Hij is geprivilegieerd, geeft hij zelf toe. Bij de Zuid-Koreaanse supersterkunstenaar Do Ho Suh (1962) moet je de gedachte aan overvolle rubberboten, lege telefoons, mensensmokkel, smerige opvangkampen en eindeloze wachtprocedures in AZC’s van je netvlies bannen. Want Do Ho Suh, die schittert op kunstbeurzen, biënnales en in musea, mag dan wel iemand zijn die geografisch ‘verplaatst’ is, maar hij is geen marginale immigrant voor wie het onmogelijk is deel te nemen aan het leven in de nieuwe wereld.
Zijn verhuizing in 1991, van Seoul naar Providence in de staat Rhode Island, betekende een schok. Want nee – hij sprak de taal niet en het leven in de VS was zoveel luidruchtiger en groter dan in Zuid-Korea. Hij werd aangenomen op de Rhode Island School of Design in Providence (collegegeld inmiddels bijna 64.000 dollar per jaar) en kwam terecht in een internationale gemeenschap van kunstenaars. Schichtig, als een op de campus verdwaald vosje, bewoog Suh zich daar rond. Opgeleid als traditionele inkt-schilder leerde hij op Rhode Island dat er nog een wereld daarbuiten te ontdekken valt.


Zaalbeeld van de tentoonstelling ‘Walk the House’ van Do Ho Suh in Tate Modern.
Foto’s Sonal Bakrania
Die wereld bestaat natuurlijk in de eerste plaats uit je eigen gedachten die mogen bestaan – hoe weerzinwekkend ze ook zijn. Daarnaast hoeven die gedachten niet per se precies en figuratief in inkt vertaald te worden. Je kunt ze net zo goed gieten in glanzend geschilderde verjaardagstaartjes – zoals Suh aanvankelijk deed –, in tekeningen met webben van krullende draden eraan, en in – zijn belangrijkste handelsmerk – zaalvullende installaties waar je doorheen kunt dwalen.
Het is dankzij Suhs vertrek uit Seoul, dat hij de thematiek vond die hem sindsdien bezighoudt. Die thematiek heet heimwee. Waar bestaat heimwee uit? Hoe evolueert dat door de jaren heen? En: is er ook goede, niet-sentimentele kunst van te maken?
Die laatste vraag is, voor wat betreft Do Ho Suh, grif met ‘ja’ te beantwoorden.
Een trap naar nergens
Zes jaar geleden presenteerde Voorlinden in Wassenaar een overzicht van Suhs vooral spectaculaire werk. Klapstuk vormde een reusachtige, monumentale Staircase die Suh in series maakt van doorzichtige stof en die vanuit het plafond naar beneden kwam zetten. De trappen van Suh zien er beeldschoon uit, deinen in de bewegende luchtstromen, maar zijn onmogelijk te betreden en voeren nergens naartoe. Ze zijn de vertolking van een herinnering aan iets wat eens was, maar onbereikbaar is geworden.
Nu is in Tate Modern een tentoonstelling geopend waar het spectaculaire samengaat met het fragiele, waar het grote, in één oogopslag te vatten, gecombineerd wordt met geduld vergende, maar prachtige videowerken en met wanden vol piepkleine, schitterende werkjes op papier.

Detail van ‘Rubbing/Loving, Seoul Home’.
Foto Sonal Bakrania
Walk the House heet de tentoonstelling en die titel bevat alles wat Suhs kunstenaarspraktijk inhoud geeft. Want ‘lopen met het huis’ betekent in Zuid-Korea dat je je eigen huis ontmantelt en ‘draagt’ naar een andere plek. Het is een uitdrukking die in het werk van Suh verwijst naar het gevoel van verlies dat met verplaatsing gepaard gaat, maar ook naar gentrificatie. Traditionele hanoks, huizen van hout, zoals die waarin Suh is opgegroeid, zijn in Zuid-Korea bijna allemaal geweken voor hoogbouw.
Suh heeft zijn eigen hanok van vroeger in Tate Modern opnieuw opgetrokken. Hij is maanden in regen en wind in Seoul bezig geweest – zie de werkvideo op de tentoonstelling – om zijn ouderlijk huis met papier te overdekken en daarop zacht met grafiet te wrijven. Zo ontstaat er een letterlijke afdruk van het oude huis in Rubbing/Loving, Seoul Home (2013-2022): met deuren en kozijnen van papier, en elk steentje, elk sierornament in afdruk zichtbaar. Rubbing/Loving, Seoul Home wordt gestut door een aluminium frame dat niet zichtbaar is. Daardoor oogt het wit/grijze huis als een papieren geest.
‘Walk the House’ is ook een lichtvoetig begrip: het geeft je het troostende idee dat je je geboortehuis, het huis waarin je kinderen kreeg, het huis waarin je gelukkig was, gewoon kunt oppakken en overal ter wereld weer neer kunt zetten. Dat huis namelijk zit in je kleren, in je handen, in je voeten, in je hoofd, zo laat Suh zien.
Teder opgeborgen kinderdingen
Het allerpersoonlijkste werk van Suh in Londen zijn twee wit glanzende jurkjes, gemaakt door de kunstenaar en zijn vrouw zelf voor hun dochtertjes. Deze Time Pockets (2021) hangen een beetje verstopt om een hoek aan hangertjes en zijn bedekt met zakjes van doorzichtige stof. Wat zijn je belangrijkste eigendommen, vroegen vader en moeder Suh aan hun toen 8- en 10-jarige kinderen. We gaan verhuizen: wat nemen jullie mee? In de zakjes stopten de kinderen kleurpotloden, een rubber draak, een rubber sprinkhaan, een foto van een picknick best lang geleden. Het zijn alledaagse kinderdingen – zorgvuldig uitgezocht, teder opgeborgen (want elk zakje is op maat gemaakt) en handig meegedragen: plat op de huid.

Ander werk van Do Ho Suh in Tate Modern.
Drie decennia bestrijkt de tentoonstelling in Tate Modern en die decennia concentreren zich rondom drie plekken die Suh ‘thuis’ noemt: Seoul, Londen en New York. Perfect Home (2024) is een van de gezichtsbepalende onderdompelde installaties: 1 op 1 een replica van Suhs huis in Londen, waar hij woont sinds 2010. De replica is van transparante stof opgetrokken rond een skelet van roestvrij staal. In de installatie – te betreden als een echte kamer – is het een bontgekleurde snoepkist van tientallen stopcontacten, telefoonhouders, deurknoppen, wc-rolhouders, lampen. Honderden voorwerpen zijn op ware grootte van transparante felgekleurde stof nagemaakt. Het zijn de onopvallende getuigenissen van de verschillende plekken waar de kunstenaar thuis was.
Perfect Home heeft een hoog Instagram-gehalte, maar laat je tegelijkertijd ook iets anders beseffen. In een interview dit voorjaar zegt de kunstenaar: „We hebben het altijd over hoe we moeten leven ‘in het nu’. Maar ik denk dat we eigenlijk vooral in het verleden leven.” 99 procent van elke gedachte die we uiten, zegt hij, is gebaseerd op herinnering, op ervaring. Die herinnering is hier gestold in vederlichte stof en felle kleuren, ver verwijderd van de plek waar de herinnering is ontstaan. Fysiek en toch efemeer.
