in-de-nok-van-carre-zonder-vangnet-18.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/12/tien-meter-hoog-in-de-nok-van-carre-zonder-vangnet-19.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/12/tien-meter-hoog-in-de-nok-van-carre-zonder-vangnet-20.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/12/tien-meter-hoog-in-de-nok-van-carre-zonder-vangnet-21.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/2JqClHrojbyroJTv9R-hxrvem_g=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/12/19133225/data125790191-672f3c.jpg 1920w”>Acrobaten van het Wereldkerstcircus.
<figure aria-labelledby="figcaption-1" class="figure" data-captionposition="below" data-description="Repetities voor het Wereldkerstcircus in Carré.” data-figure-id=”1″ data-variant=”grid”><img alt data-description="Repetities voor het Wereldkerstcircus in Carré.” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/12/tien-meter-hoog-in-de-nok-van-carre-zonder-vangnet-4.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/12/19133215/data125790303-f42092.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/12/tien-meter-hoog-in-de-nok-van-carre-zonder-vangnet-24.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/12/tien-meter-hoog-in-de-nok-van-carre-zonder-vangnet-22.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/12/tien-meter-hoog-in-de-nok-van-carre-zonder-vangnet-23.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/12/tien-meter-hoog-in-de-nok-van-carre-zonder-vangnet-24.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/12/tien-meter-hoog-in-de-nok-van-carre-zonder-vangnet-25.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/ZGucUksS6sa0G3IoQfSJUrLh1R8=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/12/19133215/data125790303-f42092.jpg 1920w”>Repetities voor het Wereldkerstcircus in Carré.
Foto’s: Simon Lenskens
Doodsangsten
Boven in de piste hangen touwen voor de luchtacrobatiek waarmee een acrobaat uit Frankrijk aan het repeteren is. „Ze is gisteren een beetje ongelukkig op haar voet terechtgekomen. Het was even spannend, maar gelukkig viel het reuze mee.” De kans bestaat dat een van de acrobaten dood neervalt, omdat er geen vangnet is om hen op te vangen. „Plat gezegd klopt dat wel, maar dat is hun beroep: de totale inspanning om dat niet te laten gebeuren. Het publiek komt namelijk om angst, spanning en sensatie te voelen.”
Het Wereldkerstcircus staat bekend om zijn traditionele shows met ondeugende clowns en acrobaten die over een koord lopen. Hellewegen: „Er doen artiesten uit onder meer Rusland, Spanje en van het Chinese staatscircus mee. Ook hebben we koppels uit Moldavië, Oekraïne en Peru.” Daarnaast hebben sommige artiesten hun klassieke act een moderne twist gegeven. „Op de piste gaan bijvoorbeeld voor het eerst breakdancers met glow in the dark pakken (lichteffecten) optreden.”
Ook Hellewegen is van plan moderne elementen aan zijn presentatie toe te voegen. „Als je blijft hangen in het klassieke met u aanspreken van het publiek, kunnen de kinderen zich overgeslagen voelen.” Volgens hem zijn de kinderen in het publiek het belangrijkst, omdat het vaak hun eerste ervaring met entertainment in het theater is. Of hij de traditionele openingszin waarmee spreekstalmeesters het circus openen gaat gebruiken? „Natuurlijk. Hooggeëerd publiek!”, roept hij uit volle borst.
Je hoeft zijn naam niet te kennen om hem gehoord te hebben. Componist Stephen Emmer (66) schreef honderden pakkende tunes voor goedbekeken televisieprogramma’s zoals RTL Nieuws en het NOS Journaal. Zijn nieuwe album Mount Mundane betekent voor hem: thuiskomen na een odyssee van ruim tien jaar, waarin tinnitus, doofheid en plotse duizelingen Emmer dreven richting kluizenaarschap. Maar in die beangstigende stilte vond hij zijn eigen stem: „Mijn componistenbestaan van de afgelopen vijf decennia voelt met terugwerkende kracht als een etude, een oefening, voor Mount Mundane.”
