‘Het archetype witte vrouw, verleidelijk maar geen hoer, bestaat niet.” „We moeten meisjes leren trots te zijn op hun pijpkwaliteiten.” „Als een vrouw wordt verkracht, écht goed wordt verkracht, is dat een viering van het patriarchaat in zijn puurste vorm: met stompzinnige, ziekelijke technieken de macht van vrouwen op de knieën dwingen.” Wie een boek van Virginie Despentes oppakt wordt al snel geconfronteerd met dit soort uitspraken – of het nu gaat om haar feministische pamflet King Kong Théorie uit 2006 of Cher connard, haar laatste roman.
Met haar vlijmscherpe pen is de feministische schrijver Virginie Despentes (56) een van de belangrijkste figuren uit de moderne Franse literatuur. Dat begon met Baise-moi (Neuk me, 1993), een roman over twee jonge vrouwen die, op zoek naar dope, alcohol en seks, al moordend door het land trekken. Zowel dit boek, als de gelijknamige film uit 2000, die Despentes zelf regisseerde en waarvoor ze samenwerkte met twee porno-actrices, veroorzaakte vanwege de vele gewelddadige scènes en expliciete seks een groot schandaal.
Met de publicatie van King Kong Théorie (2006) – het essay waarin ze schrijft over haar verkrachting op zeventienjarige leeftijd – en met Vernon Subutex (2015-2017), een bijtende trilogie over het hedendaagse Parijs (het eerste deel haalde de shortlist van de International Booker Prize), wist ze haar status als radicaal feminist en ‘rock-’n-roll Zola’ definitief te consolideren. Inmiddels staan er nog meer werken op haar naam en is ze, sinds vorig jaar, ook toneelregisseur. Haar theaterstuk Woke, over ras en gender, werd vorig jaar in Lille opgevoerd. Van eind mei tot eind juni was Romancero Queer te zien in Théâtre national de la Colline in Parijs, een theaterstuk over machtsongelijkheid dat bij aanvang al volledig was uitverkocht.
Cher connard, een spraakmakende briefroman, prijkte meteen na publicatie, eind 2022, in Frankrijk boven aan de bestsellerlijsten. De Nederlandse vertaling, Beste klootzak, verscheen vorige maand.
Despentes wil afspreken in Café Kraft, een kroeg in de buurt van haar woning aan Avenue Simón Bolívar in het 19de arrondissement. Binnen hangen posters aan de muur van The Kinks en Velvet Underground, de buitenmuren van het café zijn geschilderd in felle graffiti-kleuren. Het past bij het imago van Despentes, die in de jaren tachtig opgroeide in Nancy als Virginie Daget (haar latere naam is een speelse verwijzing naar de wijk Pentes de la Croix-Rousse in Lyon, waar ze een tijd woonde) en, voordat ze doorbrak als schrijfster, zong in de feministische punk-rapgroep Straight Royeur.
De vrouw met halflang blond haar die binnenwandelt voldoet in eerste instantie aan dat rock-’n-roll imago: ze draagt een zwart T-shirt, een trainingsbroek en op haar onderarm prijkt een grote tattoo – later zal ze een mouw opstropen om op haar bovenarm een bom te tonen, de tattoo die ze liet zetten nadat ze een eerste raptekst over haar verkrachting had geschreven. Maar zodra ze zich voorstelt, valt op hoe zacht haar stemgeluid is; haar houding is rustig, bijna verlegen zelfs.
Ze heeft het druk nu ze veel tijd in het theater doorbrengt. Als regisseur – ze schreef ook de tekst – werkte ze voor Romancero Queer nauw samen met acteurs. „We hebben veel discussies gevoerd”, zegt ze. „Het stuk gaat over de machtsverhouding tussen regisseur en acteurs, die is bij voorbaat ongelijk. Acteurs geven zichzelf bloot op een podium, dat is kwetsbaar, dus hoever kan een regisseur gaan? Het stuk gaat niet zozeer over seksueel grensoverschrijdend gedrag, dat wilde ik bewust niet, maar wel over andere grenzen die een regisseur kan overschrijden en hoe daartegen in verzet te komen.”
