N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Necrologie
Harry Belafonte (1927-2023) Zanger
Hij begon met zingen om acteerlessen te betalen. Maar Harry Belafonte groeide uit tot een populair zanger, vooral bekend van ‘The Banana Boat Song’ (,,Day-O!”), en activist voor de burgerrechtenbeweging.
Harry Belafonte in concert, Den Haag 2003.
Foto Andreas Terlaak
Eén nummer bleef zijn leven lang aan hem verbonden: het lied van de Jamaicaanse dokwerkers die in de nachtdienst bezig zijn bananen van een vrachtschip te laden. Het heette ‘The Banana Boat Song’, maar is veel bekender geworden als ‘Day-O’ – naar de echoënde samenzang van de havenarbeiders die smachtten naar het eind van hun zware dienst. Het lied dateerde al uit het begin van de twintigste eeuw, maar werd pas een wereldsucces toen Harry Belafonte het in 1956 op de plaat zette. Hij was lang niet de eerste die het zong, maar hij maakte het licht en luchtig, waardoor het een veel groter publiek aantrok. En het betekende het begin van een rijke carrière als zanger, acteur en activist.
Harry Belafonte is dinsdag, thuis in New York, overleden. Hij was 96 jaar oud en tot op hoge leeftijd actief.
Zijn ouders waren Jamaicaanse immigranten in New York. Zijn vader werkte als kok en zijn moeder als huishoudster, maar ze waren ook vaak werkloos. „Als kind droomde ik niet van een carrière, maar van eten”, zei hij eens. Ondanks hun armoede slaagden ze er toch in hun zoon naar de universiteit te sturen.
Bijverdienste
Zelf wilde Belafonte toneelspeler worden. Maar om de acteerlessen te kunnen betalen, ging hij als zanger optreden in diverse clubs. En daarmee boekte hij al snel succes, dankzij zijn soepele zangstem en zijn gedistingeerde voorkomen. Eind jaren veertig trad hij al op bij het jazz-orkest van saxofonist Charlie Parker. En in 1949 bemachtigde hij zijn eerste platencontract.
Allengs verruilde Harry Belafonte halverwege de jaren vijftig de jazz voor de folkmuziek – en vooral voor de calypso naar Jamaicaans model. Zijn album ‘Calypso’ uit 1956, waarop hij ook ‘The Banana Boat Song’ zong, staat te boek als de eerste langspeelplaat waarvan binnen een jaar een miljoen exemplaren werden verkocht. Latere hits waren het zonovergoten nummer ‘Island in the sun’ en de comedysong ‘There’s a hole in my bucket’. Als hem werd voorgehouden dat hij daarmee voor een commerciële koers had gekozen, antwoordde hij dat er toch altijd engagement in zijn liedjes school: „Ik had veel meer geld kunnen verdienen als ik leuk was blijven glimlachen, oppervlakkige liefdesliedjes had gezongen en aardig was gebleven voor een blank publiek. Maar ik zeg gewoon wat ik vind en ik kan de beste dokter betalen.”
Activist
Een van zijn eerste filmrollen speelde Belafonte in 1954, in de musicalfilm Carmen Jones. Een paar jaar later werd hij gevraagd om Porgy te spelen in de verfilming van de musical-opera Porgy and Bess. Maar die rol stond bol van de racistische stereotypen, vond hij. Na zijn weigering ging de rol naar Sydney Poitier, met wie hij goed bevriend was.
Daarna verscheen Harry Belafonte nog wel in allerlei andere films. Een van de laatste was BlacKkKlansman van Spike Lee. Harry Belafonte speelde een activist voor de Amerikaanse burgerrechtenbeweging. Dat was hij in het echte leven zelf ook. Hij voerde campagne voor diverse democratische presidentskandidaten en tegen de meeste republikeinen. ‘Ik noem mezelf humanist,’ zei hij.