Het album bevat vooral meditatieve stukken die het leven lijken te overpeinzen. Tegelijkertijd schilderen piano, koor en orkest een landschap waarin Emmer zijn bewondering voor het Franse impressionisme de vrije loop laat. Afgelopen week kreeg hij een bevestiging dat hij op het goede spoor zit. In de Verenigde Staten won Mount Mundane een Global Music Award, een prijs voor onafhankelijke musici, die niet bij grote internationale platenlabels zitten. „De onderscheiding betekent veel”, zegt hij, „omdat de muziek mijn persoonlijke geschiedenis weerspiegelt. Kennelijk zijn die gevoelens voor anderen herkenbaar.”
Achteraf denkt Emmer dat de kiem van zijn gehoorverlies – en daarmee van de weg die Mount Mundane verklankt – halfweg de jaren tachtig ligt. Voor een concert met de Engelse popgroep The Lotus Eaters kreeg hij de geluidsinstallatie van heavymetalband Motörhead te leen. „Die was niet berekend op toetsen. Ik hoorde niks bij de soundcheck. Twee jongens draaiden aan wat knoppen en grijnsden. „Try again, mate.” Bij de eerste toets die ik aansloeg, kreeg mijn linkeroor een enorme dreun. Twintig jaar later – bij een gehoortest met steeds hardere piepjes – ontwaakte dit slapende trauma. Sindsdien klonk onophoudelijk een piep in mijn oor.”
Lees ook
Stephen Emmer: de godfather van de Nederlandse tv-tunes
Macrameeën
De zoektocht naar genezing bracht Emmer onder andere bij de toenmalige kno-arts van het Concertgebouworkest. „Hij zei dat ik er maar vrienden mee moest zien te worden. Tinnitus was een soort vervelende oom. Ik werd gek van die indringende toon. Wat doe je aan zo’n fantoomgeluid in het hoofd? Ik zat op een gegeven moment bij een cognitieve therapiecursus te macrameeën. Met een taxichauffeur, een oud-juwelier en een accountant ging het dan over pasteltintjes. Een vervreemdende ervaring.”
En vervolgens pleegde een van die lotgenoten zelfmoord. „Stonden we met de achterblijvers naast zijn doodskist. Toen ik thuis die ervaring deelde met mijn toenmalige vrouw en mijn twee dochters, begonnen ze te huilen. En ineens drong het tot me door dat zij die tragedie op zichzelf betrokken. ‘Ga jij dat ook doen?’ Ik heb ze bezworen dat ik nooit de hand aan mezelf zou slaan.”
Inmiddels twijfelde Emmer of hij nog kon componeren. „De psycholoog vond stoppen geen goede gedachte. ‘Muziek’, zei hij, ‘is niet alleen uw werk, maar evenzeer uw hartstocht. Misschien moet u denken in halffabricaten.’ Ik had geen benul wat hij bedoelde, en hijzelf ook niet echt. Op de terugweg viel me iets in. Componeren is noten uit de lucht plukken en dat veronderstelt inspiratie. Dat wordt moeilijk met een Bes, zo’n absolute toon, in je oor. Het bewerken van bestaande stukken daarentegen, dat kon wel. Tot het moment dat ik merkte liever weer zelf te schrijven.”
Tegen die tijd was Emmers kwaal in een andere fase. In enkele jaren stierf zijn gehoor in het linkeroor af en restte aan die kant van zijn hoofd alleen een ruis. Hij betrad de wereld van het asymmetrisch horen. „Het lukte niet meer om naar stereo te luisteren. Hier thuis schakelde ik over op mono en speciale luidsprekers. Elders gaat dat niet. In een café wordt muziek na tien minuten ondraaglijk.”
Bovendien kreeg Emmer onvoorspelbare aanvallen van duizeligheid. „Ik durfde niet meer de straat op, want op elke hoek loerde angst en paniek. Dus zat ik thuis als patiënt.” Opnieuw volgde een speurtocht langs artsen. Na een wachttijd van tweeënhalf jaar kon hij deze lente terecht bij het duizeligheidsexpertisecentrum in Apeldoorn. „Ze stelden vast dat met mijn gehoor ook het evenwichtsorgaan aan de linkerkant was uitgevallen maar dat mijn hersenen al bezig waren dat te compenseren. Ik kreeg de boodschap dat die duizeligheid vermoedelijk van voorbijgaande aard was. Die conclusie lijkt tot nu toe te kloppen.”