Nu ze zo succesvol is, kan ze met enige verwondering terugkijken op haar leven. „Ik ben opgegroeid in een periode van economische crisis. In het noordoosten van Frankrijk sloten in de jaren tachtig veel fabrieken, de staalindustrie lag op zijn gat. Mijn ouders, die van het platteland naar Nancy waren getrokken, werkten bij het postbedrijf, het waren trotse vakbondsleden. Maar voor mij viel er werkelijk niets te beleven. Nancy is een troosteloze stad, ik begreep al snel dat mijn toekomst ergens anders lag.”
Zij en haar vrienden voelden zich verloren, zegt ze. „Werkelijk niemand bekommerde zich om de jeugd. Ja, rondhangen in cafés en roken, dat is wat we deden. Maar er was geen cultuur, geen muziek, de bandjes die we wilden zien speelden in Lyon en Parijs.”
Ik begreep niet waarom mijn ouders me in een psychiatrische instelling stopten. Het heeft iets tussen ons gebroken
Opgroeien in die troosteloze omgeving maakte haar opstandig en rebels. „Toen ik op mijn twaalfde voor het eerst een glas wijn dronk, was ik meteen verkocht. Ik wist meteen: dit hoort bij mij. En ik was de hele tijd verliefd.” Ze wilde niet deugen op school, had vanaf haar veertiende seks, was de hele tijd verliefd en raakte verslingerd aan de drank. Haar ouders hadden geen grip op haar en stuurden haar naar een psychiatrische instelling. „Ik had een grote drang naar vrijheid, wist helemaal niet hoe ik me moest gedragen als meisje. Ik begreep ook niet dat er van mij iets anders werd verwacht dan van een jongen.”
Dat ze werd opgenomen noemt ze, terwijl ze een slok thee neemt, een „dramatische ervaring”. „Zowel voor mij als mijn ouders. Ze waren heel jong toen ze mij kregen, ik ben enig kind. Ik denk dat ze zich altijd bezwaard hebben gevoeld over hun beslissing. Op mijn beurt begreep ik niet waarom ze me naar zo’n plek hadden gebracht. Het heeft iets tussen ons gebroken, het is daarna nooit meer helemaal goed gekomen.” Niettemin heeft ze inmiddels wel een goede relatie met haar ouders, zegt ze. „Ze zijn nu beiden in de zeventig en trots op wat ik heb bereikt. Maar we praten weinig, niet over mijn werk, niet over het verleden. Politiek en eten, dat zijn onze onderwerpen. Ik kom uit een zwijgende familie.”
Een kleine drie maanden bracht Despentes door in de instelling waar ze zich, als jongste, staande moest zien te houden tussen zwaar depressieve jongeren en anorexiapatiënten. Door wat ze daar meemaakte verloor ze haar vertrouwen in de zorg en maatschappelijke instanties. „Het heeft lang geduurd voordat ik daarna weer naar een psycholoog of psychiater durfde te stappen. De manier waarop de begeleiders ons destijds behandelden was ronduit slecht. Ze ondernamen niets, stimuleerden ons op geen enkele manier. We moesten altijd binnen zitten, alleen voor een sigaretje mochten we even naar buiten, maar als je jong bent moet je natuurlijk kunnen bewegen en heb je frisse lucht nodig.”

„We dachten in die tijd dat verkrachting niet vaak voorkwam, dat het iets uitzonderlijks was, dus we zwegen erover.”
Foto Philip Provily
Eenmaal ontslagen uit de instelling had ze nog maar één doel: wegkomen uit Nancy. En dus ging ze van school af en vertrok op haar zeventiende naar Lyon. „Ik had kort, oranje geverfd haar en kwam terecht in een wervelende punkscene. We woonden in een oud pand, schreven teksten, maakten muziek, hadden een radioprogramma en een eigen platenlabel, het was happening, een geweldige tijd.” Het was vlak voor die periode dat ze, na een concert in Londen, met een vriendin terugliftend naar Nancy, werd verkracht door drie mannen. Een traumatische ervaring waar ze beiden niet over konden spreken. „Onze reactie was instinctief: als je het er niet over hebt, is het ook niet gebeurd. We dachten in die tijd dat verkrachting niet vaak voorkwam, dat het iets uitzonderlijks was, dus we zwegen erover.”
