Terugblik op het theaterseizoen: het jaar van Eline Arbo, meerstemmige makers en veel kippenvel

Brideshead Revisited, door De Warme Winkel

Foto Lonneke van der Palen

Terugblik theaterseizoen 2022/2023 Terugkijkend naar een rijk theaterseizoen vallen enkele trends op. Wat waren de kippenvelmomenten en wat kan er beter en leuker?

Theatermaker van het jaar

Eline Arbo

Niet alleen maakte ze volgens de verzamelde NRC-recensenten met De Jaren de mooiste, meest indrukwekkende voorstelling van het jaar, Eline Arbo kreeg ook de sleutels van het rijkste, grootste theaterhuis in handen, van Internationaal Theater Amsterdam.

Half juni liet Ivo van Hove plots weten op te stappen als directeur. De overdracht van macht ging stapsgewijs. Vorig jaar werd zijn opvolger al opgenomen in de artistieke leiding van ITA – terwijl ze ook nog in Den Haag bij Het Nationale Theater werkt en in thuisland Noorwegen voorstellingen maakt.

Van Arbo was dit jaar ook de geprezen Noorse productie Jane Eyre hier te zien, waarin de hoofdpersoon haar autonomie opeist. En deze maand was er bij ITA haar bewerking van het klassieke drama Penthesilea te zien, die alles bracht wat Arbo onderscheidend maakt: een muzikale hartslag, een feminien/feministisch perspectief, een weelderige vormentaal, florerende acteurs.

Arbo is onvergelijkbaar anders dan Van Hove, maar er zijn ook paralellen zichtbaar. Grappig toeval is dat Arbo net als Van Hove een gezichtsbepalende partner inbrengt. Wat Van Hove maakte, leunde mede op de ensceneringen en lichtontwerpen van Jan Versweyveld. Bij Arbo is de muziek een zwaartepunt en daarover heeft partner Thijs van Vuure de leiding.

Wat de twee gemeen hebben en wat Van Hove aan haar stijl zal hebben bevallen is haar onverschrokken beeldtaal, haar durf om op de grote zaal ook een grote, nadrukkelijke visuele kracht los te laten – een neiging waar Van Hove nog wel eens om werd bekritiseerd. In de twee formidabele, centrale scènes in Penthesilea tussen Penthesilea en Achilles (Ilke Paddenburg en Jesse Mensah) domineerde de artificiële vormgeving de handeling. Handen vol bloed giet de Amazone-koningin over de Griekse strijder heen in hun gevecht. Symbolisch van aard, overvloedig in uitvoering. Als het gaat om liefde voor het grote theatrale gebaar verloopt de overgang gladjes.

Trend van het jaar (1)

De vrouwelijke stem

Become a woman who speaks”, zegt de moeder van actrice Alesya Andrushevska tegen haar als ze klein is. De Oekraïense vertelt het in Women of Troy, as told by our mothers. In die voorstelling van Dood Paard laten de vier makers hun moeders aan het woord over oorlog en geweld. In hun verhaal geen heldenzangen en geen rechtvaardiging van geweld. In hun verhaal is de oorlog niet afgelopen als de strijd is gestreden: niet als de winnende soldaten daarna nog de vrouwen van de verliezende soldaten verkrachten. Met de prikkelende stelling: zou er nog oorlog zijn als niet mannen maar vrouwen de oorlogsverhalen hadden doorverteld?

„Ik voel me niet vernederd”, zegt de vrouw (gespeeld door Hannah Hoekstra) ferm, maar ook met een snik in haar stem, na weer een nacht met de man H., die louter seks met haar heeft voor zijn eigen genot. Even later zingt ze zacht: „I’m the great pretender”.

In De Jaren van Het Nationale Theater, in de regie van Eline Arbo, wordt het levensverhaal verteld van een vrouw in de twintigste eeuw, naar het boek van Annie Ernaux. De vijf actrices die haar in verschillende levensfasen fijnzinnig vertolken, geven een dynamisch perspectief op dat bestaan als vrouw, op de strijd om vrijheid, tegen de achtergrond van de bijna vergeten eigenaardigheden en gewoontes van elke periode. Met als ijzingwekkende sleutelscène een plastisch uitgevoerde, illegale abortus.