Zanger Harry Belafonte in concertzaal Olympia in Parijs. Foto James Andanson / Getty Images)Zanger en activist Harry Belafonte spreekt bij het Lincoln Memorial in Washington tijdens een protestmars voor integratie, 1958.Charles Gorry / APHarry Belafonte (rechts) in 1965 met Dr. Martin Luther King Jr. (midden), voorman van de Afro-Amerikaanse burgerrechtenbeweging. Foto Horace Cort / AP
Ook zonder inmenging van Trump wordt de Navo ondergraven. Het bedreigde gebouw ligt op de Waalsdorpervlakte net buiten Den Haag en vormt het communicatietechnologisch hart van het bondgenootschap. De hoge zwarte hekken zijn getooid met prikkeldraad, bij de ingang staan camera’s en bewakers. Desondanks wordt het gebouw aan drie kanten omsingeld door soldaten.
De naam van de vijand? Lasius neglectus. Alias: de plaagmier. Afgelopen najaar kwam de soort in het nieuws toen bleek dat die in het Haagse duingebied een superkolonie heeft gevormd: een samenklontering van nesten die uit miljoenen werksters kan bestaan. Het epicentrum bevindt zich nét buiten het Navo-grondgebied. Daar hebben ze vooralsnog geluk. Het nieuwe gebouw is recent opgeleverd en de roodbruine mieren zijn er nog niet binnengedrongen – „nooit gezien”, zegt een beveiliger. Maar net buiten het hek verraden zandhoopjes tussen de stoeptegels de aanwezigheid van een ondergrondse supermacht.
Dat het ook erger kan, weten ze in het aangrenzende TNO-gebouw. Daar, op de defensieafdeling van het onderzoeksinstituut, voeren ze al jaren een verloren strijd tegen Lasius neglectus. Koffiemachines zijn onbruikbaar geworden, over de bureaus lopen mierenpaadjes, zeker in de zomer. Meerdere malen per jaar komt een plaagdierverdelger langs – dat was al zo vóór de superkolonie werd ontmaskerd. Momenteel wordt het pand verbouwd, maar de overlast blijft. „De keet veranderde direct in een mierennest”, zegt een schaftende bouwvakker.
Ook buiten in de duinen zwaait de plaagmier de scepter. Op het Pieter Kuijtpad – vernoemd naar een Katwijkse helmplanter die in het geheim graven van gefusilleerde verzetslieden markeerde met helmgras – zijn de tegels plaatselijk verzakt. Tijdens de stille tocht op 4 mei zullen duizenden mensen hier wandelen naar de herdenkingsvlakte, waar kort voor 20.00 uur de Bourdonklok zal luiden. Nu is het fietspad vooral in trek bij toeristen. Drie Duitsers op elektrische fietsen roepen dat het gehobbel ‘nicht so angenehm’ is. „Tegen juni is het hier door de mieren één grote zandbak”, zegt bioloog Jinze Noordijk van insectenkenniscentrum EIS-Nederland. „Dan heb je meer aan een mountainbike.”
Vermoedelijk zijn de mieren hier terechtgekomen met illegaal gedumpt tuinafval, vertelt hij. Recent publiceerde hij met collega’s een rapport waarin de gevolgen voor het beschermde natuurgebied worden geschetst. Zowel bladluizen als sluipwespen blijken bijvoorbeeld in aantal toe te nemen: de luizen worden ‘gemolken’ door de mieren voor hun honingdauw en vervolgens van binnenuit leeggegeten door gretige wespenlarven.
Gevreesd werd dat de kolonie problemen zou opleveren voor drinkwaterbedrijf Dunea, omdat de filterende werking van de bodem erdoor zou afnemen. „Van mediterrane draaigatjes, ook een invasieve mierensoort, weten we dat ze tot 1,5 meter diep kunnen komen”, zegt Noordijk. „Maar bij de plaagmier valt het mee.”
Nog een lichtpuntje: de plaagmier heeft geen voorkeur voor elektronica. „Dat is bij andere mieren soms wel zo, omdat ze afkomen op warmte. En dat wil je natuurlijk niet op een plek waar communicatietechnologie zo essentieel is.” Voorlopig lijkt de Navo dus gered. Nu nog wachten op de top eind juni in Den Haag.
Gemma Venhuizen is biologieredacteur en doet elke woensdag ergens vanuit Nederland verslag.
