Theatermaker Elfie Tromp: ‘Er is in mijn leven bijna niks ergs gebeurd. Waarom ben ik dan zo boos?’

Schrijver, columnist en theatermaker Elfie Tromp.


Foto Andreas Terlaak

Interview

Elfie Tromp In haar nieuwe voorstelling ‘Op de barricade van het hart’ toont theatermaker Elfie Tromp zichzelf van alle kanten: heel fel maar ook zacht. „Als je denkt dat ik alleen maar boos ben, sla je me helemaal plat.”

Schrijver, columnist en theatermaker Elfie Tromp (37) – als schrijver en columnist bekend van radio 1 en Metro – werd vorige week de nieuwe stadsdichter van Rotterdam. Maar ze maakt zich ook op voor een tournee van haar nieuwe theatervoorstelling. In Op de barricade van het hart verbindt ze persoonlijke worstelingen aan maatschappelijke thema’s.

Een van de liedjes in die voorstelling gaat over witte vrouwen. „Arme witte vrouw… ze geeft aan elke collectant, zamelt jassen in voor vluchtelingen, schooltassen aan arme kinderen. Arme witte vrouw, ligt het echt niet aan jou?”

Volgens haar regisseur Marcus Azzini vat dit liedje precies Tromps probleem samen: ze kan niet zomaar gelukkig zijn.

„Ik werd soms zo wakker”, vertelt Elfie Tromp thuis in Rotterdam. Ze balt haar vuisten. „Ik snapte er niets van, er is in mijn leven bijna niks ergs gebeurd. Waarom ben ik dan zo boos?” Was het misschien door haar jeugd, of door de ballast van haar voorouders? Ter verduidelijking vertelt ze over een wetenschappelijk experiment: een muis kreeg in een hoek van zijn kooi een elektrische schok toegediend. Vervolgens bleven nog vijf generaties nagekomen muizen die hoek van de kooi mijden.

Tromp: „Als je dat omrekent naar mensenjaren… Al die ballast! Wie is er al vijf generaties gelukkig? Niemand! We zijn allemaal gevormd door ellende waar we niks mee te maken hebben. Door de pech en domme keuzes van onze voorouders.”

Hoeveel procent van de woede is echt van jou?

„Misschien zestig procent? Seksisme is nog overal. Maar wat mij overkomt, raakt me ook om wat mijn moeder is overkomen in de zin van genderongelijkheid. Zij heeft veel te verduren gehad, puur omdat ze een vrouw was in haar tijd. Misdiagnoses door seksisme in de gezondheidszorg, verschillende aanrandingen, de schaamte van een katholieke opvoeding… Om maar wat te noemen. Daar heeft ze veel over gedeeld en haar verhalen zitten in mij. Het voelt alsof veel van die woede niet mijn woede is, maar dat ik wel de eerste ben die die woede kan uiten.

„Ik ga graag naar yoga. Daar zie ik dan veel vrouwen die, net als ik, hun woede liggen weg te puffen. Hier lekt veel protest-potentie weg, denk ik dan. We moeten onszelf niet rustig proberen te krijgen, we moeten juist veel bozer worden. Gillen! Ga ruzie maken, ook thuis. Alleen dan kunnen we dingen veranderen. En daarna ga je dan naar yoga, omdat die woede je ook opvreet.”

Hoe voel je dat?

„Ik had psychosomatische klachten waar niemand de oorzaak van wist. Chronische blaasontsteking, slapeloze nachten, paniekaanvallen, altijd een pijnlijke schouder en zo’n trekkend oog. Nu kun je dat pech noemen, maar ik zie het bij veel vrouwen om me heen. Dat is woede, hoor.

„Ons wordt door het individualisme aangepraat dat het aan onszelf ligt, maar er is nog zo veel ongelijkheid; groot én klein. Dat laten we eigenlijk liggen door onszelf de schuld te geven. Als we alleen maar stressklachten bestrijden, pakken we dan wel de oorsprong ervan aan?”


Lees ook: Elfie Tromp wordt het monster dat anderen in haar zien

Wil je dat vrouwen bozer worden van je theatervoorstelling?

„Ja. Mijn werk is niet bedoeld om te sussen. Heel vaak wordt kunst of theater gemaakt voor de gezelligheid. Maar ik wil mensen wakker kussen of wakker schudden.”

Eén grote kus

Elfie Tromp uit haar woede ook als columnist. Ze krijgt via sociale media vaak heftige reacties op haar stukken. Soms zelfs doodsbedreigingen; na een radiocolumn over Urk moest er politiebeveiliging komen. „Toen dacht ik wel: wil ik dit nog zo?”

Eén luisteraar schreef : ‘Ik kots van jou. Nog denken dat je grappig bent. Stik lekker in je hoerenpetje [verwijzend naar het petje dat Tromp droeg op de video red.].’

Tromp besloot op een veel vriendelijkere manier te reageren: ‘Hoi Annelies! Ik zie dat je van gitaarspelen houdt. Ken je de app tabs al? Echt een aanrader!’ „Daarop draaide deze Annelies zelf ook 180 graden”, vertelt Tromp. „‘Heel grappig ja, die ken ik uit m’n kop.’, schreef ze. Het werkte dus. Ik had zelf behoefte aan iemand die me omarmde. Dan moet ik dat ook andere mensen gunnen die boos zijn, bedacht ik. En daaruit kwam ook Pietà voort.”

