Te koop: ‘Een sterrenhemel vol meesterwerken’ uit Afrika en Oceanië

Veilinghuizen gebruiken graag superlatieven. Vooral als ze belangrijke veilingen aankondigen. ‘Landmark Live Evening Auction’, ‘Sale of the Century’, dat werk. Soms klinkt het klaroengeschal niet te schel. Zoals voor de veiling Barbier-Mueller, Art as Legacy, op 6 maart bij Christie’s in Parijs.

In deze zogenoemde one owner sale biedt het veilinghuis 100 collectiestukken aan afkomstig van Musée Barbier-Mueller, een particulier museum in Genève met een van de indrukwekkendste collecties niet-westerse kunst ter wereld. Of zoals Stéphane Martin, tot voor kort directeur van Musée du quai Branly in Parijs, het verwoordt in de veilingcatalogus: „De Barbier-Mueller-verzameling is een wereld op zich, een sterrenhemel vol meesterwerken.”

De kijkdagen bij de Christie’s-vestiging aan de Rue Matignon in Parijs zijn voor liefhebbers de eerste en tegelijk laatste kans de exceptionele dansmaskers, voorouderbeelden en andere traditionele gebruiksvoorwerpen uit Afrika en Oceanië bij elkaar te zien. Na 6 maart verdwijnen ze waarschijnlijk in particuliere verzamelingen.

Christie’s wil niks zeggen over de verwachte opbrengst van de veiling. Bij twaalf stukken noemt het veilinghuis in de catalogus geen richtprijzen. En de verwachte opbrengsten bij de overige 88 stukken zijn opvallend laag. Het is een beproefde tactiek om begeerte te wekken bij verzamelaars.

Tweelingenmasker uit Ivoorkust. Richtprijs ‘op aanvraag’
Schild van de Salomons-eilanden. Richtprijs: 500.000-700.000 euro.

Foto’s Christie’s

Het record voor een veiling van niet-westerse kunst uit Afrika en Oceanië dateert van drie jaar geleden: 66 miljoen euro voor de collectie van de Franse juwelier Michel Périnet, ook bij Christie’s in Parijs. Victor Teodorescu, hoofd van de verantwoordelijke afdeling, zegt desgevraagd dat het veilinghuis „om strategische redenen” niet over geld wil praten. „Alle aandacht kan zo gaan naar de schoonheid en het verhaal van deze collectie.” Wel zegt hij „niet verbaasd” te zullen zijn als het huidige veilingrecord sneuvelt.

Genève

Deze veiling gaat over meer dan de kunstmarkt. Het historisch belang van de Barbier-Muellercollectie is groot, de kwaliteit van de stukken uitzonderlijk – de familie had het oog en de middelen om het beste van het beste te kopen. Het zijn allemaal stukken met een lange en onbetwiste herkomstgeschiedenis, soms tot ver voor de Tweede Wereldoorlog.

Musée Barbier-Mueller, gevestigd in een zestiende-eeuws pand in de binnenstad van Genève, is bescheiden van formaat. Sinds de oprichting in 1977 organiseert het daar jaarlijks twee thematische tentoonstellingen, met steeds een kleine selectie uit de circa 7.000 voorwerpen tellende collectie.

Welbeschouwd is het museumgebouw altijd een laboratorium geweest voor de rondreizende tentoonstellingen van het museum. Terwijl de meeste musea terughoudend zijn met het uitlenen van kunstwerken, zagen de oprichters van Musée Barbier-Mueller, het echtpaar Jean Paul en Monique Barbier-Mueller, het juist als hun taak om als cultuur-ambassadeurs de familiecollectie ruimhartig beschikbaar te stellen.

Masker van de Mahongwé-Ngaré uit Congo. Richtprijs ‘op aanvraag’.
Masker van de Kwélé uit Gabon. Richtprijs 300.000-500.000 euro.

Foto’s Christie’s

Het museum organiseerde de afgelopen vijftig jaar zo’n honderd thematentoonstellingen die de wereld over reisden. Deze exposities, én de bijbehorende catalogi, droegen in belangrijke mate bij aan de waardering voor kunst uit Afrika, Oceanië, Indonesië en pre-Colombiaanse kunst.