Volgens PVV-leider Geert Wilders is woke „de nieuwe religie”. Maar hoe ziet de geloofsbelijdenis van zijn eigen kerk eruit? Al jaren is er in allerlei toonaarden kritiek op de zogenaamde linkse kerk, met hun ‘woke gedoe, lentekriebels, genderindoctrinatie en gelijkheidsgelul’. Maar wat gebeurt er als we het frame omdraaien? Wat is het verhaal van de rechtse kerk, die wereldwijd aan invloed wint? Wie zijn hun heiligen? Wat zijn hun dogma’s, hun zonden en geboden?
Telkens ben ik en velen met mij, toch weer verrast door wat radicaal-rechts nu weer doet. Het beleid van Faber lijkt onnavolgbaar. Acties van Trump willekeurig. Voor mij persoonlijk was de verboden woordenlijst van de regering Trump het kantelpunt. Als antropoloog weet ik dat gedrag, normen en geboden voortkomen uit het geloof in bepaalde waarden. Dit geheel vormt een cultureel narratief, met een eigen logica. Dus, wat is die interne logica van radicaal-rechts? Wat is het verbindende verhaal achter alle oneliners en provocaties, in Amerika en in onze Nederlandse politiek?
Het blijkt geen warboel van boze witte mannen, maar een ideologisch ecosysteem met een hechte logica. Een systeem dat fungeert als onderlegger voor serieuze beleidskeuzes. Ik betrapte mezelf erop dat ik aanvankelijk bijna lachend the rabbit hole indook. Zo bizar waren de uitspraken van de denkers die ik tegenkwam. „Dit kun je toch moeilijk serieus nemen,” riep ik hardop. Maar met die vorm van lachen – en schreeuwen – ben ik gestopt. Dit is een serieus geloofssysteem met steeds meer volgers, ook bij politieke leiders.
Intellectuele onderstroom
Het is een overtuiging waarin empathie als zwakte wordt gezien, democratie als decadent, en vooruitgang draait om technologische versnelling — zonder rem of moreel kompas. De figuren die dit gedachtegoed uitdragen (Trump, Wilders, Le Pen, Poetin, Musk) zijn slechts de zichtbare gezichten van een bredere beweging die wereldwijd aan invloed wint.
Achter hen schuilt een intellectuele onderstroom van denkers en influencers die op het eerste gezicht obscuur lijken, maar wier ideeën doorsijpelen in politieke speeches en beleidsnotities. Curtis Yarvin bijvoorbeeld, een Amerikaanse softwareontwikkelaar en blogger die ook bekend is onder de naam Mencius Moldbug, pleit voor een technocratische monarchie, geleid door een CEO-achtige dictator die zonder inmenging van het volk regeert. Nick Land, een filosofisch cultfiguur, introduceerde het begrip Dark Enlightenment, waarin democratie en gelijkheid als obstakels voor vooruitgang worden gezien. Deze ideeën, ooit marginaal, zijn inmiddels invloedrijk onder Silicon Valley-miljardairs en de nieuwe generatie politici, zoals J.D. Vance.
De Franse schrijver Renaud Camus is de geestelijk vader van de ‘grote vervanging’, met een boek waarin hij stelt dat witte Europeanen systematisch worden vervangen door niet-westerse immigranten. Zijn retoriek wordt inmiddels wereldwijd verspreid, van Europese nationalisten tot Amerikaanse mediafiguren als Tucker Carlson. En dan is er Andrew Tate, de influencer die miljoenen jongeren bereikt met zijn boodschap dat vrouwen inferieur zijn, empathie een valkuil is, en echte mannelijkheid draait om agressie, dominantie en controle. Tate is een bewonderaar van Trump en die affectie is duidelijk wederzijds.
De elf geboden
Het gedachtegoed wijst in één richting: het liberale, egalitaire en pluralistische systeem moet kapot. Het is decadent, traag, verwijfd en zwak. Het nieuwe moet sterk zijn, mannelijk, hiërarchisch, technologisch. Geen samenleving die bestuurd wordt, maar geleid. Niet door compromissen, maar door kracht. Dit gedachtengoed heeft inmiddels de structuur van een religie, wellicht zelfs van een cultus. En dus stelde ik mezelf de vraag: wat zijn de elf geboden van de rechtse kerk?