De Jaren, van Het Nationale Theater Foto Fred Debrock

Deze twee van de beste voorstellingen van afgelopen seizoen boden originele, intelligente ideeën in een pakkende vorm. Daarbij gaven ze ruimte aan de vrouwelijke stem, een belangrijke lijn dit seizoen. Dat is, om te beginnen belangrijk in kwantitatief opzicht. Tegelijk markeerde het een nieuwe fase, waarbij vrouwelijke, artistiek directeuren het voor het zeggen hebben gekregen bij grote gezelschappen, zoals Arbo. Met succes, met goede, spraakmakende voorstellingen, met nieuwe geluiden.

Het Brandhaarden Festival gaf eerder dit jaar een goed getimede illustratie van die almaar doorgaande ontwikkeling, met internationale vrouwenstemmen als thema. Met onder meer een imponerende Hanane Hajj Ali over moederschap, de verscheurde stad Beiroet en de ongewisse staat van Libanon, een land waar velen uit weg willen. Waarbij ze de Somalisch-Britse dichteres Warsan Shire citeert: „Niemand stopt haar kinderen in een boot, tenzij het water veiliger is dan het land.”

Trend van het jaar (2)

Meerstemmigheid

Jury’s worden geacht met controversiële keuzes te komen, om het debat op gang te brengen. Maar de selectie van de VSCD Toneeljury voor het Nederlands Theater Festival was teleurstellend bevredigend. Zoals de keuze voor twee regies van Guy Weizman bij NITE: The Underground en Yara’s Wedding. Dit is ook zijn seizoen.

In zijn multidisciplinaire aanpak is het balanceren tussen alle delen: tekst, muziek, dans, zang. Met Sanne den Hartogh, Sarah Janneh en Bien de Moor staan er machtige acteurs die elk op hun eigen manier een anker voor de voorstelling zijn. Ze maken deel uit van een ensemble dat al jaren buitengewoon cultureel divers is, mede dankzij dansers die uit alle windstreken komen.

Yara’s Wedding, door NITE. Foto Katrin Ribbe

Dit was ook het jaar van de eerste regie van gelauwerd actrice Romana Vrede, die overdonderde met haar loeistrakke montage van The Story of Travis, bij Theater Rotterdam/ Well Made Productions. Muziek, dans en tekst vloeiden moeiteloos samen, bij een plot dat iets te zwaar leunde op kennis van Raisin in the sun, de toneelklassieker en beroemde film. Geproduceerd door vijf zwarte vrouwen, een unicum volgens de makers zelf, met een geheel zwarte cast, bracht het een ingrijpend verhaal over keuzes en levenshouding, over racisme bestrijden en ontwijken.

Expliciet over racisme en slavernij gaat het steengoede Ik zeg toch sorry, een co-productie van Theatergroep Aluin en Raymi Sambo Maakt. Het is misschien wel de beste voorstelling over dit thema, omdat het zo gewiekst de mogelijke standpunten in een discussie tussen witte en zwarte mensen inbedt, met volop ongemak en onbegrip aan beide zijden. De zes personages voeren de viering van de afschaffing van de slavernij in Paramaribo in 1861 op. Dat levert sterk verwoorde emoties op. Maar we zien de zes ook achter de schermen ‘zichzelf’ spelen. De confrontaties tussen de drie witte en drie zwarte acteurs verkennen knap alle mogelijke soorten wrijving.

In al deze en veel meer voorstellingen krijgt culturele diversiteit steeds meer gestalte in het theater, steeds meer lucht, steeds meer voet aan de grond. Meerstemmigheid, noemt de Toneeljury dat. En net als bij de vrouwelijke stem voelt dat allesbehalve plichtmatig. Het theater gaat erop vooruit.

The Story of Travis, door Well Made Productions / Theater Rotterdam. Foto Mark Bolk

Kippenvel van het jaar

Onvergetelijke momenten

Theater doet je vaak versteld staan. Soms een voorstelling lang, soms bij vlagen. Dit waren een paar momenten:

Hoe Eefje Paddenburg Mijn lieve gunsteling (bij ITA) zingend afsluit met een almaar aanzwellende smeekbede op gitaar. „Het spijt me, vergeef me”, herhaalt dit jonge meisje in het refrein met klem, almaar luider, tot een laatste galmend „Het wordt beter”. De compositie is hoorbaar van Wende en Paddenburg steekt haar naar de kroon.

