‘The Problem with People’ is stereotypenkomedie: Amerika vs. Ierland

Ierse film en tv doen het beter dan ooit. Films als The Banshees of Inisherin, The Quiet Girl, Kneecap en Small Things Like These kregen de laatste jaren buitengewoon veel internationale aandacht, lof en bezoekers. En streaming bracht seriesuccessen als Derry Girls en Normal People, waardoor de Ierse acteur Paul Mescal dé zielige hunk van Hollywood werd.

Ierser dan The Problem with People, deze week in de bioscoop, kan het niet. Schapen, Ierse folk, regenbogen en wollen truien tot je fantoomjeuk krijgt. Maar deze film had misschien beter in Ierland kunnen blijven.

De film volgt Ciáran. Zijn vader ligt op sterven en het is zijn laatste wens dat een decennia oude familieruzie tussen de Ierse en Amerikaanse tak van de familie wordt opgelost. Na twee telefoontjes is het zover: de Amerikaanse neef Barry, een vastgoedmagnaat uit New York, komt voor het eerst naar Ierland.

Wat volgt is een klassieke stereotypenkomedie. Waarin de onnozele, sobere Ier opbotst tegen de arrogante yank. Minimale cultuurverschillen worden maximaal uitgebuit. De Amerikaanse neef Barry is het type dat „verkopen!” schreeuwt in zijn mobieltje: „The city is being a total asshole about zoning rights!” Wat doet hij als hij plots in de stilte der eeuwen op een Ierse rots staat? Neef Ciáran is zijn tegenpool, tevreden met weinig – zijn weilanden, meren en ex-vrouw. Maar begint Barry over ‘real-estate’ in Ierland, dan kijkt hij als een moedervogel die een vreemd jong in haar nest vindt.

Het is weinig subtiel, maar best leuk. Als de Amerikaan (wéér) in huilen uitbarst terwijl de Ieren verbijsterd toekijken. Of als blijkt dat Ierland vól zit met half begraven familieconflicten die op elk moment ontaard kunnen worden. Het geheel is gemoedelijk, divers, schattig en soapy – tijdens het zappen zou je best blijven hangen.

Maar het verhaal is wel erg voorspelbaar. De neven kunnen het eerst met elkaar vinden, krijgen dan weer ruzie, maken het weer goed… Elke plotwending en list die de neven uithalen, zie je minuten van tevoren wel aankomen. Het trage verteltempo van de film – versneden met lange droneshots van Ierse landschappen – helpt dan niet; het is een speciaal soort verveling dat je voelt wanneer je telkens moet wachten tot de personages jou als kijker inhalen.

The Problem with People is uiteindelijk niet zozeer een slechte film als wel een film die voor een andere doelgroep bedoeld is. Ieren kunnen hier vast smakelijk om lachen, deze humor van ‘ik ben me er eentje’. Ook Amerikanen kunnen zich verkneukelen om het (lichtjes) bespotten van hun volksaard. ‘We zijn inderdáád snel emotioneel!’ Voor buitenstaanders is dit grapje na een half uurtje wel op.