Noodlot
Intussen begon Emmer weer te componeren. Hij keek en luisterde naar zijn oude muziek die hem vingeroefeningen leken, „maar in die naïviteit vond ik wel een melodische oorspronkelijkheid. En met de volle ambachtelijke gereedschapskist van nu ging ik met mijn jongere zelf een duet aan op Mount Mundane.”
De albumtitel staat voor een denkbeeldige louteringsberg die Emmer moest beklimmen om de beperkingen van zijn medische toestand achter zich te laten. Hij moest kiezen voor melodie boven ritme en voor een warme instrumentatie. „Het betekende – in klassieke zin – traag stromende adagio’s. Dat vond ik niet erg, want daarin drukken componisten zich in mijn ogen het meest persoonlijk uit.”
Ook de namen van de stukken bevatten hints naar Emmers Werdegang, en naar bewonderde componisten en literatuur. Zo gaat ‘Belvedere’s Exotic Garden’ over de Japanse achtertuin van de Franse componist Maurice Ravel, een meester in muzikale kleuren. ‘In Search for Meaning’ verwijst naar het gelijknamige boek van psycholoog en Auschwitz-overlevende Viktor Frankl, die betoogde dat het noodlot de mens kan treffen, maar dat die ervoor kan kiezen om niet in het slachtofferschap te zwelgen.
„In het nauw gedreven”, zegt Emmer, „vond ik in een tussenwereld een inspiratie die ik nergens anders had kunnen aantreffen. De filosoof Friedrich Nietzsche stelde dat beperking een bevrijding kan zijn. En dat heb ik ervaren. Mijn wanhoop boorde nieuwe bronnen aan. Pas nu voel ik dat mijn muzikale identiteit samenvalt met mijn persoonlijkheid.”
‘Mount Mundane’ van Stephen Emmer is te koop als vinyl en cd of te downloaden of streamen via stephenemmer.com of te streamen via andere aanbieders.
Vier grote filmschermen hangen haaks op elkaar in de mistige tentoonstellingshal van de Amsterdamse Loods 6 op het KNSM-eiland. Ze lijken wel licht te geven van binnenuit. Doorzichtig parelmoer. Maar zijn het wel schermen? Een man komt aanlopen en stapt er dwars doorheen. Hij verdwijnt in de duisternis. Is het een special effect? Een goocheltruc?
De schermen in de filminstallatie Topia van Zalán Zsakács maken deel uit van de tentoonstelling Contemporary Intersects, onderdeel van het Frans-Duitse film- en mediakunstfestival Rencontres internationales Paris/Berlin. Ter gelegenheid van z’n 25ste verjaardag doet het vermaarde festival nu Amsterdam aan, en het plan is om aan dat ‘Paris/Berlin’ in de naam in de toekomst ook ‘Amsterdam’ toe te voegen.
Dat zou geen slecht idee zijn, want er is in het Nederlandse filmlandschap echt ruimte voor een wat groter festival op het raakvlak tussen hedendaagse film- en mediakunst. Helaas was het film- en VR-programma alleen in het eerste weekend te zien, met recent werk van onder meer Minne Kersten, Melanie Manchot, Wendelien van Oldenborgh, Yuyan Wang en Clemens von Wedemeyer. De bijbehorende expositie Contemporary Intersects met elf filminstallaties is tot begin januari te zien.
Kettingzagen
Rencontres internationales wil niet zozeer de nieuwste films laten zien, zoals de meeste filmfestivals, maar toont een gecureerd programma waarin alles draait om kruispunten, kruislijnen, snijvlakken. Een prominente plek op de expositie Contemporary Intersects is ingeruimd voor de al wat oudere documentaire over Gordon Matta-Clarks Office Baroque (1977-2005), die zelden in z’n geheel wordt vertoond. Hij laat zien hoe Matta-Clark in 1977 met slijpschijven en kettingzagen een kantoorgebouw in Antwerpen tot een 3D-kunstwerk van oog- en boogvormige doorkijkjes omvormde.