Maar rond haar twintigste begon Despentes er voor zichzelf over te schrijven. „Ik beschreef telkens weer dezelfde scène, het was denk ik een poging om te duiden wat er was gebeurd, een manier om weer contact met mezelf te maken.” Met diezelfde vriendin richtte ze een punk-rapgroep op. „Het eerste nummer dat we samen schreven ging over die verkrachting. Het kwam er gewoon uit, maar verder hadden we het er niet over.”
Sekswerk heb ik een jaar of drie gedaan. Het was een eenvoudige manier om geld te verdienen
Niet lang daarna ging ze als sekswerker aan de slag. „Dat heb ik een jaar of drie gedaan. Het was een eenvoudige manier om geld te verdienen. Via Minitel [een Franse voorloper van het internet] sprak ik af met mannen. Ik ontmoette ze in een hotellobby of bar. Met twee of drie afspraakjes verdiende ik al 5.000 frank (zo’n 800 euro), daar kon ik de rest van de maand mee doorkomen. Ik vond het ook niet vervelend, mijn relatie met mannen was beter in die situatie dan in het echte leven: de meesten waren verlegen en onhandig, ze hadden geen grip op mij, ze waren onder de indruk van mijn houding en uitdagende kleding, dat gaf me een zeker gevoel.” Later, toen ze naar Parijs was verhuisd, ging ze er nog een korte periode mee door. „Zo kon ik meteen drie maanden de huur betalen.”
Eenmaal in Parijs zet ze haar onstuimige leven voort: ze drinkt veel, schrijft korte verhalen en werkt voor muziektijdschriften. Ze zweert relaties met mannen af en wordt op haar 35ste verliefd op een vrouw. Ondertussen blijft het verleden haar achtervolgen, ze vindt dat ze niet genoeg geschreven heeft over haar traumatische ervaring, een besef dat aan haar knaagt sinds de verschijning van Baise-Moi, toen veel vrouwen haar tijdens signeersessies in vertrouwen namen over hun eigen verkrachting. Het doet haar besluiten om, ruim voor de #MeToo-beweging, eindelijk woorden te geven aan wat haar was overkomen. In het essay King Kong Théorie – een pleidooi voor het anders-zijn („Ik ben eerder King Kong dan Kate Moss”) en opgedragen aan „te lelijke, te frigide, te oude of te hysterische” vrouwen – beschrijft ze wat er daadwerkelijk gebeurde in de zomer van 1986.
Nadat zij en haar vriendin al een hele reis hadden afgelegd en bij een pompstation in een buitenwijk van Parijs een nieuwe lift probeerden te krijgen, stopte er een auto. Duidelijk onder invloed van drank en drugs probeerden de inzittenden – drie witte jongens („type banlieue”) – de twee over te halen met hen mee te gaan. Aanvankelijk weigerden ze, maar de jongens bleven aandringen, en Virginie en haar vriendin gingen overstag. „Tegen de tijd dat de deuren dichtslaan, weten we dat het foute boel is”, schrijft Despentes. Ze worden onder schot gehouden, tot bloedens toe geslagen en verkracht in het bos. Een vreselijke ervaring waar ze, zo schrijft ze, zich ook nog eens schuldig over voelde omdat ze, terwijl ze in het bezit was van een klein mes, de moed niet had zich daarmee te verdedigen. „Ik stond geen doodsangsten uit bij de gedachte te worden gepenetreerd”, schrijft ze in King Kong Théorie, „maar bij het idee dat ze ons misschien zouden doden.”
