Avonturenfilms bevatten vaak meerdere tijdslagen. Zo bracht Steven Spielberg met de Indiana Jones-reeks een hommage aan de serials die hij zag in zijn jeugd, waarbij helden wekelijks een avontuur beleefden dat in de buurtbioscoop te zien was en dat altijd eindigde met een cliffhanger. Maar tegelijkertijd waren de films geobsedeerd door het verre verleden, met z’n mysterieuze tempels, piramides en kastelen.
Met Fountain of Youth kijkt ook Guy Ritchie (Snatch) nostalgisch naar wat voor hem kwam. De voor Apple TV+ gemaakte avonturenfilm heeft de fascinatie voor verborgen codes die we kennen uit The Da Vinci Code (zowel boek als film) en speelt leentjebuur bij de twee National Treasure-films, maar vooral bij Indiana Jones. De overleden vader van hoofdpersoon Luke Purdue heet Harrison en was archeoloog, een knipoog naar Harrison Ford, de acteur die avonturier-archeoloog Indiana Jones speelde. En ook bij Ritchie zit er nog een ander verleden in dit terugkijken: het verhaal eindigt in een geheime kamer van een piramide.
Mogelijk herbergt die piramide de Fontein der Eeuwige Jeugd. Luke Purdue (John Krasinski) en zijn team gaan naar die mythische bron op zoek. Niet voor persoonlijk gewin maar om hun steenrijke opdrachtgever Owen Carver te redden, die ongeneeslijk ziek is. Luke’s zus Charlotte (Natalie Portman) werkt als conservator in een museum, wat handig uitkomt bij het ontcijferen van verborgen boodschappen op de schilderijen van onder meer Rembrandt en Caravaggio. Zij raakt tegen wil en dank betrokken bij de avonturen van Luke, met wie ze constant kibbelt, terwijl het gezelschap wordt achtervolgd door Interpol én de geheimzinnige Esme.
Hectische montage
Dat de in breedbeeld gefotografeerde film op streamingplatform Apple TV+ staat is onfortuinlijk. Ritchie stopte zijn film vol achtervolgingen en die komen op een televisiescherm niet goed tot hun recht. De her en der hectische montage is ook al niet goed te volgen op een klein scherm. Aan de andere kant: in de bioscoop zou wellicht extra opvallen dat Fountain of Youth niet meer dan middelmatig is. Zo begint Ritchie zijn film met een achtervolging in Bangkok, waarbij Luke Purdue met een van zijn achtervolgers ruziet over de betekenis van het woord ambigue. Vrijwel meteen erna volgt een achtervolging in Londen. Twee van deze tamelijk gelijksoortige actiesequenties achter elkaar is je reinste overkill. Bovendien volgen ze een patroon dat terugkeert in álle actiescènes, waarbij actie doorspekt wordt met grappen. Een vorm die voorspelbaar is en gaat vervelen.
Toch is de film niet helemaal mislukt. Een actiesequentie waarbij de in 1915 gezonken oceaanlijner Lusitania een rol speelt, is wel inventief en gedenkwaardig. Hetzelfde geldt voor een scène die zich afspeelt in de Nationale Bibliotheek van Oostenrijk in Wenen. Daar ligt de zogenaamde ‘Wicked Bible’, met de onfortuinlijke misdruk: „Gij zult overspel plegen.” Leuk weetje in een film die je verder snel weer vergeten bent.
Zelfs op mijn middelbare school, een voormalige meisjesschool waar de overgrote meerderheid van de leerlingen menstrueerde, werd er met theatrale walging gereageerd als er een ongebruikte tampon uit iemands tas rolde. Daar zal de populaire cultuur in die tijd iets mee te maken hebben gehad. Het was rond de periode dat Jonah Hill in tienerkomedie Superbad (2007) begint te kokhalzen en in blinde paniek raakt als hij na het schuren met een mooie vrouw op een studentenfeestje eindigt met een bloedvlek op z’n broek.
Het contrast met de alom gelauwerde wandelfilm The Good One – nu in de bioscoop – kan haast niet groter. In de film gaat tiener Sam hiken met haar gescheiden vader en diens eveneens gescheiden vriend. Zij is ongesteld en regisseur India Donaldson voegt korte momenten in waarin de kijker Sam een tampon ziet verwisselen. Eerst nog thuis, terwijl ze keuvelt met haar vriendin, later gehurkt in het groen, net buiten de blik van haar wandelgenoten. Haar menstruatie is een non-event in haar leven, zoals dat het voor de meeste mensen is.