Ik noem het: een catechismus van macht, angst en verlangen.
1. Empathie is een zonde
Meeleven maakt week. Kwetsbaarheid is vrouwelijke zwakte.
Vrouwen hebben te veel macht en brengen verwarring.
2. Mannelijke dominantie is orde
Kracht en daadkracht zijn deugden. De rest is ruis. Kwetsbaarheid is vrouwelijke zwakte en brengt verwarring.
3. Democratie is zwak en decadent
De massa moet geleid worden, niet gehoord. Geef mensen geen keuze, maar een richting. Besluitvaardigheid boven inspraak. Gehoorzaamheid boven overleg.
4. Niet-productieve mensen zijn ballast.
Wie niets bijdraagt, mag verdwijnen. Zonder economische waarde, geen bestaansrecht. Vluchtelingen, kunstenaars, zieken — overbodig.
5. Woke is de vijand.
Diversiteit zaait verdeeldheid. Gelijkheid is een leugen. Inclusie is indoctrinatie.
6. De elite liegt.
Media, wetenschap en instituties manipuleren de waarheid. Ze zijn omgekocht. Ze moeten kapot. Denk voor jezelf. Onderdruk de elite, want zij onderdrukte u eerst.
7. Eigen volk eerst.
Grenzen zijn heilig. Cultuurrelativisme is ketterij. Cultureel behoud vereist uitsluiting. Uniformiteit is stabiliteit.
8. Eer de leider – hij weet de weg.
Hij kent jouw woede, jouw angst, jouw verlangen naar orde en eenvoud. Hij spreekt namens het ware volk. Jij hoeft slechts te geloven en te volgen.
9. Versnelling is verlossing.
Disruptie en chaos zijn het pad naar vernieuwing.
Jaag technologie op. Laat het systeem crashen. Wat zwak is, moet sterven. Iets sterkers zal herrijzen. Move fast and break things.
10. Boosheid is een deugd.
Woede is zuiver. Gij zult boos zijn, altijd. Redelijkheid is capitulatie. Verontwaardiging is het bewijs van jouw gelijk.
11. Ontken alles.
Zeg: “Wij zijn gewoon bezorgd.” En: “We stellen slechts vragen.” Glimlach. En zaai ondertussen twijfel.
De rechtse kerk is geen randverschijnsel meer. Ze is naar het centrum van de macht verhuisd. Ze speelt in op onrust en verlangen naar eenvoud. Belooft waarheden, maar zaait leugens. En ze komt ermee weg. Sterker nog: dit geloof dreigt de nieuwe norm te worden. Middenpartijen schuiven naar rechts. De elf geboden sijpelen ongemerkt door, worden langzaam gemeengoed.
Het grootste gevaar
Maar het grootste gevaar zijn niet de leiders van deze kerk. Het gevaar zit in óns. In onze bereidheid hen te geloven. In onze goedgelovigheid. In onze morele luiheid – het verlangen naar een simpele oplossing met een leider die een verhaal voorspiegelt waarin jij niets hoeft te veranderen en de ander tot schuldige maakt. In dat opzicht is empathie inderdaad een zwakte, tenzij we haar koppelen aan morele moed en deugden als matigheid, verstandigheid, rechtvaardigheid, geloof, hoop en liefde.
De rechtse kerk schreeuwt moord en brand dat de linkse kerk bestaat uit deugkneuzen. Maar er is niks mis met deugdelijkheid. In tegendeel: een krachtig moreel en menselijk kompas is precies wat deze tijd nodig heeft. Het is tijd dat we hun geloofssysteem serieus nemen. Om het te begrijpen, te herkennen en te doorbreken.
Dus stel jezelf de vraag: geloof jij in de elf geboden van de rechtse kerk? En als het antwoord nee is — dan is het tijd voor actie. Niet door de rechtse kerk te bestrijden, maar door te geloven in onszelf. In de kracht van menselijkheid. En dat mag je een links evangelie noemen. Of gewoon menselijk. Ikzelf pleit voor dat laatste.
