Theatermaker Dennis Vanderbroeck: ‘Ik heb een obsessieve angst voor de dood’

Beelden uit de voorstelling ‘A Masterpiece. Or at least a brave attempt’ van Dennis Vanderbroeck.


Foto Frederik Heyman

Interview

Dennis Vanderbroeck Toen de vader van Dennis Vanderbroeck ziek werd, werd de theatermaker en vormgever geconfronteerd met zijn angst om te sterven. Zijn voorstelling ‘A masterpiece’ is een ode aan zijn vader en aan de kunst.

„Sinds het begin van dit gesprek heb ik al vijfentwintig keer op de klok gekeken.” Dennis Vanderbroeck bedoelt gelukkig niet dat ik hem de keel uithang, maar gebruikt het voorbeeld om zijn extreme controledrift te illustreren. „Tijd is een heel giftig ding in mijn leven, ik controleer obsessief hoe laat het is. Voor alles wat ik doe, maak ik in mijn hoofd een timeslot, en als ik dat overschrijd, word ik enorm onrustig. Pas in het proces van A masterpiece zag ik in hoezeer mijn behoefte aan controle samenhangt met mijn obsessieve angst voor de dood.”

Dennis Vanderbroeck en zijn vader.

Theatermaker en ontwerper Dennis Vanderbroeck maakte na zijn toneelopleiding furore in de internationale modewereld. Hij werkte twee jaar bij het gerenommeerde productiebedrijf Bureau Betak, waar hij modeshows ontwierp voor onder andere Dior, Calvin Klein en Raf Simons. „Ik heb me daar echt hard binnengeluld. Tijdens mijn studie stuurde ik al ieder jaar mijn cv en portfolio, en toen werd ik opeens uitgenodigd voor een gesprek en daarna meteen aangenomen. Ik werd door hen klaargestoomd om hun kantoor in New York te gaan leiden, maar ik merkte dat ik al snel een beetje afgestompt raakte omdat het zo’n productiemachine is, en ik wilde mijn liefde voor die wereld absoluut behouden. Toen ben ik teruggekomen naar Nederland en heb ik daar Studio Dennis Vanderbroeck opgezet, waar ik een balans kan treffen tussen grote commerciële projecten, het ontwerp van toneelbeelden voor theatervoorstellingen en mijn eigen werk.”

Een andere belangrijke reden dat Vanderbroeck uit de VS terugkeerde, was het feit dat zijn vader ziek was geworden: vanaf 2015 kampt hij met vroege dementie. „Dat had een enorme impact op me, ik vond het moeilijk om mijn vader te bezoeken. Hij ging zo hard achteruit dat ik vooral mijn eigen angst in hem weerspiegeld zag, ik moest vier sigaretten roken voordat ik over de drempel van de verzorgingsinstelling durfde te stappen. Het contrast met hoe hij er zelf mee omgaat was groot: hij laat de dingen komen zoals ze komen, staat altijd in het nu. Terwijl ik altijd denk: wat komt hierna? En dáárna? Ik heb in de zomer een modeshow in Milaan gedaan, maar daar heb ik geen moment van kunnen genieten, omdat ik de hele tijd bezig was met de controle houden.”

Opgebrand

De worsteling met sterfelijkheid en controledrift viel samen met een periode waarin Vanderbroeck helemaal niets uit zijn handen kreeg. „Het was het begin van de coronacrisis en ik was totaal opgebrand, ik had totaal geen inspiratie meer. Ik sleepte me naar mijn studio in Rotterdam en daar viel mijn oog plotseling op een foto van Yves Klein, waarop hij van een dak af springt. Toen kwam alles samen: de angst voor de dood heeft te maken met de angst om vergeten te worden, en juist daarom vond ik de dementie van mijn vader zo afschrikwekkend. Ik dacht: hier moet ik een werk over maken.”

Dat werd A masterpiece. Or at least a brave attempt, waarin Vanderbroeck de speelvloer deelt met een voice-over van zijn vader. Deze leest de instructies voor waarmee Vanderbroeck in de voorstelling beroemde performances van Klein, Bruce Nauman en andere artistieke helden her-ensceneert in een poging om zelf onsterfelijk te worden. „Het gaat daarmee ook over nalatenschap. Wat laat je achter als je er zelf niet meer bent? Maar dat is natuurlijk ook maar een manier om de angst voor de dood te bezweren, wat verwacht ik er eigenlijk van? Ik had heel lang een sterke kinderwens, tot ik me opeens realiseerde dat die ook voortkwam uit mijn wens om eeuwig voort te blijven bestaan, en toen was ik er ook meteen van genezen.

„In de zomer kreeg ik een hernia, met het vooruitzicht op een krankzinnig druk najaar en het creatieproces van A masterpiece meteen daarna. Om het vol te houden moest ik gezond gaan leven: sporten, gezond eten, op tijd naar bed. Dat is lange tijd goed gegaan, maar aan het begin van het repetitieproces kreeg ik plotseling uitvalverschijnselen in mijn been en moest ik alsnog worden geopereerd. Het hele proces moest worden uitgesteld en ik moest rust houden. Dat was het beste wat me had kunnen overkomen: de controle werd me uit handen genomen en ik moest me overgeven aan mijn herstel. Dat heeft de voorstelling echt veranderd, de nadruk ligt nu veel meer op de ondertitel dan op de titel”, lacht hij.

Maar naast een afrekening met de angst voor de dood is A masterpiece voor Vanderbroeck vooral een ode aan zijn vader. „Mijn vader heeft altijd voor me klaargestaan. Toen ik als kind op ballet wilde, heeft hij me daarin gesteund, ook tegenover zijn eigen vader, die het maar niks vond dat ik ‘een mietje’ aan het worden was. Dat was een heel vormend moment voor mij, ik voelde me altijd door hem gesteund. Ik vind het zelf een beetje pathetisch klinken maar ik maak de voorstelling eigenlijk voor hem.”

A masterpiece. Or at least a brave attempt bij Het Zuidelijk Toneel gaat 8 februari in première in Theater Rotterdam. Inl: theaterrotterdam.nl. Tournee t/m 30/3. Inl: hzt.nl