N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
De Verenigde Staten van Nederland maken zich op voor de superspannende midterms. Pakt Democraat Jesse Kuiken een meerderheid in de Senaat en het Huis van Afgevaardigden, of behoudt Republikein Mark Schippers de macht?
De Democraten trekken met een reeks Townhall meetings langs verschillende swing states. Dinsdag streek het circus neer aan de Rotterdamse Maashaven.
Bij het terugkijken van de bijeenkomst zie ik vooral een veelzeggende cultuurbotsing. De openings-keynote komt van Jessica den Outer, duidelijk iemand uit de wereld GroenLinks, Amsterdam, De Correspondent. Ze schreef een boek over rechten voor de natuur. „Als ik terugdenk aan mijn mooiste herinneringen als kind, denk ik aan mijn opa, die me meenam naar de tuin.”
Vanuit de zaal reageert even later Femke. „Ik ben opgegroeid in Schiedam-Noord. Daar ís geen natuur.” Ze is kind van working class heroes, vindt klimaat belangrijk, „maar sociale emancipatie ook. En ik voel best een verschil tussen dit verhaal en uit een buurt komen waar níemand een tuin had.”
De volgende aan de microfoon: „We staan hier op Rotterdam-Zuid, een van de armste buurten van Nederland. Klimaat is belangrijk, maar wel een elitaire discussie. Je hoeft hier maar een blokje om te lopen om te horen dat dit bij deze mensen niet speelt. Totaal niet.”
Op het podium doen de Democraten erg hun best om klimaat- en armoedebeleid aan elkaar te praten als één missie, maar dat het knettert in de wolk is niet te missen. De rode achterban ergert zich aan het groene idealisme dat intern iets meer overmacht lijkt te hebben.
Dat is ook af te leiden uit hun gezamenlijke dreigement om, als ze de Senaat pakken, allerlei wetten tegen te houden zolang het klimaatbeleid ze niet zint. Dan stemmen ze ook „bijvoorbeeld de landbouwbegroting” weg. Loopt de coalitie hierdoor volledig vast, dan is dat maar zo.
Ze hadden ook kunnen zeggen: als wij de grootste worden, dan móet er iets aan die één miljoen mensen in armoede gebeuren. Zo niet, dan saboteren we alles, en stemmen we bijvoorbeeld ook de klimaatbegroting weg.
Dat gebeurt niet. Wat overigens maar goed is ook. In een tijd met dreigen, dwang en drang als het standaard politieke instrumentarium, zou je willen dat onze chambre de réflexion zich de meest beschaafde toont.
De ‘stem-ze-weg’-retoriek werkt vast bij rechtse kiezers, maar van links valt dit populisme me tegen. Uit de zaalreacties blijkt dat we hier met een kritisch en verstandig electoraat te maken hebben dat nog lang niet op één golflengte zit.
Voordat je jezelf uitroept tot veeleisende gedoogpartner van dit kabinet, zou ik eerst maar eens de uitslag afwachten van Super Wednesday.