De afgelopen jaren komt ongesteldheid steeds vaker aan bod in films. En dan niet vooral om – zoals in het verleden geregeld gebeurde – een vrouwelijke coming of age te illustreren. Al dan niet gepaard met schaamte, schuld en walging – denk aan Carrie (1976). Menstruatiebloed was soms ‘schattig en speels’: in filmhit The Worst Person in The World (2021) smeert millennial Julie het tijdens een paddotrip op haar wangen – zelfs dat kan haar niet onaantrekkelijk maken voor haar aanbidders. Het benadrukte de ‘dierlijke’ kanten van personages, zoals in horrorkomedie Nightbitch (2024) waarin een gefrustreerde thuiswerkmoeder in een hond verandert. Terwijl haar partner zeurt over de melk die ze vergeten is te kopen, neemt ze vermoeid haar eerste douche in dagen én kleurt het water richting het putje rood. En het hoefde erotiek niet in de weg te staan, zoals in Saltburn (2023) of thriller Fair Play (2023).
Op zich is het positief dat er tegenwoordig zo’n diversiteit aan menstruatiebeelden in films te vinden is, zowel in het werk van mannelijke als vrouwelijke makers. De verandering heeft waarschijnlijk te maken met de toegenomen aandacht voor de representatie van vrouwen en de huidige tijdgeest. Zelfs ChatGTP adviseert me vooral „respectvol te blijven bij gevoelige onderwerpen” als ik vraag of hij nog een leuk menstruatiegrapje kent.
Toch kijk ik soms met ongemak naar deze scènes; af en toe voelen ze er wat met de haren bijgesleept. Is in het historische drama Mary Queen of Scots, over de band tussen Mary Stuart en Elizabeth I, het echt een meerwaarde om hofdames Mary’s menstruatiebloed te zien wegwassen? Het heeft weinig plotwaarde en lijkt toegevoegd om een statement te maken.
Bij The Good One dacht ik dit nooit; niet alleen omdat het zo alledaags in beeld wordt gebracht. Ook omdat Sams tamponwisselingen echt onderdeel zijn van het verhaal; het maakt visueel duidelijk dat naarmate de trip vordert, het voor Sam lastiger wordt een plek te vinden waar ze zich veilig voelt. Al dacht ik na de vierde wissel ook: nu heb ik het wel door.
Een van de slimste menstruatiescènes zit aan het begin van de verder sinistere film September Says (2024). Tiener September staat met haar moeder in ondergoed in de badkamer. Moeders maandverband is zichtbaar terwijl ze dansend schoonmaken. Menstruatie wordt niet weggezet als walgelijk, maar is iets volstrekt alledaags wat een visueel geestig moment oplevert.
In 2017 las ik over de Peruaanse matador Andrés Roca Rey, nu 28 jaar, die de „slechtste stierenvechter aller tijden” zou zijn. De eerste vijf stieren die hij bevocht namen hem op de hoorns. Hij verloor twee tanden, zijn kaak werd verbrijzeld, zijn achterwerk en buik werden opengereten en stier nummer vijf liet twee gaten van tien centimeter diep in zijn linkerdij achter. Wat je ook tegen stierenvechters hebt, stieren zijn ook geen lieverdjes.
Andrés Roca Rey volhardde, is nu Spanje’s grootste matador en de held van Tardes de soledad, een rauwe documentaire van de Catalaanse filmmaker en agent-provocateur Albert Serra, bekend van curiosa als Pacifiction en Liberté – zijn recente, vunzige expositie in het Eye Filmmuseum kreeg onlangs in deze krant één bal. Serra vindt dat een hele eer, zegt hij.
Dierenbeschermers protesteerden proactief toen Tardes de soledad in première ging op het filmfestival van San Sebastian – na afloop waren niet zij ontdaan, maar matador Roca Rey. Serra volgde hem maandenlang op de voet, wat 800 uur ruwe film opleverde. De peptalk, bijvoorbeeld, van de torero’s in de bus na het gevecht. „Wat een klootzak, die stier.” „Een smeerlap.” De zwijgzame matador die in zijn akelig strakke pakje met ruches en spiegeltjes wordt gehesen.
En dan het gevecht, steeds opnieuw. Zes stieren bijten in het stof. Herhaling is het punt van stierenvechten, zegt Serra in Rotterdam. Het is een ritueel. „Keer op keer hetzelfde in de hoop dat magie volgt.” Eerst de kennismaking van torero, rode lap en stier. Dan de picadores die vanaf hun gepantserde paarden speren met weerhaken in de stierennek poken om zijn kop omlaag te dwingen. De banderilleros die vrolijk versierde spiezen in zijn rug planten, voor meer bloedverlies. Dan komt het zwaard tevoorschijn en mat de matador de stier nog wat af op weg naar de tercio de muerte – de doodssteek.
