Thrillerschrijver Forsyth ontketende per ongeluk bijna ‘een Derde Wereldoorlog’

Frederick Forsyth, de Britse thrillerschrijver die maandag op 86-jarige leeftijd is overleden en wereldberoemd werd met The Day of the Jackal, over een moordpoging op de Franse president De Gaulle, dankte zijn carrière aan dubbelzinnigheid.

Na de bouw van de Muur in 1961 was hij als enige westerse correspondent achtergebleven in Oost-Berlijn, waar hij verslag deed voor persbureau Reuters. In april 1964, op het hoogtepunt van de Koude Oorlog, na de Cubacrisis en de moord op Kennedy, reed hij ’s nachts naar huis toen hij moest stoppen voor colonne na colonne Russische tanks, kanonnen en soldaten in vrachtwagens die richting de Muur rolden.

De Reuters man tikte op wat hij had gezien, alleen de kale feiten, en zette die op de telex. Gevolg: „In ministeries overal in Europa gingen lichten aan”, schreef hij later. „In Washington werd de minister van Defensie van een dinertafel geplukt. Het duurde twee uur en een paar zenuwachtige berichten aan Moskou tot de zaak helder was.”

Het bleek te gaan om een oefening voor de 1 mei-parade.

Of Forsyth hierna werd teruggeroepen of zelfs ontslagen omdat hij „bijna de Derde Wereldoorlog had veroorzaakt”, zoals hij zelf heeft gezegd, staat niet vast. Wel dat hij, na een kort dienstverband bij de BBC, in 1969 binnen een maand het manuscript typte dat hem beroemd zou maken.

The Jackal werd vier keer geweigerd, maar werd in 1971 een megasucces, gevolgd door de verfilming uit 1973 met Edward Fox als kameleontische huurmoordenaar. Het boek was tevens startschot voor een nieuw thrillergenre, waarin de plot draait om een alternatieve maar plausibele versie van echte gebeurtenissen op het wereldtoneel. Zonder Forsyth geen Tom Clancy, Ken Follett, Robert Harris, en zelfs de latere John le Carré. Of Hilary Mantel, godin van de historische faction, die ook een boek schreef over een moordpoging op Margaret Thatcher en bekende dat The Jackal haar lievelingsboek was.

De plot voor een verhaal over een poging De Gaulle te vermoorden kwam niet uit de lucht vallen. Algerije kreeg zijn onafhankelijkheid in 1962, toen Forsyth correspondent in Parijs was. Dissidente ultrarechtse militairen, de Organisation de l’Armée Secrète (OAS), zwoeren wraak op de president en voerde een aantal mislukte aanslagen uit. Forsyth bedacht het scenario dat de groep externe hulp zocht bij een anonieme huurmoordenaar, alleen bekend als ‘De jakhals’, die in staat zou zijn de beveiliging in zijn eentje te omzeilen met valse identiteiten, charme, en een ijskoude beroepsattitude.

Het uittesten van een speciaal voor hem gemaakt geweer (op een watermeloen ter grootte van De Gaulle’s hoofd) of de moord op de mooie kasteelvrouw die hem een nacht onderdak geeft, werden iconische scènes, geschreven in zijn feitelijke, documentaire stijl, waarin je nog steeds iets van de Reuters man herkende.

Nederlandstalige uitgave van Forsyths megahit

The Jackal werd ook een geval van life imitates art imitates life, toen de voortvluchtige Stasi-moordenaar Ilich Ramírez Sánchez, bijgenaamd ‘Carlos’, in 1975 een Forsythe-fan bleek en voortaan door het leven ging als Carlos the Jackal.

Klein kernwapen

Geloofwaardig de vraag ‘Wat als?’ stellen werd zijn handelsmerk. Hij deed het in The Dogs of War (1974), zijn roman over huurlingen in Afrika, die hij in Nigeria tijdens de Biafra-oorlog aan het werk had gezien. In The Odessa File (1972), over een vluchtroute voor oud-SS’ers die daadwerkelijk heeft bestaan. En in The Fourth Protocol (1984), waarin die derde wereldoorlog bijna begint als de Sovjets een klein kernwapen het Verenigd Koninkrijk binnen smokkelen om de Amerikanen daarvan de schuld te geven. The Fox (2018), zijn vijftiende en laatste thriller, is een cocktail van actueel ogende intriges rond hackers, de Mossad, MI6 en schurkenstaten met nucleaire ambities.

Forsyth verkocht wereldwijd tientallen miljoenen boeken. Het fortuin dat hij ermee verdiende raakte hij voor een deel ook weer kwijt door domme investeringen en aan een zwendelaar. De laatste jaren van zijn leven trad hij vooral op als politiek commentator aan de rechterflank; hij was onder meer een verklaard voorstander van de Brexit.

Forsyth werd geboren in 1983 in Ashford, Kent, waar zijn ouders een winkel in jurken en tapijten dreven, en genoeg verdienden om hem naar een kostschool (in de buurt) te sturen. Voordat hij journalist werd, was hij als dienstplichtige gevechtspiloot bij de Royal Air Force.

Die periode heeft een relatief onbekend, kort, eenvoudig maar wellicht zijn beste verhaal op het snijvlak van feit en fictie opgeleverd. Het heet The Shepherd (De herder) en gaat over een gevechtspiloot die vanuit West-Berlijn op kerstavond 1957 ’s nachts in zijn eentje terugvliegt naar Londen, in een De Havilland Vampire, het toestel dat Forsythe zelf ook vloog. Onderweg gaat er iets mis met zijn instrumenten en raakt hij de weg kwijt in de mist. Als hij het bijna heeft opgegeven duikt uit diezelfde mist een Mosquito op, een tweemotorig gevechtsvliegtuig uit de Tweede Wereldoorlog. Dat vliegtuig, met de letters ‘JK’ op de neus geschilderd, gidst hem veilig naar een afgelegen vliegveld en verdwijnt in de nacht. Op het vliegveld ziet de piloot een foto van precies zo’n vliegtuig als hem heeft gered, ‘JK’ op de neus, met een jonge RAF-piloot ernaast. Wie dat is? Johnny Kavanagh. „He went out on patrol on Christmas Eve 1943 and never returned.”

Forsyth schreef het verhaal in 1975 als kerstcadeau voor zijn eerste vrouw, in één dag.

Edward Fox als huurmoordenaar in The Day of the Jackal (1973).