Lees ook
Begrip tonen? We moeten radicaal-rechts juist aanspreken op opzettelijke domheid
Na bijna 22 jaar komt er een eind aan de politieke loopbaan van Pieter Omtzigt. Niet alleen om de imposante lengte daarvan, ook door de manier waarop hij zich de laatste jaren heeft laten gelden is dit waarlijk het einde van een tijdperk.
Het besluit van Omtzigt kwam uit de lucht vallen, met een onaangekondigde videoboodschap op Goede Vrijdag. Maar geheel onverwacht was het ook weer niet, misschien wel onvermijdelijk. Tweemaal was de politicus uit Enschede de afgelopen jaren geveld door een burn-out. De eerste keer in zijn nadagen als CDA’er in 2021, de tweede keer vorig najaar als partijleider van zijn nieuwe partij NSC.
Van dat laatste noodgedwongen ziekteverlof wist hij nooit goed te herstellen. Om die reden kiest hij er nu definitief voor om „mijn gezin voorop te stellen, en voor mijn gezondheid te kiezen.”
Was Omtzigt aanvankelijk een anonieme backbencher in het CDA van Jan Peter Balkenende, in de tweede helft van zijn Haagse carrière kreeg Omtzigt steeds meer bekendheid en uiteindelijk ongekende populariteit. Of hij nu in de oppositie zat of in de coalitie, hij verwierf de reputatie van een scherp, doortastend Kamerlid: een dossiervreter, die aanhoudend zijn tanden zette in taaie dossiers. Voor nabije collega’s óók: een drammer, solist, emotioneel en een lastpak.
Omtzigt gaat er prat op een van de parlementariërs te zijn geweest die het toeslagenschandaal heeft blootgelegd. Dat is correct, maar hij wordt er liever niet aan herinnerd dat hij óók een van de aanstichters was. Door na de zogenoemde Bulgarenfraude in 2013 juist te pleiten voor harde en naar later bleek te hardvochtige maatregelen tegen misbruik van fiscale regelingen.
Het is niet de enige smet op Omtzigts politieke blazoen. In 2017 speelde hij een omineuze rol in het onderzoek naar de ramp met de MH17. In een zaal vol nabestaanden had hij via een ‘nepgetuige’ twijfel gezaaid over de toedracht van die aanslag.
Na zijn breuk met het CDA besloot Omtzigt twee jaar geleden een eigen partij op te richten met de veelbelovende naam Nieuw Sociaal Contract. In de ogen van Omtzigt had de overheid in de jaren van premier Rutte herhaaldelijk gefaald de burger rechtszekerheid te bieden. Alles moest anders en hij, Pieter Omtzigt, zou met een nieuwe bestuurscultuur komen. Op de thermiek van zijn status als politiek verlosser verzuimde Omtzigt na te gaan of hij wel in staat zou zijn een politieke beweging te leiden.
Kiezers volgden hem niettemin blind. NSC behaalde twintig zetels. Bij de moeizame kabinetsformatie die volgde, brak Omtzigt herhaaldelijk stellige (verkiezings)beloftes. Met zichtbare tegenzin besloot hij om toch met de PVV te gaan regeren, de partij van Geert Wilders die in rechtsstatelijke zin mijlenver van NSC afstaat. En van het door Omtzigt aangekondigde ‘extraparlementaire kabinet’, waarbij de regering regeert en de Kamer controleert, is nog helemaal niets terechtgekomen, getuige de vorige week door de coalitiefracties gesloten politieke deal over de Voorjaarsnota.
Van de populariteit van Omtzigt is inmiddels nog maar weinig over, in peilingen is NSC diep gezakt. En juist op dat moment keert de ooit bewierookte partijleider Den Haag de rug toe. Vanuit persoonlijk welzijn bezien een verstandig besluit. Bij de achterblijvers in zijn partij én bij zijn ruim 1,3 miljoen kiezers zal de gedachte opkomen: misschien had hij er nooit aan moeten beginnen.
Lees ook
Nieuw Sociaal Contract moet verder zonder Omtzigt, maar kan dat wel?