De correlatie tussen lomp gedrag, met name van mannen, en hun alcoholinname wordt nog altijd onderschat
Het zijn deze elementen – machtsmisbruik, angst, geweld en schuldgevoelens – die ook weer terugkomen in haar laatste boek. In deze briefroman wordt Oscar Jayack, een succesvolle schrijver van middelbare leeftijd, beschuldigd van seksuele intimidatie door Zoé Katana, een jonge feministe en succesvol blogster. Zoé zou, in de periode dat ze als promotiemeisje voor hem werkte, voortdurend zijn lastiggevallen door hem („de dronken machoschrijver”) waardoor ze noodgedwongen haar baan moest opzeggen. In een briefwisseling hierover met Rebecca Latté, een actrice van middelbare leeftijd, beklaagt Oscar, die wordt gecanceld, zich over de kwestie. Een houding die de zeer uitgesproken Rebecca resoluut afstraft door hem verbaal de grond in te boren: „Je bent een huilenbalkje, een sneuneus.”
Zij, op haar beurt, worstelt met haar positie in de filmwereld als ouder wordende actrice en kijkt, opgroeiend in de jaren tachtig, met bewondering maar zonder afgunst naar de uitgesproken generatie feministen die sinds #MeToo zijn opgestaan. Want ook Zoé wordt, vanwege haar uitgesproken meningen, overstelpt door haatreacties, niet alleen vanuit de manosphere: zelfs door feministen wordt ze online aangevallen. Daarmee legt Despentes belangrijke kwesties bloot: hoe kunnen we, na #MeToo, nader tot elkaar komen? En hoe kunnen jongeren, die zich uitspreken op sociale media, minder kwetsbaar worden?
Rebecca noemt Oscar ‘un connard’, een klootzak. Hij had moeten weten dat hij, als gevierd schrijver, zich in een machtspositie bevond ten opzichte van Zoé.
„Tot aan #MeToo werden jongens of mannen zelden geconfronteerd met hun gedrag. En nog steeds wordt mannen niet geleerd hoe ze met machtsverhoudingen om moeten te gaan. Het type man ‘stoer, met een roofzuchtige seksualiteit’ wordt in Frankrijk nog altijd zeer gewaardeerd. Het is een soort status. Met name wanneer ze succes hebben, ontbreekt het mannen vaak aan zelfinzicht. Ze leren niet hoe ze zich moeten verplaatsen in vrouwen en moedigen elkaar aan om zich als klootzakken te gedragen.”
Hoe ontstond het idee voor het personage van Oscar?
„Een paar jaar geleden had ik een etentje met een paar lesbische vriendinnen die, net als ik, in de boekenwereld werken. Een van hen vertelde over een #MeToo-kwestie die op het punt stond los te barsten: een man zou online aan de schandpaal worden genageld vanwege seksueel overschrijdend gedrag. We wisten allemaal om wie het ging: hij was een charmante dronkelap en cokeverslaafde. Er ontstond discussie aan tafel: wat gingen wij nu doen? Hem bellen om te vragen wat hij had gedaan? Hem zeggen dat hij moest stoppen met drinken? Hem vertellen dat hij zijn verontschuldigingen moest gaan aanbieden? Ik vond dat een interessant gegeven.”
Oscar is de zoon van een werkloze staalarbeider uit Nancy. Hij schaamt zich voor zijn nederige afkomst. Over zichzelf schrijft hij dat hij „diep van binnen weet dat hij een zak stront is”.
„Ik wilde onderzoeken wat er gebeurt met een mannelijke schrijver die, vanuit zo’n simpele achtergrond, ineens succesvol wordt. Ik lijk op Oscar: we zijn ongeveer even oud en beiden redelijk succesvol. Hij is, zeg maar, mijn alter ego. Maar er is ook een verschil. Aan het begin van mijn carrière was de Franse literaire wereld kritisch over alles wat ik schreef. Dat geldt in het algemeen voor jonge, vrouwelijke auteurs, met als gevolg dat we al snel tot zelfreflectie worden gedwongen: ga ik niet te ver? Kan ik deze provocerende teksten wel schrijven, simpelweg omdat ik een vrouw ben? Voor mannelijke schrijvers gaat dit niet op. Oscar is minder geneigd tot zelfkritiek, hij heeft het niet geleerd en beschouwt zichzelf dan ook in eerste instantie als een slachtoffer. Hij begrijpt pas later waar iedereen het over heeft.”
