The Last Dinner Party verklaart de nonchalance voor dood

‘Maximalisme, plezier maken en heel hard ons best doen, te allen tijde.” Dat is de missie van The Last Dinner Party, aldus zangeres Abigail Morris in NME. Debuutalbum Prelude to Ecstasy past helemaal binnen die drie fundamentele principes, van de orkestrale ouverture tot de meeslepende slotballade.

Het Londense vijftal bouwde het afgelopen jaar een enorme hype op basis van wilde liveshows, gekleed in fluweel, satijn en Shakespeare-jurken. Het leverde de band de prijs voor BBC Sound of 2024 en de Rising Star Brit Award op. Op 19 februari staat de band in een uitverkochte Melkweg in Amsterdam, deze zomer spelen ze op Down the Rabbit Hole.

Na die ouverture – hout- en koperblazers, strijkers, harp, een onheilspellende klok – gooit The Last Dinner Party gelijk alle remmen los. Op ‘Burn Alive’ zingt Morris in zwierige Florence & The Machine-uithalen over kaarsvet, benzine en gemorste wijn terwijl de drums, synths en gitaren aanzwellen.

Abigail Morris, bassist Georgia Davies, toetsenist Aurora Nishevci en gitaristen Emily Roberts en Lizzie Mayland ontmoetten elkaar aan het begin van hun studietijd. Samen bezochten ze shows in de legendarische Windmill Brixton in Zuid-Londen. Daar raakten ze geïnspireerd om een band te vormen én om het helemaal anders te doen: geen t-shirts en jeans, geen post-punk, geen stuurse blikken of nors geprevel.

In plaats daarvan geeft de band haar publiek voor elke show een dresscode: Griekse mythen, de gebroeders Grimm, Velvet Goldmine. „Niet verplicht, maar sterk aangemoedigd.”

Voor de show in Melkweg is nog geen dresscode aangekondigd, maar menig bezoeker zal al bezig zijn met het plannen van een extravagante outfit. The Last Dinner Party is een verkleedfeest van het leukste soort, waarbij alle gasten zich compleet laten meeslepen door het thema en niemand in een boerenkiel komt aankakken. Nonchalance is niet meer cool, als je de meest gehypete Engelse band van het moment moet geloven.

Florence Welch (die van The Machine), de koningin van de theatrale indie, is van grote invloed op het album. Maar The Last Dinner Party blikt ook verder terug, naar de flamboyance van Pulp, en nog verder terug naar seventies glamrock. In de ritmische piano van ‘Sinner’ klinken echo’s van Sparks. De songteksten gaan over liefde, drank, seks en jaloezie, met verwijzingen naar Rusland en katholicisme.

Tempowisselingen, gitaarsolo’s, grote gebaren: The Last Dinner Party legt het er lekker dik bovenop. Dat zou makkelijk kunnen gaan vervelen, maar producer James Ford (die eerder werkte met Arctic Monkeys en, jawel, Florence & The Machine) kiest in zijn producties juist voor een heldere, elegante sound. Prelude to Ecstasy is een uitspatting, maar wel een uitstekend gedoseerde.

Ook uitgekomen

Dance: Burial : Dreamfear / Boy Sent From Above

William Bevan, de man achter Burial, is een kluizenaar die nooit optreedt en ook niet zo veel uitbrengt als je zou willen. Deze ep – twee lange tracks – is een heerlijk teken van leven: Burial op z’n donkerst en meest chaotisch. Hij schiet met stroboscopen-acid op gruizige, harde breakbeats en griezelsamples, en trekt het allemaal zijn gitzwarte rave in. (Peter van der Ploeg)


Rock: Slift: Lion

Het Franse Slift kwam vorig jaar op Roadburn een beetje als grote onbekende op de troon te zitten van artist in residence. Maar ze gingen er weg als bejubelde, nieuwe ster aan het psychedelische stoner-rockfirmament. Nieuw album Ilion onderstreept die ambitie met verve. Episch grootse riffs, heavy als een oceaanstomer en tegelijkertijd super melodieus. (PvdP)


Pop: Vera Sola: Peacemaker

Wat een prachtige hoes heeft het nieuwe album van Vera Sola. Schaduwen en licht die vechten om aandacht en samen Sola zelf in het centrum omlijsten. De indiefolk van de in LA geboren dochter van acteurs Dan Aykroyd en Donna Dixon past daarbij: haar mooie stem in het centrum, met muziek die afwisselend donker en licht van sfeer is. Dat werkt extra goed als ze leunt op Calexico-achtige americana, zoals in ‘Get Wise’. (PvdP)