Wat tot eind jaren vijftig vaak met het n-woord werd aangeduid en later ‘primitieve’ dan wel ‘tribale’ kunst werd genoemd, kreeg mede dankzij Musée Barbier-Mueller een volwaardige plek in de kunstgeschiedenis. De grootste musea in de wereld toonden de verzamelingen van het Zwitserse privé-museum. En niemand die er nog aan twijfelt dat anonieme houtsnijders uit Afrika, Oceanië en andere inheemse culturen ervoor gezorgd hebben dat kunstenaars als Gauguin, Picasso en Matisse zich konden losmaken van traditionele, westerse artistieke conventies.

Diverse maskers en beelden die bij die emancipatie een voortrekkersrol speelden, komen nu onder de hamer. Zoals het masker van de Toussian uit Burkina Fasso, dat in 1984 in het Museum of Modern Art in New York stond opgesteld bij de baanbrekende tentoonstelling ‘Primitivism’ in 20th Century Art (1984). Op het omslag van de lijvige catalogus stond het masker afgebeeld naast een bronzen sculptuur van Max Ernst. De Duitse surrealist had zich duidelijk door zijn anonieme West-Afrikaanse collega laten inspireren.

De historische betekenis van de stukken speelde een rol bij de keuze van het veilinghuis uit de museumcollectie, zegt Teodoresco. Hij noemt deze veiling „een hommage aan de familie Barbier-Mueller”. Over de beweegreden om te verkopen geen woord in de catalogus.

Weeskind

De familiegeschiedenis begint met Josef Müller (1887-1977), de zoon van een Zwitserse industrieel die, wees vanaf zijn zesde, opgevoed werd door een gouvernante. Op bezoek bij een klasgenoot kwam Müller als veertienjarige voor het eerst in aanraking met kunst. Een beslissend moment in zijn leven, gaf hij later aan: „Ik kreeg een visioen van een eenzame ster, puur en stralend in de verte: Kunst.” Al jong besloot hij die ster zijn leven lang te blijven volgen.

Als twintigjarige spendeerde Müller anderhalf jaarinkomen aan Die Liebe (1904), een groot en vanwege de naakte lichamen geruchtmakend drieluik van de Zwitserse kunstenaar Ferdinand Hodler. Op zijn dertigste bezat de jonge verzamelaar schilderijen van onder anderen Cézanne, Renoir, Braque, Picasso en Kandinsky. Bij zijn dood zes decennia later liet hij duizend schilderijen na.

Een van de topstukken van de veiling: Fang-beeld uit Gabon. Richtprijs ‘op aanvraag’.
Negentiende-eeuwse spijkerfetisj uit Congo. Richtprijs ‘op aanvraag’.

Foto’s Christie’s

Met het verzamelen van niet-westerse kunst begon Müller in de jaren twintig, toen hij krap bij kas zat. Net zoals Picasso en andere kunstenaars eerder al deden, begon hij Afrikaanse maskers en beelden te verzamelen. Die kocht hij in grote hoeveelheden, eerst op vlooienmarkten, later bij kunsthandelaren in zijn toenmalige woonplaats Parijs. Frankrijk was destijds nog een koloniale grootmacht, met druk handelsverkeer tussen de continenten, ook in kunstobjecten.

In de veilingcatalogus staan verrukkelijke foto’s waarop te zien is hoe Müller als een van de eerste Europese verzamelaars avant-garde-schilderkunst combineerde met etnografische voorwerpen. In zijn slaapkamer hing bijvoorbeeld zijn meesterwerk van Hodler geflankeerd door Afrikaanse maskers en speren, Het nachtlampje naast zijn bed stond op een houten krukje met een vrouwfiguur, een zetel van een Congolees stamhoofd. Dat krukje, tentoongesteld in zeven musea, is nu kavel 24 in de Christie’s-veiling. De richtprijs: een kwart miljoen euro.

Müller liep in oude kleren en als hij de trein nam reisde hij derde klas. Alles voor de kunst, vertelde zijn schoonzoon Jean Paul Barbier in 1997 aan The New York Times.