U wordt wel vergeleken met Michel Houellebecq, net als u beroemd geworden in de jaren negentig, maar hij wordt inmiddels gezien als een misogyne reactionair.
„Die vergelijking wordt meer in het buitenland gemaakt dan hier in Frankrijk, we zijn allang uit elkaar gegroeid. Dertig jaar geleden, in onze beginperiode, kwamen we elkaar geregeld tegen op literaire festivals en waren we bevriend. Ik vond hem grappig, was fan van zijn poëzie. Maar hij is erg veranderd, ik heb hem nu al twintig jaar niet meer gesproken.”
Oscar komt langzamerhand tot het inzicht dat hij met Zoé te ver is gegaan, dat hij misbruik heeft gemaakt van zijn machtspositie. Dat inzicht groeit naarmate hij van de drank afraakt.
„Ik heb mijn leven lang geworsteld met verslaving. Ik drink al lang niet meer, een jaar of zes geleden heb ik ook de drugs voorgoed afgezworen. Beste klootzak gaat grotendeels over drank- en drugsgebruik, zowel Rebecca als Oscar worstelen met hun verslaving. De correlatie tussen lomp gedrag, met name van mannen, en alcoholinname wordt nog altijd onderschat. Te vaak wordt dronkenschap gebruikt als een excuus om slecht gedrag te vergoelijken. Het is een onderwerp waar we nog altijd te weinig over praten.”
Oscar geeft uiteindelijk toe dat hij fout zat. Dat maakt hem tot een atypische persoonlijkheid, de meeste narcisten leren niet van hun fouten.
„Ik vond het belangrijk dat Oscar tot zelfinzicht komt. Hij is geen slechte man, hij komt tot inkeer naarmate hij in staat is zijn eigen kwetsbaarheid onder ogen te komen. Bovendien is hij een vader van een tiener. Zoé doet hem inzien waar jonge vrouwen mee worstelen. Dankzij haar realiseert hij zich ook hoe kwetsbaar vrouwen zijn en wil hij ook zijn eigen dochter in bescherming nemen.”
In Beste klootzak is ‘schuldschaamte’ een belangrijk thema. Zoé schrijft op een gegeven moment op haar blog dat ze zich schaamt voor wat er is gebeurd. Ze stelt: „Maandenlang lastiggevallen worden betekent dat je iemand anders wordt.” Maar ze schrijft ook: „Schaamte hoort thuis aan de andere kant.” Dat doet denken aan de uitspraken van Gisèle Pelicot, de vrouw die tien jaar lang door haar man thuis werd gedrogeerd waarna hij haar liet verkrachten door allerlei mannen. In de rechtszaak, die eind vorig jaar door heel Frankrijk werd gevolgd, herhaalde ze telkens dat niet zij, het slachtoffer, maar de daders zich moesten schamen. „Wat zij heeft gedaan is zo sterk”, zegt Despentes. „Zich op die manier uitspreken, en dat voor een vrouw van haar leeftijd, is echt bijzonder. Maar ik denk niet dat dit zonder de #MeToo-beweging mogelijk was geweest. Tien jaar geleden zou alle media-aandacht nog zijn uitgegaan naar het verhaal over al die mannen en hoe ze erin werden geluisd door haar echtgenoot. Maar Pelicot heeft mannen uitgedaagd om na te denken over hun eigen seksualiteit en vooral ook over vrouwelijke seksualiteit. Het is toch totaal bizar en onvoorstelbaar om te denken dat een vrouw, die gedrogeerd en buiten bewustzijn voor je ligt, seks met je zou willen hebben?”
Rebecca is een zeer uitgesproken persoon. Is haar personage gebaseerd op de actrice Béatrice Dalle?
„Béatrice is mijn beste, heteroseksuele vriendin. Ze is geweldig, neemt nooit een blad voor de mond, we brengen veel tijd met elkaar door. Ze heeft me zeker geïnspireerd, maar het is niet zo dat het personage Rebecca op haar is gebaseerd.”
Rebecca schrijft dat we als samenleving nog altijd veel te tolerant reageren op femicide. Dat een vrouw wordt vermoord vanwege het feit dat ze een vrouw is vinden we nog altijd niet echt verbazingwekkend. Ze schrijft: mannen kunnen je als vrouw nu eenmaal vermoorden. Het staat op ons voorhoofd geschreven.