Lineke Rijxman die tegenstribbelend en narrig een versie van zichzelf neerzet, in The making of Soros the musical (Mugmetdegoudentand), kunst geordenende chaos noemt en grapt dat kunstenaars de beschikking over te veel geld niet zouden aan kunnen, omdat het de creativiteit fnuikt. Het is haar gepijnigde, defensieve, cynische blik die het hem doet.

De spottende, plagerige glimlach van Bert Luppes was terug in John en Gena, net als zijn ironische dictie. Een feestje

Laura van Dolron die haar nieuwe vriend bewierookt, want hij maakt dingen groot in zijn leven. Die positieve levenshouding raadt zij het publiek ook aan, in haar De uitnodiging. Zet iemand op een voetstuk, niet je partner, niet je kind, maar maak iets heiligs, zegt ze: „Wees onder de indruk.”

De spottende, plagerige glimlach van Bert Luppes was weer terug in John en Gena (Wunderbaum), net als zijn ironische dictie, die onder elke zin een dubbele bodem legt. Heel vaak speelde Luppes niet meer in Nederland de afgelopen jaren en deze hereniging was een feestje.

Publiek van het jaar

Corrosia Theater in Almere

Soms is je rol als publiek onverwacht onmisbaar. Op een dinsdagavond in Almere spelen theatermakers Kuno Bakker en Jorn Heijdenrijk hun aangenaam weerbarstige anticomedyvoorstelling Twomenshow. Vlak voor tijd stappen twee stellen op de eerste rij op. Even later een vrouw die helemaal voor de eerste rij langs naar de deur aan de andere kant loopt. Een minuut later is de voorstelling voorbij. Wat zo mooi is: de weglopers omhelzen de geest en intentie van de voorstelling. Het lukt de makers niet om comedy te maken en in dat onvermogen vinden ze zin en betekenis. Het lukt de weglopers niet om publiek te zijn en hun onvermogen omkranst de blijvers met zin en betekenis. De blijvers hebben meer gedaan dan een kaartje gekocht: ze hebben hun verantwoordelijkheid genomen.

Ergernis van het jaar

De boventiteling

Nu er weer meer internationaal theater te zien is en er meer talen op het toneel gesproken worden, is het tijd om de boventiteling te professionaliseren. Daar zijn verschillende problemen mee.

Het scherm hangt vaak te hoog, waardoor je blik voortdurend spastisch van boven naar beneden wordt gejonast en je óf de handeling óf de woorden mist.

Of: de timing klopt niet, waardoor je niet goed weet, wie wat zegt. Of: een acteur spreekt veel en de vertaling is summier (valt ook op als je de andere taal wel spreekt).

Of: er wordt te snel en door elkaar gesproken, zoals bij het viertalige Long Day’s Journey into Night, bij het Vlaamse Zuidpool, met boventiteling in vier talen. Niet te volgen.

De beste internationale voorstelling die hier te zien was, heette toevallig ook De Jaren (Los Años, van de Argentijnse theatermaker Mariano Pensotti en zijn Grupo Marea, op Noorderzon in Groningen). Die had ook de beste boventiteling: in het decor zelf, over de volle breedte verwerkt in de dakrand van de twee kamers op het toneel. Dat gaf rust aan de ogen. Tip.

Kunstmatige rol van het jaar

Herman de printer

Is het al tijd voor Toneelprijzen voor kunstmatige rollen? Een goede nominatie is Herman de printer, die in Schrödingers Hond van Kim Karssen de show steelt. Vanuit een mysterieus elders geeft het printertje commentaar en boodschappen door aan Karssen, gedrukt op een soort kassabonnen. Herman is meer god dan ChatGTP, want in zijn alomaanwezigheid ziet en hoort hij alles wat Karssen doet. Dat leidt, in wat eigenlijk een ‘solo’ is, tot geestige tweespraken, waarbij Karssen zich uitput in weerwoord en verklaring, in een onbestemd universum van Beckettiaanse allure.

Als zij vertwijfeld implodeert, vraagt hij: „Gaat het?” En als ze zegt: „Er moet toch meer zijn dan dit?”, ratelt zijn kastje en is zijn antwoord: „Hallo, ik vind het al zoveel!” Coole gast.