Een prutser is hij duidelijk niet, maar waarom is Andrés Roca Rey matador nummer één?
Oogcontact
Serra: „De doodssteek is het moment dat elke matador haat. Als outsider denk je: die psychopaten willen die stier dolgraag afmaken. Maar nee, liever niet, het is enorm gevaarlijk omdat hij dan geen oogcontact met de stier heeft. Dan kan er van alles mislopen. Een matador vertelde me dat hij zelf zijn ogen altijd sluit op het moment van de doodsteek.”
Dat dus week in, week uit. Een beetje matador elimineert jaarlijks zo’n zeventig tot honderd stieren, zegt Serra. Twee tot drie stieren per week van april tot september. In het hoogseizoen – juli en augustus – zelfs vier of vijf. In Tardes de soledad concentreert Serra zich op Spanje’s toparena’s, met monsterlijk grote stieren, het intense Bilbao en Santander én de ‘stierenkathedralen’ van Madrid en Sevilla. „Sevilla is artistiek en respectvol, daar gaat het om expressie en is het vrij stil op de tribune. Madrids Las Ventas neigt meer tot gladiatorenspektakel. Daar hangt bloeddorst in de lucht. Ze willen er levensgevaarlijke stieren die grof worden behandeld.”
Matador Andrés Roca Rey commandeert zijn stieren met een intense blik, de mond vaak half open. Hij heeft een groot talent de stier te ‘richten’, te laten aanvallen in de gewenste richting. Maar soms krijgt hij toch een beuk. Serra: „Dat is geen onvermogen, integendeel. Dat betekent dat je heel dichtbij de stier durft te komen. Middelmatige toreros houden afstand, Roca Rey niet. Hij riskeert alles, en dan krijg je geheid verrassingen. Je hebt te maken met een wild dier.” Nabijheid is wat de fans willen. Dat levert eenheid van beweging op, connectie, spanning en harmonie.
Antieke trots en eer
Catalonië, de deelstaat waar Serra vandaan komt, verbood stierenvechten per plebisciet. „Wij willen nu eenmaal voor Franse bourgeoisie doorgaan.” Anders dan Spanje, waar het stierenvechten een comeback maakt onder patriottische jongemannen. Serra: „Vergeet niet dat wij het meest primitieve volk van Europa zijn, met onze antieke eer en trots. Stierenvechten is oeroud.”
Wat ziet hij als de kern? Zoenoffers brengen aan de goden, bewijzen dat we natuurkrachten de baas zijn? Serra: „Ik neig tot de antropologische benadering. Het draait inderdaad om het offer, het ritueel dat bevestigt dat het leven eindig is. Het risico, de dood, versterkt de waarde van het leven. In de film hoor je een torero zeggen: ‘Het leven is niets waard.’ De antieke contradictie is: je moet bereid zijn je leven zomaar weg te gooien als je er iets groots mee wil doen.”
Dan is er de stier. „Zo’n tragisch figuur. Hij is de enige in de hele arena die niet doorheeft dat hij gaat sterven. Dat voelt als zo’n groot onrecht, zo wreed, eenzaam en onverwachts. Zoals de dood is.”
Het offer en het bloed zijn het punt, aldus Serra. „Zonder de doodssteek rest Cirque du Soleil.” Maar hij ontwaart ook een seksuele dimensie. „Valt het je niet op hoe feminien de torero’s zijn met die veel te strakke, belachelijke kostuums die hun mobiliteit enorm hinderen? Ze dragen nog net geen stilettohakken. De matador danst heel precies en sensueel rond de stier, die volgens mij voor masculiene agressie staat. De stier heeft de macht in de arena, de matador is de vrouw die de macht naar haar hand zet. Heel mythologisch allemaal.”
Roca Rey mistte triomf, dat de hele arena de matador bejubelt na de doodsteek.
Roca Rey
Die theorie – toreros als meisjes, stierenvechten als gesublimeerde seks – deelde hij overigens niet met Roca Rey en diens entourage, geeft Serra toe. Dat had slecht kunnen vallen. Andrés Roca Rey is toch al zo ontevreden. Hij gaf Serra volledige toegang tot zijn busje en boudoir, maar Tardes de Soledad pakte in zijn ogen veel te bloedig, naargeestig en gewelddadig uit. Roca Rey mistte triomf, dat de hele arena de matador bejubelt na de doodsteek. Serra’s camera wijkt dan steevast af naar de dode, soms nog naschokkende stier die door paarden aan de hoorns de arena wordt uitgesleurd en een bloedspoor in het zand achterlaat. Bovendien is zijn tercio de muerte zelden clean. De stieren vallen niet als een blok om, ze waggelen nog wat rond voor ze door de hoeven gaan. Eén heeft zelfs twee zwaardstoten nodig. Serra: „Hij vond dat hij in mijn film een prutser leek en voelde zich verraden. Goed punt, maar het liep nu eenmaal zo.”
