Theaterpubliek in opstand tegen radicaal-rechtse praatjes op theaterfestival Noorderzon

„Boeoeoe!!”, roept de man midden in het publiek. Hij staat op en loopt weg. Door de hele zaal klinkt een spoor van gemor. Waarom? Omdat op dat moment op de toneelvloer een radicaal-rechtse politicus al een kwartier lang een bevlogen speech houdt over zijn missie en idealen. Het is de zelfverzekerde speech van een winnaar, want in dit theaterstuk van de Portugees Tiago Rodrigues, is radicaal-rechts zes maanden eerder bij de verkiezingen aan de macht gekomen.

Het is het wonder van theater dat het publiek zich zo geraakt voelt. Alle ideeën in de speech zijn inmiddels bekende rechtse thema’s, in deze tijd met radicaal-rechtse overwinningen door heel Europa en hernieuwde Trumpiaanse retoriek. Maar een woord komt pas tot leven, stelde dichter Emily Dickinson ooit, als het wordt uitgesproken. Dankzij deze man komen die rechtse ideeën echt binnen.

Rodrigues creëerde een vernuftig amalgaam van rechtse opvattingen, in klinkende volzinnen: voor de eigen natie, de eigen cultuur, voor God en het gezin, en anti-buitenlanders, anti-links, anti-homo, anti-feminisme. Met een rits goed uitgewerkte voorbeelden: dat huiselijk geweld niet bestaat als de vrouw zich eerbaar opstelt, dat agenten zich niet moeten laten vernederen.

Grondwet

Hoofdthema is dat de nieuwe rechtse machthebbers allereerst de grondwet gaan aanpassen, want dat „vodje papier” voorkomt de uitvoering van „de wil van het volk” („Je mag pedofielen niet eens casteren!”). De meerderheid laat zich niet meer commanderen door de minderheden. Het is een houding die bij een Nederlands theaterpubliek, dat sinds kort geleid wordt door een kabinet dat neigt naar een vergelijkbare filosofie, absoluut resoneert.

Het miraculeuze van deze voorstelling, getiteld Catarina and the beauty of killing fascists, is dat Rodrigues het publiek voorafgaand aan deze speech ruim twee uur lang een bijna surrealistische blik biedt op een familie die even hartstochtelijk het willekeurig doden van fascisten bepleit. Jaarlijks komen de familieleden op hun landgoed bijeen om een ontvoerde fascist te doden – vergelding uit naam van onderdrukte en gedode vrouwen. Dat doen ze sinds hun overgrootmoeder in 1954 haar man doodde die werkeloos toekeek hoe een fascist een onschuldige vrouw in de rug schoot.

Elk kind dat 26 wordt, moet voor het eerst een executie uitvoeren, maar het nichtje dat nu aan de beurt is, weigert. Ze pleit voor politiek bedrijven, voor praten met de mensen die op de fascisten stemmen, maar haar moeder, opa en de anderen geven haar uitgebreide lessen over eer, moed, en opkomen voor de verdrukten. Dat klinkt overtuigend, want waarom de democratie overhandigen aan degenen die haar willen afschaffen? Moet dat niet voorkomen?

Wanhopige gijzelaar

De man die de radicaal-rechtse speech uitspreekt, is dit keer de man die ontvoerd is en voorbestemd is gedood te worden. Ruim twee uur lang zien we hem alleen als bange, wanhopige gijzelaar. Dankzij het nichtje komt hij vrij. En slaat aan het speechen. Haar keuze is een keuze voor geweldloze rede, waarvan het effect meteen zichtbaar en voelbaar is. Dat is knap gedaan van Rodrigues – artistiek directeur van het Festival van Avignon, vaste gast op zowel Noorderzon als het Holland Festival en tevens auteur van het briljante Women in Troy voor toneelgezelschap Dood Paard (in september in reprise). Hij creëert een moreel dilemma waar je nog lang over nadenkt en napraat.

