Regisseur Luna Joosten (1998) drukt haar vingertoppen tegen elkaar en houdt haar hand theatraal voor haar samengeknepen ogen. „Dan is het zo mooi klein”, zegt ze zacht. Acteur Emma Buysse (1995) vult haar quasi-ernstig aan: „We moeten de diepte zoeken. Nuances aantikken.” Joosten: „Dubbele lagen!” Buysse: „Ik denk dat er ook iets van Nietzsche viel.”
Waar het precies over ging weten ze niet meer, maar het gesprek tussen een stel theatercollega’s dat ze opvingen in het Amsterdamse café De Smoeshaan werkte op de lachspieren van Joosten en Buysse. Het jonge makersduo zat daar bij te komen van hun laatste voorstelling, CRYBABY (2021), en vond het onnodig zwaar, al die jargon-termen en pretentie. Maar hun ongemak over de serieuze toon van hun collega’s zette ze ook aan het denken en vormde zelfs de aanleiding voor hun nieuwe voorstelling: Meta-moe.
All inclusive resort
In theater Likeminds in Amsterdam Noord wordt op dinsdag 16 januari nog volop gerepeteerd, in een zaaltje dat uitkijkt op het grijze water van het IJ. Binnen wordt de natte winter verdreven met tropische decorstukken. Een groot doek waar een strandtent en een sfinx op zijn geschilderd. Een strandstoel met daarop de Privé, Dostojevski’s Misdaad en straf en de karaokemicrofoon waar Buysses medespeler Mark Kraan net overtuigd de eerste coupletten van ‘True Colors’ in heeft gezongen. Allemaal onderdelen van het all inclusive resort waar de voorstelling zich afspeelt.
Meta-moe is de eerste voorstelling die Joosten en Buysse maken als onderdeel van de Nieuwe Makers Regeling, de subsidie voor beginnende theatermakers die het tweetal aanvroeg bij het Fonds Podiumkunsten. Door de subsidie en de samenwerking met theaterbureau Via Rudolphi Producties kon het duo begeleiding krijgen in het vooronderzoek en het schrijven van het stuk over wannabe’s en intellectuelen. Ze doken diep in het thema ‘pretentie’ en hun eigen verhouding daartoe.
„In het maken van deze voorstelling zijn we onszelf gaan afvragen: waarom vinden we het ‘eng’ om onszelf serieus te nemen?”, legt Joosten uit. „Het is natuurlijk ook best spannend om achter jezelf te gaan staan als kunstenaar of als theatermaker. Als je jezelf helemaal serieus neemt, kun je ook door iemand onderuitgeschopt worden. En als je jezelf al een beetje belachelijk maakt, dan kan iemand anders dat niet meer doen.”
Buysse: „Dat is denk ik wel iets van de tijd waarin we leven. Omdat we onszelf ook steeds meer via al die beeldschermen zien. Het is of je jezelf van een afstandje bekijkt, de hele tijd ziet hoe je je gedraagt en daar een oordeel over hebt.” Buysse wordt daar soms best meta-moe van. „Ik denk wel eens: zou ik niet relaxter zijn als ik niet de hele tijd zou zien in welke context ik sta en welk beeld ik over mezelf naar buiten stuur? Niet alleen op Instagram, bijvoorbeeld, maar ook gewoon als ik op de pont naar Noord sta.”
Meta-moe worden de twee ook van een zekere trend die ze de laatste jaren in het theater hebben gezien, en die op één lijn ligt met de helikopterview die ze zelf waarnemen. „In bijna elke voorstelling stappen op een gegeven moment de acteurs uit hun personages en zeggen: nou, eigenlijk vind ik er dít van. We hebben er blijkbaar behoefte aan iets ‘echts’ te zien.” „Eerst vonden we dat wel vet”, zegt Buysse. „We hebben er in onze eerste voorstelling, Great People, ook mee geëxperimenteerd. Maar nu vind ik het interessant om te kijken of je het verhaal gewoon in de fictie kan vertellen.”
Culturele bagage
Het verhaal van Meta-moe draait om de ontmoeting van twee personages: Hannelore (een twintiger die liefst de hele dag ligt te zonnen in haar panterprintbadpak) en Berry (een veertiger die altijd zijn blocnote bij de hand heeft voor ernstige aantekeningen). Berry verlangt naar verdieping, Hannelore juist naar versimpeling. Haar afkeer tegen pretentie is Joosten en Buysse welbekend.
„Dat heeft er misschien ook mee te maken dat wij die pretentie niet erg ‘nodig’ hebben”, zegt Joosten. „Net als Hannelore hebben wij van huis uit al veel meegekregen, ook aan culturele bagage. We hebben niet zo veel te bevechten. Dus toen zijn we naar de andere kant gaan kijken: wie zijn die mensen die wel in een ander hokje willen vallen in het leven? Dat is het personage van Berry geworden. Die komt uit een milieu waarin weinig culturele dingen waren. Hij is veel gaan lezen, heeft Dostojevski gevonden en vindt dat fantastisch. Soms maakt hij nog ‘intellectuele foutjes’, of zegt hij de dingen nog niet ‘juist’. Maar hij is zich wel aan het bewegen naar een andere laag in de maatschappij.”
Buysse: „Joost de Vries schrijft in Echte pretentie dat pretentie ook de zoektocht is om jezelf nog een beetje te verdiepen. Om een andere versie van jezelf te worden, nieuwe dingen te leren en de wereld zo door een andere bril te gaan zien.” Wie nieuwe dingen leert en zichzelf daarin serieus neemt, is misschien even een wannabe, maar komt zo uiteindelijk wel verder, wil Buysse maar zeggen. „Je moet een beetje door een gênante fase heen”, beaamt Joosten. „Dat moeten wij misschien ook. Ik ben door deze voorstelling wel actief gaan proberen mezelf serieuzer te nemen. Het is ook best vermoeiend om jezelf de hele tijd onderuit te schoppen.”
Kunnen bezoekers van De Smoeshaan binnenkort dan ook Joosten en Buysse over kleine nuances en dubbele lagen horen praten? Wie weet, lacht het tweetal. „Dan gaan we het over Nietzsche hebben.”