„Daarom laat ik Rebecca de boel omdraaien: beeld je maar eens in dat het niet gaat om vrouwen die door mannen worden vermoord maar om werknemers die door hun bazen worden vermoord. Als dit het geval was dan zou de publieke opinie zich meteen schrap zetten. Als je die parallel trekt zie je pas hoe tolerant mensen zijn ten opzichte van femicide.”
Rebecca schrijft over Zoé: haar generatie wint zich snel op en schaamt zich niet om dat te laten merken. U schrijft dat het feminisme verandert met de komst van iedere nieuwe generatie.
„Dat is precies wat je nu ziet: verschillende generaties praten over dezelfde onderwerpen, maar wel op een verschillende manier. Het personage van Zoé is geïnspireerd op een meisje waarmee ik in contact kwam. Ze vertelde me hoe ze online stelselmatig werd aangevallen vanwege haar feministische standpunten. Ik vind het indrukwekkend hoe jonge vrouwen tegenwoordig een groot risico nemen door zich openlijk te uiten online. Het geweld dat ze over zich heen krijgen is schokkend. Zoiets is beangstigend en maakt eenzaam. Door internet zijn we gewend geraakt aan gewelddadige discussies.”
Met welke gevolgen?
„Op dit moment is er een duidelijke tegenbeweging gaande vanuit extreemrechts, zowel in Europa als in de VS. Mannen voelen zich snel bedreigd, zelfs over de meest onbenullige dingen. In België had een studente zich laten fotograferen met okselhaar. De hoeveelheid haat die ze over zich heen kreeg was onvoorstelbaar, tot doodsbedreigingen aan toe. Na het verschijnen van Baise-Moi kreeg ik ook een bak kritiek over me heen gekieperd, maar dat was na een maand weer voorbij. Word je online aangevallen, dan kan het soms eindeloos doorgaan. Zoiets kan je breken. En je kunt je er ook vreselijk eenzaam door voelen. Als ik een dochter had zou ik me enorme zorgen maken.”
Hoe kijkt u naar de generatie die opgroeit na #MeToo?
„Ik denk dat het zeer bewuste types voortbrengt, zowel meisjes als jongens. Zij ontwikkelen een nieuw soort bewustzijn. Ik kom nu regelmatig in contact met jongens die King Kong Théorie hebben gelezen en die zich volledig kunnen identificeren met het vrouwelijke standpunt. Ook op TikTok zijn er jongens die bijzonder slimme en grappige uitspraken doen over feminisme. Ze begrijpen wat een vrouw doormaakt, ze kunnen het zich beter voorstellen. Dat is hoopvol.”
cv
Virginie Despentes
- 1969
- Geboren in Nancy, Frankrijk
- 1986
- Vertrekt naar Lyon
- 1987
- Filmacademie in Lyon
- 1988
- Werkt in een platenzaak, als freelancer voor rockkranten, als boekverkoopster en als part- time sekswerker
- 1993
- Eerste roman Baise-Moi
- 1996
- Roman Les Jolies Choses, wint diverse prijzen waaronder de Prix de Flore
- 2000
- Verfilming Baise-Moi
- 2001
- Verfilming Les Jolies Choses (Pretty Things)
- 2004
- Roman Bye Bye Blondie
- 2006
- Essay King Kong Théorie
- 2010
- Roman Apocalypse Bébé, wint Prix Trop Virilo en Prix Renaudot
- 2011
- Regisseert film Bye Bye Blondie
- 2015
- Eerste en tweede deel van trilogie Vernon Subutex (derde deel verschijnt in 2017), wint voor eerste deel vele literaire prijzen waaronder de Prix Landerneau
- 2022
- Cher connard
- 2024
- Schrijft en regisseert toneelstuk Woke
- 2025
- Schrijft en regisseert toneelstuk Romancero Queer. Cher connard verschijnt als Beste klootzak bij De Geus (vert.: Carlijn Brouwer)
- Virginie Despentes woont in Parijs.
