Surinaamse president Santokhi belooft bevolking deel van olie-inkomsten

Olie zou Suriname uit het economische slop trekken, beloofde president Chandrikapersad Santokhi rond de verkiezingen in 2020. Inmiddels wordt steeds duidelijker hoe hij dit voor zich ziet: Surinamers moeten gaan meedelen in de winsten uit de oliewinning uit het gigantische, nog onontgonnen Gran Morgu-veld voor de Surinaamse kust. Santokhi maakte dat maandag bekend tijdens de viering van de onafhankelijkheid van Nederland in 1975.

Als de olie uit het Gran Morgu-veld op de markt komt, naar verwachting in 2028, krijgen alle ruim 600.000 Surinamers die in Suriname wonen een spaarbiljet van 750 Amerikaanse dollar (ruim 716 euro) met daarop een jaarlijkse rente van 7 procent, beloofde de president. „Iedereen zal profiteren van deze kans en niemand wordt overgeslagen”, zei hij. „Jullie zijn mede-eigenaar van de olieopbrengsten.”

Grote olievondsten

De afgelopen jaren troffen het Franse TotalEnergies en het Amerikaanse Apache Corporation (APA) ver onder zeeniveau grote hoeveelheden olie aan op 150 kilometer van de Surinaamse kust. Dat leidde uiteindelijk tot de grootste buitenlandse investering ooit in het land: Total en APA maakten vorige maand bekend bijna 10 miljard euro te investeren in de productie van een drijvend olieplatform: het Gran Morgu-veld.

Vanaf 2028 moeten daar dagelijks 220.000 vaten olie worden gevuld. Nu exporteert Suriname dagelijks zo’n 17.000 vaten olie per dag. De Surinaamse overheid verwacht er 16 tot 26 miljard euro aan te gaan verdienen, afhankelijk van de olieprijs. Het project moet voor duizenden banen zorgen.

De olieopbrengsten moeten Suriname afhelpen van de zware economische recessie waar het al jaren onder lijdt. Het gemiddelde inkomen was vorig jaar minder dan 100 euro per maand, en voor veel bewoners zijn voedsel, elektriciteit en brandstof veel te duur geworden. Uit woede daarover bestormden honderden betogers vorig jaar het parlement en eisten ze het aftreden van Santokhi.

Optimisme

Na de deal met Total en APA was het optimisme bij de Surinaamse elite groot. „Niemand hoeft meer arm te zijn in Suriname”, zei Annand Jagesar, directeur van het Surinaamse staatsoliebedrijf. „Er zijn zoveel inkomsten uit dit project, (…) dat we een fijn leven gaan hebben.”

Nu Suriname een half jaar verwijderd is van nieuwe parlementsverkiezingen, doet Santokhi er alles aan om het wantrouwen bij de bevolking weg te nemen. Naast de spaarbiljetten, beloofde hij een deel van de olie-inkomsten onder te brengen in het Nationale Spaar- en Stabilisatiefonds en meer te investeren „in onderwijs, gezondheidszorg en welzijn”. Dat moet „op verstandige wijze” gebeuren, benadrukte hij, „zodat er duurzame resultaten uit voortkomen”.

Toch blijft de scepsis over het omvangrijke olieproject groot. Hoewel het land beschikt over grote hoeveelheden natuurlijke rijkdommen, heeft dat nooit tot brede welvaart geleid. In plaats daarvan belandden de inkomsten in de zakken van een klein aantal corrupte politici en ondernemers.