N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Mathieu van der Poel was donderdag jarig en hij werd op zijn werk op taart getrakteerd. Sympathiek, zou je zeggen. Leuk, en lekker. Maar niets van dat al. Gebak trakteren op het werk is net zo ongezond als een peuk opsteken en je kantoorgenoten laten meeroken. Vind ik nie, hè. Dat zei het Britse Voedingscentrum deze week. Mathieu heeft dus geluk dat hij niet voor een Britse ploeg rijdt, want dan zou die taart van hem zomaar verboden kunnen worden. U leest het goed: het Britse Voedingscentrum wil een taartban op het werk.
Want mensen kunnen zich niet inhouden. Als er taart staat, gaan ze voor de bijl. Sociale druk, u weet wel. Het is zo ongezellig als je niet meesmikkelt. Bij sommige bedrijven is er ook gewoon veel te vaak taart. Soms wel elke week. En daar word je dik van. Ik heb in onze laatste vakantie nog gezien dat dat probleem onder Britten veel groter is dan onder Nederlanders: ze leken wel allemaal te zwaar. Het blijkt ook uit de cijfers: twee derde van de Britse bevolking heeft overgewicht, ruim een kwart is obees. In Nederland is de helft van de bevolking te dik, en 14 procent obees.
Het beeld dat het meest op mijn netvlies is blijven kleven na onze vakantie, is dat van Britten op scootmobiels. Ze waren overal te huur, hoefde je geen stap meer te zetten. Vanuit het hotel rolden ze naar het strand, naar de boulevard en weer terug. Het betrof geen mensen die niet kunnen lopen, ze vertikten het gewoon. Dan kun je zoveel taart laten staan als je wilt, maar als je weigert te bewegen, dan heeft dat nog geen zin.
Taart op het werk verbieden is natuurlijk een druppel op een gloeiende plaat. Symboolpolitiek. En belachelijk bovendien. Daarbij word je van lekkere dingen eten gelukkig, en het is met slagroom echt niet zo als met meeroken: je krijgt het niet gedwongen met een trechter je mond in. Althans, de laatste keer dat ik in een kantoortuin was waar werd getrakteerd, heb ik dat niet gezien.
De oplossing zit niet in iets verbieden, maar in bewegen. Ik geef zelf grif toe: ik fiets voornamelijk veel om lekker te kunnen eten. Natuurlijk vind ik fietsen ook leuk en word ik er vrolijk van. Maar het fijnst vind ik de trek erna, en de wetenschap dat ik een taartje of een zak chips er echt wel weer af fiets.
Niet iedereen heeft zoveel tijd om te sporten als ik, zegt u? Kijk: dáár zit natuurlijk de crux. In plaats van taart verbieden zou je bijvoorbeeld alleen een stuk mogen pakken als je daarna een half uurtje gaat lopen. En als het regent staan er hometrainers in de kantine klaar. Gezellig met je collega’s aan de slag. Versterkt de sociale band, krikt de productiviteit op. Want mensen die even bewogen hebben, zijn fris in hun hoofd en gaan met goede zin weer aan het werk. Het hoeft ook echt niet intensief. Op rustig tempo bewegen is het meest effectief voor de gezondheid, blijkt uit onderzoek.
Ons Voedingscentrum wil taart niet verbieden. Maar, zeggen ze, ongezond eten is wel veel te makkelijk gemaakt. Volgens mij is er iets anders dat veel te makkelijk gemaakt is: zitten. Daar is dus doodeenvoudig wat aan te doen. En dan kan elke week een slagroompuntje best.