Pietà is Tromps laatste boek: een verhaal over de vele perspectieven van mensen die zich roeren in het debat over het neerhalen van een standbeeld. „Pietà is bedoeld als één grote kus, omdat ik het verlangen had naar meer nuance en begrip. En ook omdat dat begrip mij vaak niet gegund is in de publieke opinie.”

Wat bedoel je daarmee?

„Mensen serveren me heel gemakkelijk af. Niet alleen op sociale media, ook machthebbers in de culturele sector. De directeur van een poëziefestival wilde me niet boeken omdat ik ‘ruzieachtig’ was, maar hij had me nog nooit ontmoet. Schrijver en Parool-columnist Johan Fretz zegt net zulke felle dingen als ik vijf jaar geleden, maar hij is een man dus hij zegt de waarheid. Maar ik ben een oproerkraaier.”

„Mediamakers zijn op zich dol op uitgesproken vrouwen, maar dat werkt ook in je nadeel, want mensen kunnen denken dat je die aandacht alleen verdient omdat je uitgesproken bent. En mediamakers beseffen ook niet hoe kwetsbaar je je opstelt door je uit te spreken. Hoe onveilig je bent.”

Je zei ergens in een interview: media hebben de ethiek van een vierjarige.

„Toen ik werd bedreigd, werd ik platgebeld door journalisten. Ze vroegen me constant hoe het was om bedreigd te worden. Ja, wat denk je? Helaas zijn ze niet zo happig als je een genuanceerd boek schrijft.”

Heb je er spijt van dat je zelf in die provocerende rol bent gestapt?

„Nee. Ik weet nu beter hoe media werkt, hoe ophef werkt en zet dat laatste nu beter in. Ik heb recent ook mijn eerste single uitgebracht. Daarin zing ik over mijn eerste grote liefde, een dertigjarige muzikant die mij als 14-jarige zijn zielsverwant noemde. Ik zing nu ‘zonder pedofielen geen popmuziek’ en trek het verder naar grensoverschrijdend gedrag van allerlei pop-en rockidolen. Ik heb ook tedere liedjes, maar deze moest ik eerst uitbrengen want hierdoor ontstaat ophef en daardoor krijg ik meer aandacht voor mijn werk. Dan is het maar twee weken moeilijke reacties incasseren.

Je keuze voor regisseur Marcus Azzini is ook interessant. Hij kwam juist in het nieuws door ongewenst gedrag bij Toneelgroep Oostpool.

„Ik hou van zijn werk. Iemand anders opperde de samenwerking. Ik zei: ik wil hem heel graag ontmoeten, maar er moet wel inzicht zijn over het onderwerp grensoverschrijdend gedrag, anders kan ik niet met hem samenwerken. Ik merkte toen dat Marcus veel huiswerk had gedaan, hij is zelf in therapie gegaan. Hij is gegroeid, weet inmiddels meer over machtsverhoudingen en ongewenst gedrag dan ik. Mensen verdienen dan een tweede kans.”

Hij zei ook dat de voorstelling niet alleen over woede moet gaan.

„Nu we de voorstelling aan het analyseren zijn, kom ik erachter dat er heel veel angst achter die woede zit. Angst om het fout te doen, angst dat de wereld de verkeerde kant op gaat. Ik ben een angstig persoon.”

Altijd al geweest?

„Ik heb denk ik jeugdschizofrenie gehad. De diagnose is nooit gesteld, maar ik had wel alle symptomen. Ik hoorde als kind stemmen die me allerlei opdrachten gaven, soms wensten ze me ook dood. Ik ben ook een keer gestopt met eten en een keer het water in gelopen. Ik vertel in de voorstelling dat ik als kind een fascinatie had voor het spook van de opera, wat een raar idool is voor een meisje van acht. Horrorfilms dienden voor mij als houvast voor die angst. Ik denk dat ik door die ervaringen iets minder vermijdend ben naar wat wij negatieve emoties noemen.

„Op het podium mag dat er allemaal zijn. Het ongemak, de angst en kwetsbaarheid én het duister. Ik hou van ontregeling, van kunst waar iets kapot gaat. Eén van de mooiste shows die ik ooit heb gezien, was van Ko van den Bosch. Hij speelde in een houten kubus die in de lucht was getakeld. Op een gegeven moment ging dat kantelen en werd hij zo tegen een muur gesmeten. Al het decor viel om, hij bloedde maar speelde nog een half uur lang door. Daarin sloeg hij het hele decor aan gort. Ik dacht: mag dit, kan dit, is dit kunst? Geweldig!

„Maar denk daarmee niet dat er geen tederheid in mijn voorstelling zit. Het fijne aan theater is juist dat ik alles van mezelf kan laten zien, al die lagen. Het felle en het zachte. Als je denkt dat ik alleen maar boos en fel ben, dan sla je me helemaal plat.

De voorstelling Op de barricade van het hart is van 9 t/m 19/2 te zien in Theater Walhalla. Inl: theaterwalhalla.nl Daarna nog een aantal keer in het land. Inl: elfietromp.nl