Teruggave collecties is de historisch juiste stap

Indonesië Het restitueren van roofkunst begint ingeburgerd te raken, ziet . Alleen voor de paleontologen is het nieuw. Begrijpelijk, maar het is onontkoombaar.

Het beeld van de olifantgod Ganesha in het Museum Volkenkunde in Leiden
Het beeld van de olifantgod Ganesha in het Museum Volkenkunde in Leiden

Foto ErikvanB / Wikimedia Commons

Indonesië eist museumcollecties terug. Het was vorige week groot nieuws. De Ganesha en andere Singosari-beelden uit het Museum Volkenkunde of de Lombokschat hadden we wel zien aankomen. Maar de Dubois-collectie uit het Leidse museum Naturalis kwam echt als verrassing. Veertigduizend stuks archeologische vondsten, waaronder het schedeldak van de Javamens, opgegraven door Eugène Dubois eind 19de eeuw en (mogelijk) een belangrijke schakel in de evolutie van de homo erectus. Het zijn allemaal topcollecties, waar deze musea hun wereldfaam aan te danken hebben. Teruggave daarvan voelt als een enorme aderlating.

Maar wat een verschil in reactie tussen Volkenkunde en Naturalis. Beide mochten in het NOS Journaal hun commentaar geven. Algemeen directeur Marieke van Bommel van Volkenkunde stond vrolijk en opgewekt tussen de Singosari-beelden, blij dat het eindelijk zover is dat ze die mag gaan teruggeven.

Directeur publiek en communicatie Corine van Impelen van Naturalis stond tussen de depotkasten, wat bedrukt en terneergeslagen omdat er een enorm verlies dreigt.

In NRC reageerde schrijver Frank Westerman ook afwijzend op de teruggave van de collectie-Dubois, terwijl historicus Miko Flohr het juist toejuichte.

Donderslag

Hoe zit dat, waarom zulke verschillende reacties? Dat heeft alles te maken met de voorgeschiedenis. Bij Volkenkunde zagen ze het al lang aankomen, bij Naturalis kwam de vraag als donderslag bij heldere hemel. Volkenkunde had in 1978 al met Indonesië een akkoord gesloten over teruggave van collecties, en had de wereldberoemde Prajnaparamita en een deel van de Lombokschat overgedragen aan het Museum Nasional in Jakarta. Daarmee leek een punt gezet achter de kwestie van de legitieme eigendom van koloniale collecties.

Maar was dat ook echt zo? Toen ik eens met mijn Indonesische collega en counterpart Edi Sedyawati bij de Leidse Ganesha (waar ze ooit op gepromoveerd was) stond beet ze me toe: „Die hoort toch eigenlijk in Jakarta thuis!” Waarop ik haar er maar op wees dat de eigendomskwestie toch allang officieel was beslecht en dat dit dus geen gespreksonderwerp meer kon zijn. Ze hield haar mond, maar was er duidelijk niet gelukkig mee.

De grote gamechanger was Macron die in 2017 uitriep dat het toch niet zo kon zijn dat je de topstukken uit francofoon West-Afrika alleen in Parijs kon zien

De grote gamechanger kwam in 2017, toen Macron in een toespraak in Ouagadougou uitriep dat het toch niet zo kon zijn dat je de topstukken uit francofoon West-Afrika alleen in Parijs kon zien. Die moesten van hem binnen vijf jaar terug naar de landen van herkomst. Een perspectiefwisseling van jewelste. In Frankrijk is er sindsdien niet veel gebeurd, maar in de rest van Europa wel, met Duitsland voorop en Nederland en België als goede tweede.


Lees ook: Die schedelkap uit Java is van ons allemaal

Een commissie onder leiding van Lilian Gonçalves adviseerde hier in 2020 om koloniaal erfgoed onvoorwaardelijk terug te geven, zodra een land van herkomst zoals Indonesië, Suriname of bijvoorbeeld Curaçao daarom vraagt en er een redelijke aanwijzing is dat het onvrijwillig is afgestaan. Een van de voorbeelden die de zij bij haar advies gaf was, inderdaad, de Ganesha uit Volkenkunde.

Restitutie is rechtvaardig

De wind waait nu uit een heel andere hoek. Het perspectief en belang van de landen van herkomst krijgt nadrukkelijk prioriteit. De volkenkundige musea zijn heel hier heel direct bij betrokken, en hebben enthousiast meegeschreven aan dat advies. Uit de volle overtuiging dat restitutie rechtvaardig is en daarmee onrecht uit het koloniaal verleden enigszins kan worden rechtgezet. Vandaar de vrolijkheid van Marieke van Bommel: na al het praten kan de actie beginnen, de vrachtwagens mogen voor komen rijden.


Lees ook: Waardevol Indonesisch erfgoed hoort in Indonesië

Naturalis en de Dubois-collectie is een heel ander verhaal. Dat gaat niet over kunstvoorwerpen of roofkunst, zoals de betwiste collecties nu meestal worden genoemd, maar over archeologische vondsten. Erg spectaculair om te zien zijn die niet. Ze worden pas bijzonder en spannend om te zien nadat wetenschappelijk onderzoek heeft uitgewezen hoe ongelofelijk belangrijk en uniek dat materiaal is voor de geschiedenis van de evolutie. De vraag om restitutie van de Dubois-collectie is een interessante nieuwe casus voor de commissie Gonçalves. Het criterium voor directe teruggave is immers dat het aannemelijk moet zijn dat de collectie ooit onvrijwillig is afgestaan. Daarvan lijkt mij eigenlijk bij die opgegraven botten uit Solo geen sprake.

Toch is er veel voor te zeggen om de Indonesische claim te honoreren. De Dubois-collectie is onmiskenbaar koloniaal erfgoed, afkomstig uit het bodemarchief van Indonesië. Naturalis heeft er anderhalve eeuw lang door bezit en studie een enorm prestige mee opgebouwd. Natuurlijk komt er dan een moment dat het land van herkomst zegt: dank voor de goede zorgen en de mooie wetenschappelijke inzichten, waardoor wij nu weten hoe belangrijk ons deel van de wereld is geweest voor de ontwikkeling van de mens. Maar nou is het mooi geweest en zouden wij deze collectie graag terugzien op de plek waar hij ooit is ontstaan en dus ook thuishoort.

Ooit gaat dat er van komen, het lijkt mij onontkoombaar, het is een noodzakelijke volgende stap in de verwerking van ons koloniaal verleden.