Monique en Jean Paul Barbier-Mueller, Genève, 1998.
Foto Abm-archives Barbier-Mueller

Barbier, een jurist die uitgroeide tot een succesvol vastgoedontwikkelaar, leerde Müller in 1952 kennen toen hij verliefd raakte op diens dochter Monique. Zelf verzamelde Barbier eerste drukken van Franse en Italiaanse renaissancedichters. Op bezoek bij zijn toekomstige schoonvader ging een wereld voor hem open, vertelde Barbier in het kranteninterview. Müller wees hem op Oceanië als verzamelgebied. Barbier: „Hij zei: ‘Ik ben te oud om een nieuwe verzameling te beginnen. Dat zou jij moeten doen.’”

Barbier (1930-2016), die na zijn huwelijk zijn naam veranderde in Barbier-Mueller (met ue), verzamelde met zijn vrouw net zo fanatiek als zijn schoonvader. Iemand die tien kunstvoorwerpen koopt, ze in zijn appartement zet en dan stopt, is geen echte verzamelaar, vond hij. „Zo iemand kan een verlicht connaisseur zijn, misschien een man met een geweldige smaak, maar géén verzamelaar. Een verzamelaar is iemand die een miljoen heeft maar twee miljoen uitgeeft, iemand die voortdurend een tekort aan contant geld heeft, iemand voor wie het meest begerenswaardige kunstwerk het kunstwerk is dat hij morgen zal ontdekken.”

Benin-bronzen

De veiling in Parijs is niet de eerste grote verkoop uit de collectie van Musée Barbier-Mueller. De oprichters hebben in het verleden regelmatig kunst verkocht om weer nieuwe werken te kunnen kopen. In 1996 verkocht het museum al eens voor zo’n 8 miljoen euro 276 werken uit Nigeria aan het huidige Branly museum in Parijs. Bij die collectie zaten vele zogenoemde ‘Benin-bronzen’, de laatste jaren onderwerp van restitutiediscussies omdat vaststaat dat deze beelden, plaquettes en andere voorwerpen in 1897 door Britse militairen als oorlogsbuit zijn gestolen uit het koninklijk paleis van de Edo-koning. Diverse musea zijn recent overgegaan tot restitutie.

Een verzamelaar is iemand die een miljoen heeft maar twee miljoen uitgeeftJean Paul Barbier

In 2012 veilde Sotheby’s de pre-Colombiaanse collectie van Musée Barbier-Mueller. De regeringen van Mexico en Peru tekenden toen protest aan omdat sommige aangeboden stukken afkomstig zouden zijn uit illegale opgravingen. Onderzoek door het veilinghuis wees destijds uit dat daar geen sprake van was. In de komende veiling zitten geen Benin-bronzen of uit opgravingen afkomstige stukken.

Jean Paul Barbier-Mueller sprak zich overigens herhaaldelijk uit tegen terugkeer van cultuurgoederen naar de landen van herkomst. Hij vreesde dat unieke artefacten daar zouden kunnen verdwijnen. In zijn ogen moesten de herkomstlanden verzamelaars dankbaar zijn. Die hadden, in zijn ogen, culturen van vergetelheid en vernietiging gered en zo onderdeel gemaakt van de universele kunstgeschiedenis.

De drie zonen van het echtpaar Barbier-Mueller verzamelen zelf ook fanatiek. Maar geen lijkt een grote passie voor het verzamelgebied van de ouders en grootvader van moeders kant te delen. Thierry Barbier-Mueller, die vorig jaar op 62-jarige leeftijd onverwachts overleed, verzamelde fanatiek moderne kunst en design. Zijn broer Gabriel opende in Dallas een museum voor de wapenuitrusting van samoerai.

Verandering van smaak en een generatiewisseling hebben geleid tot deze veiling, zegt Victor Teodorescu van Christie’s desgevraagd over de aanleiding voor de verkoop. Hij zegt dat het museum na de veiling nog een indrukwekkende collectie overhoudt. „Kunstverkopen horen bij de familiegeschiedenis. Volgens de Barbier-Muellers moet kunst circuleren. Het biedt ruimte voor het leggen van nieuwe accenten.”