Geïnspireerd door Matta-Clarks anarchistische interventies in bestaande architectuur zit er een zekere poëtisch-activistische ondertoon in de selectie op de expositie. De films en installaties spelen zich af aan de rafelranden van wat doorgaans ingekaderd en afgeschermd is – ze gaan over beroepen, plekken, subculturen die vaak veronachtzaamd worden.
Afschermen was overigens een van de eerste functies van de voorloper van ons huidige filmscherm, vertelt kunstenaar Zalán Zsakács tijdens het openingsweekend. Hij ontwierp de vier licht-‘schermen’ die hierboven zijn beschreven. Zijn werk Topia is bijna een optische illusie. Zsakács deed „media-archeologisch onderzoek” naar al die schermen die ons nu omringen, van bioscoop tot smartphone. Daartoe bestudeerde hij de idyllisch beschilderde kamerschermen en de op doorzichtige doeken en rook geprojecteerde ‘fantasmagoria’s’ uit de negentiende eeuw. Die kun je allebei zien als voorlopers van de filmkunst.
Los van alle associaties die het oproept om ‘door een scherm te kunnen lopen’, is het werk een wonderschone zintuiglijke ervaring en reuze instagrammable tegelijkertijd. Het licht flikkert een beetje, net zoals in de ‘expanded cinema’-experimenten uit de jaren zestig van de vorige eeuw, die je een bewustzijnsverruimende ervaring beloofden. Maar Zsakács nodigt je ook uit om na te denken over de toekomst van het scherm. In de geschiedenis is het eerst gezien als een spiegel, en toen als een venster. Maar de hedendaagse schermen zijn poreuze interfaces, een schakel tussen een gebruiker en een toepassing, die steeds meer aan het vervagen zijn. Zo wordt zijn werk niet alleen archeologisch, maar kun je zelf kiezen of je achter (of door) zijn Topia een utopie of een dystopie zult zien.
Apocalyptische technobeat
Louis Braddock Clarke doet iets vergelijkbaars, maar dan met geluid. In de film- en audio-installatie Under Boom luistert hij naar het verleden. Op twee immense projectieschermen flikkeren beelden die hij filmde in de lavagangen van het Portugese vulkaaneilandje Pico in de Atlantische Oceaan. Ze worden aangestuurd door het ritme van een overdonderende audiotrack die hij daar ook opnam. Het klinkt als een apocalyptische seismische technobeat, griezelig hypnotiserend en intiem. Er kwam geen effect aan te pas, haast hij te vertellen. Het eilandje blijkt een ‘luisterhotspot’, waar versterkt door de klankkast van de aarde allerlei geluidsgolven bij elkaar komen. Van luchtaanvallen in Oekraïne tot aardbevingen, de resonanties van brandend ruimtepuin en de echo’s van het afkalven van de ijskappen.
Zowel Topia als Under Boom illustreert iets heel fundamenteels. Namelijk dat we, zoals Braddock Clarke het noemt, onze zintuigen zijn gaan verwaarlozen omdat we in zo’n visueel opdringerige cultuur leven. En, zegt hij, daardoor zijn we de emotionele connectie kwijtgeraakt met wat we zien. Net als steeds meer kunstenaars maakt hij daarom gebruik van de praktijk van het ‘deep listening’, zo aandachtig en onbevooroordeeld mogelijk luisteren. Bovendien: licht en geluid laten zich niets aan nationale grenzen gelegen liggen; als we hier het effect kunnen horen van een ijsberg die met donderend geraas in de zee stort, dan komt de klimaatcrisis opeens heel dichtbij. Het stemt melancholisch: licht dooft uit, en geluid versterft. Sommige van de geluiden die hij opnam gingen wel vijf keer de aarde om voordat ze hun kracht verloren. Hoe dat klonk? Als iemand die geen stem meer heeft.