Catarina is een goede illustratie van kracht van de internationale Noorderzon-programmering. Die is bovendien heel breed, blijkt op de openingsavond, met uitgebeend Argentijns teksttheater naast romantisch Canadees hedendaags circus.

Het jonge Canadese gezelschap People Watching frappeert in Play Dead met hun speelse, bijna frivole benadering van hun imposante acrobatische kunsten. Met een klassieke salon als decor voert het zestal, aangekleed als jonkers en jonkvrouwen, eerst scènes uit waarin slapstick de boventoon voert. Zoals wanneer bij een vrouw het instemmend knikken naar een onophoudelijk pratende man geheel ontspoort.

Met ruggen die van rubber lijken, sprongen die de zwaartekracht tarten en inventief samenspel creëren ze vervolgens een serie hoogstandjes, waarin ook nog plaats is voor trucs met objecten als flessen en borden. Memorabel is een acrobate die etaleert op hoeveel manieren je jezelf in een houten kledingkast kan opvouwen. Noorderzon heeft al jaren een goede neus voor eersteklas circus en People Watching schuift moeiteloos aan in het rijtje.

In de bewerking van Tsjechovs De Meeuw door de Argentijnse regisseur Guillermo Cacace worden alle rollen gespeeld door vijf vrouwen die rond een vierkante tafel zitten, waaraan ook toeschouwers aanschuiven. De rest van het publiek zit er dicht op, in kringen eromheen.

De voorstelling Play Dead van theatergezelschap People Watching.
Foto Jan Westerhof

Ongemakkelijk

Boventiteling heeft een cruciale rol bij internationaal theater. Die was puntgaaf en goed leesbaar (en dat is wel eens anders), maar mijn probleem was dat de vrouwen zo snel spraken en dat er zóveel tekst was, dat mijn blik aan het scherm was gekleefd. Daarbij moest ik voortdurend bewegen om tussen de hoofden voor me te ontwaren wie er eigenlijk sprak, want door deze opstelling zag ik hoogstens twee actrices tegelijk (en één sowieso alleen op de rug).

De melancholieke tekst, over onbeantwoorde liefdes en verloren levens, werd met veel passie uitgesproken door de actrices, die me zeer bijzonder leken. Maar als theaterervaring was dit louter van een scherm lezen nogal eentonig en ongemakkelijk. Het is spijtig als je het gevoel hebt dat de ziel van een voorstelling langs je heen lijkt te zweven.

Scène uit de voorstelling Glory Wall van Leonardo Manzan

Foto Niels Knelis

Intrigerend decor

Wat ook langs me heen zweefde, om andere redenen, was Glory Wall, van de Italiaan Leonardo Manzan. De voorstelling werd bekroond tot ‘beste stuk’ op de Biënnale van Venetië in 2020, toen het thema van het festival ‘censuur’ was.

Glory wall beschikt over een intrigerend decor, een muur die het hele toneel vulde. Daarin ontstonden gaten, zoals in de ‘glory wall’ uit de seksindustrie, waar mannen zich anoniem kunnen laten bevredigen door hun penis door een gat te steken. Ook in deze voorstelling zijn de acteurs anoniem: door de gaten zag je handen en delen van gezichten.

De voorstelling startte met een melig woordenspel, met tekstprojecties op de muur over censuur, stoelend op de merkwaardige gedachte dat een stuk over censuur zelf censuur niet kan ontlopen. Vervolgens werden met een zaklantaarn drie bezoekers aangewezen die geprojecteerde teksten over vrijheid van Pier Paolo Pasolini, Markies de Sade en Giordano Bruno moesten voorlezen. Meer dan koddig werd het gesprek tussen deze ooit vervolgde kunstenaars niet.

Waarna alsnog een penis door een gat werd gestoken. De penis verbeeldde de regisseur, die werd geïnterviewd. Manzan verkondigde dat het hedendaags theater verbeeldingsarm en ongevaarlijk is. „Theater wordt niet gecensureerd, omdat het theater niet bestaat.” Tsja. Er was niemand die de moeite nam om boe te roepen.