Een prutser is hij duidelijk niet, maar waarom is Andrés Roca Rey matador nummer één? Serra: „Wat hij moest overwinnen is dat hij uit een rijke Peruaanse familie komt. Fans van stierenvechten zijn overwegend rechts en racistisch, ze vinden dat de matador een Spanjaard moet zijn. Wat hem helpt: hij ziet er mysterieus en fascinerend uit. Soms is hij een kind, soms een engel, soms een moordenaar, soms een psychopaat. Technisch kan Roca Rey alles: hij leest een stier goed, stuurt hem gemakkelijk, heeft lef en beweegt mooi. Dus laat ik het over zijn zwaktes hebben. Kenners vinden hem niet artistiek genoeg: te frontaal, te emotioneel. Hij zou onnodige risico’s nemen voor het applaus. Ze vinden dat hij meer moet focussen op innerlijke expressie. Maar hij is met 28 jaar vrij jong. En er zijn nog een hoop stieren in Spanje.”
Avonturenfilms bevatten vaak meerdere tijdslagen. Zo bracht Steven Spielberg met de Indiana Jones-reeks een hommage aan de serials die hij zag in zijn jeugd, waarbij helden wekelijks een avontuur beleefden dat in de buurtbioscoop te zien was en dat altijd eindigde met een cliffhanger. Maar tegelijkertijd waren de films geobsedeerd door het verre verleden, met z’n mysterieuze tempels, piramides en kastelen.
Met Fountain of Youth kijkt ook Guy Ritchie (Snatch) nostalgisch naar wat voor hem kwam. De voor Apple TV+ gemaakte avonturenfilm heeft de fascinatie voor verborgen codes die we kennen uit The Da Vinci Code (zowel boek als film) en speelt leentjebuur bij de twee National Treasure-films, maar vooral bij Indiana Jones. De overleden vader van hoofdpersoon Luke Purdue heet Harrison en was archeoloog, een knipoog naar Harrison Ford, de acteur die avonturier-archeoloog Indiana Jones speelde. En ook bij Ritchie zit er nog een ander verleden in dit terugkijken: het verhaal eindigt in een geheime kamer van een piramide.
Mogelijk herbergt die piramide de Fontein der Eeuwige Jeugd. Luke Purdue (John Krasinski) en zijn team gaan naar die mythische bron op zoek. Niet voor persoonlijk gewin maar om hun steenrijke opdrachtgever Owen Carver te redden, die ongeneeslijk ziek is. Luke’s zus Charlotte (Natalie Portman) werkt als conservator in een museum, wat handig uitkomt bij het ontcijferen van verborgen boodschappen op de schilderijen van onder meer Rembrandt en Caravaggio. Zij raakt tegen wil en dank betrokken bij de avonturen van Luke, met wie ze constant kibbelt, terwijl het gezelschap wordt achtervolgd door Interpol én de geheimzinnige Esme.
Hectische montage
Dat de in breedbeeld gefotografeerde film op streamingplatform Apple TV+ staat is onfortuinlijk. Ritchie stopte zijn film vol achtervolgingen en die komen op een televisiescherm niet goed tot hun recht. De her en der hectische montage is ook al niet goed te volgen op een klein scherm. Aan de andere kant: in de bioscoop zou wellicht extra opvallen dat Fountain of Youth niet meer dan middelmatig is. Zo begint Ritchie zijn film met een achtervolging in Bangkok, waarbij Luke Purdue met een van zijn achtervolgers ruziet over de betekenis van het woord ambigue. Vrijwel meteen erna volgt een achtervolging in Londen. Twee van deze tamelijk gelijksoortige actiesequenties achter elkaar is je reinste overkill. Bovendien volgen ze een patroon dat terugkeert in álle actiescènes, waarbij actie doorspekt wordt met grappen. Een vorm die voorspelbaar is en gaat vervelen.
Toch is de film niet helemaal mislukt. Een actiesequentie waarbij de in 1915 gezonken oceaanlijner Lusitania een rol speelt, is wel inventief en gedenkwaardig. Hetzelfde geldt voor een scène die zich afspeelt in de Nationale Bibliotheek van Oostenrijk in Wenen. Daar ligt de zogenaamde ‘Wicked Bible’, met de onfortuinlijke misdruk: „Gij zult overspel plegen.” Leuk weetje in een film die je verder snel weer vergeten bent.