Synchroonzwemmers Noortje en Bregje de Brouwer zijn eeneiig, snel en explosief: ‘We willen een show neerzetten’

Op de kop in het water met precies tegelijk bewegende benen huizenhoog boven het oppervlak uit: zo sierlijk en moeiteloos als het lijkt, zo adembenemend is synchroonzwemmen. Letterlijk. Als Noortje en Bregje de Brouwer (25) na 28 seconden boven water komen om naar lucht te happen, krijgt het lichaam zo’n schok dat het ’t liefst een minuut stil ligt om alle bloedbanen weer met zuurstof gevuld te krijgen. Maar dat kan niet. De tweeling moet glimlachend door, voor nog eens 28 seconden onder water, voor nog een serie pirouettes op de kop.

Pirouettes waarbij je ook boven water al je oriëntatie zou verliezen, maar onder water zie je elkaar niet eens. Of althans: Noortje en Bregje zien wat vlekken als ze naar elkaar kijken, want tijdens wedstrijden zijn duikbrillen niet toegestaan. Op basis van die vlekken onder water moeten ze maar ongeveer raden waar de ander is. Natuurlijk, dat is training, dat is routine. Maar het helpt ook erg dat ze een eeneiige tweeling zijn. Ze voelen elkaar volledig aan. Ze doen alles samen, ook interviews geven.

De een begint en de ander maakt de zinnen af: „We voelen elkaar zo aan dat het lijkt alsof er een onzichtbaar draadje tussen ons gespannen is. We weten altijd precies waar de ander is in het water. Dat is handig, maar het grootste deel van synchroon bewegen is spierherinnering. Vergelijk het met fietsen: dat verleer je nooit, ook al heb je dat heel lang niet gedaan. De bewegingen die wij maken zijn natuurlijk veel complexer, maar we hebben ze zo vaak moeten herhalen dat ons lichaam precies weet op welk moment we op welke graden in het water liggen en draaien.”

Extra gewicht aan hun lijf

De jury kijkt voor de beoordeling alleen naar wat de tweeling boven water doet. Het stuwen onder water met handen en benen, de technieken die daarbij gebruikt worden, dat telt allemaal niet mee. Het is dus belangrijk met zo’n groot mogelijk deel van het lichaam zo lang mogelijk boven water te zijn en daarom trainen Noortje en Bregje de Brouwer veel met extra gewicht aan hun lijf. Twee kilo om het middel en voor elke enkel ook nog eens een halve kilo. Sessies van vier uur doen ze daarmee. Ze onderscheiden zich op explosiviteit en op extreme synchroniciteit – omdat ze als eeneiige tweeling dezelfde lichaamsvormen hebben. Niet voor niets doen er nog meer tweelingen mee aan het duet: naast China heeft ook Oekraïne een tweeling afgevaardigd en namens Oostenrijk doen er zelfs twee vrouwen van een drieling mee. De derde doet ook aan schoonzwemmen, maar neemt niet deel aan de Spelen.

Voor Noortje en Bregje de Brouwer wordt het hun tweede olympische deelname. In Tokio werden ze negende, maar in januari van dit jaar werden ze plotsklaps medaillefavoriet met het winnen van WK-zilver in Doha. Ze moesten alleen China voor zich dulden. Met het winnen van de Europese titel in juni bevestigden ze hun status. Waar hun grote succes ineens vandaan komt? De puntentelling van het synchroonzwemmen, of artistic swimming zoals het officieel heet, is veranderd. „Sinds een jaar lijkt de puntentelling meer op die van turnen. Je krijgt punten voor elementen die je doet. Voorheen was synchroonzwemmen meer een jurysport”, leggen de De Brouwers uit. „In dat eerste jaar was het erg aftasten hoe dat zou uitpakken. Wij vonden het belangrijk om ook het artistieke in onze oefeningen te bewaren, we willen echt een show neerzetten. We kozen er dus niet voor twintig keer dezelfde rotatie met een hoge moeilijkheidsgraad te laten zien. Dat vinden we saai. We lieten zoveel mogelijk verschillende beenelementen zien, dat lukt ons omdat we zo snel en explosief zijn. We kunnen veel overgangen met onze benen maken in die 28 seconden onder water.”

De jury kijkt voor de beoordeling alleen naar wat de tweeling boven water doet.
Foto Andrej Cukic/EPA

Tijdens het WK en het EK bleek de jury daar erg gecharmeerd van, met name in de vrije kür. Synchroonzwemmen bestaat uit twee onderdelen: de technische kür, met vijf verplichte elementen, en de vrije kür, waarin duetten zelf een oefening in elkaar kunnen zetten. Pas kort voor de wedstrijd krijgt de tweeling de moeilijkheidsgraad van de tegenstanders te weten. Dat is ook nieuw sinds de nieuwe puntentelling. Tijdens het WK was dat nog twee dagen van tevoren. Daarna mochten alle duetten hun oefening nog aanpassen tot de avond voor de wedstrijd om de moeilijkheidsgraad te verhogen. „Dat geeft veel spanning en extra uitdaging, het is echt raden wat de andere teams doen. Normaal trainen we drie maanden op een uitvoering en nu moesten we het ineens in twee dagen aanpassen.”

Spierherinnering

Tijdens de Spelen gaat er nog een schepje bovenop: „We krijgen nu pas op de dag zelf te weten wat de andere landen doen, dus je kunt niks meer aanpassen. We moeten nu echt gokken. En dat is ingewikkeld, want de afgelopen maanden hebben verschillende landen oefeningen met superhoge moeilijkheidsgraden laten zien. Wij hebben onze hele oefening nog omgegooid na de laatste World Cup. De beleving is echt anders met dit nieuwe scoringssyssteem, heel gaaf, maar ook veel spannender.” Want op de spierherinnering, op de routine kan de tweeling nu niet meer blind varen. „We hebben onze uitvoering de laatste weken nog zo veranderd dat dat eigenlijk nog niet goed genoeg ingesleten is. De kunst is nu ons hoofd heel scherp te houden, het aan je lichaam overlaten kan in deze situatie niet meer. Nu is ons dat heel goed gelukt tijdens het WK in Doha. Dat heeft zelfvertrouwen gegeven. We moeten risico’s nemen in Parijs, maar dat geldt voor alle landen.”