Alles oogt weer bijna normaal. In de schaduw van bomen zitten jongens en meisjes in groepjes op het gras, turend naar de stof van de examens die ze dadelijk moeten doen. Verderop glanst de ingang van de faculteit voor rechten en politieke wetenschappen door de lik witte verf die de muren onlangs kregen. Alleen de glazen deuren zijn nog niet hersteld
Misschien zijn de kapotte ruiten bewust niet vervangen. Net zoals de bus van de faculteit nog altijd op de binnenplaats staat, onbewogen sinds vorige zomer stenen de voorruit verbrijzelden. Het zwarte zeil dat ervoor was geplakt, is deels gescheurd door de wind. Alsof de leiding van de Université Cheikh Anta Diop, Senegals meest prestigieuze universiteit, haar studenten wil waarschuwen: de campus kan zo wéér dicht.
De UCAD, zoals de studenten hun universiteit noemen, ging onlangs weer deels open na ruim acht maanden gesloten te zijn geweest. De collegezalen waarin normaal negentigduizend studenten samenkomen. De studentenkamers, bedoeld voor twee, maar vaker gedeeld door minstens tien. Dat ging allemaal op slot nadat op 1 juni 2023 landelijke rellen ook de lommerrijke campus aan de kust van Dakar troffen.
Ruiten sneuvelden, een zaal ging in vlammen op, evenals een deel van de archieven. „Het leek alsof het oorlog was”, zegt Waly Faye, een zachtaardige jongen wiens bril aan de boord van zijn kreukloze boubou, een lang hemd, hangt. „Het was een ramp. Echt een ramp.”
Studenten op hun hoede
Net als elders in de stad werd de campus die dag het slagveld van een politieke strijd die Senegal, vaak geroemd als één van de weinige stabiele democratieën in West-Afrika, in een diepe crisis stortte. De afgelopen jaren braken meermaals hevige rellen uit als gevolg van de rivaliteit tussen afzwaaiend president Macky Sall en Ousmane Sonko, een panafrikanist en anti-systeempoliticus die met vurige speeches jonge Senegalezen massaal voor zich won.
Volgens Amnesty International vielen daarbij al zeker zestig doden. Onder wie recent nog een student aan een grote universiteit in de noordelijke stad Saint Louis.
Waly Faye, (links) masterstudent en vicevoorzitter van de studentenraad, maakt zich zorgen over zijn kansen. “Ik ken jongens van 30 met een master die thuis zitten.” Djibi Koundio, (rechts) masterstudent, zag vorig jaar een goede vriend in Marokko op een boot naar Europa stappen. “Er zijn hier bijna geen banen.”
Foto’s Guy Peterson
Deze gebeurtenissen hebben de studenten van de Cheikh Anta Diop-universiteit getekend, blijkt uit een grensoverschrijdend onderzoek van NRC. Aan de hand van enquêtes en verdiepende gesprekken vroeg NRC aan studenten in vijf landen hoe veilig zij zich voelen en vooral ook wat bijdraagt aan dat gevoel. In Senegal deden 22 studenten van de populaire rechtenfaculteit van het UCAD mee.
Makkelijk was dat niet. De gebeurtenissen van afgelopen zomer en de nasleep ervan heeft velen terughoudend gemaakt. Honderden demonstranten werden opgepakt, onder wie studenten, soms aan de hand van dingen die zij op sociale media hadden geplaatst. Lang niet iedereen die NRC benaderde durfde mee te doen, zelfs al bleven de enquêtes anoniem. En dan was er dat andere feit: de universiteit was dicht. Uit „veiligheidsoverwegingen”.
„In eerste instantie stonden we achter dat besluit”, zegt de 25-jarige Faye, die in het tweede jaar van zijn master zit. „We dachten dat het een week, misschien twee weken zou duren. Niet bijna negen maanden.” Zittend op een trapje van zijn faculteit wordt Faye aan de lopende band begroet. Als vicevoorzitter van de studentenraad kent iedereen hem. En andersom. Zo hielpen Faye en zijn collega’s honderden medestudenten aan een tijdelijk onderkomen.
Zelf deelt hij nu elders een kamer met een vriend. Nog steeds, want hoewel de collegezalen weer open zijn, is de campus sociale, waar normaal tienduizenden studenten slapen voor zo’n 5 euro per maand, nog altijd dicht. De huur die hij nu moet betalen is vele malen hoger, vertelt Faye. Van de omgerekend 100 euro die hij maandelijks als beurs ontvangt – een bedrag gebaseerd op zijn cijfers en studiejaar – blijft nauwelijks iets over.
Terwijl hij broertjes en zusjes heeft om voor te zorgen. „Iedereen kijkt naar mij omdat ik naar de universiteit ga”, zegt Faye. En hij niet alleen. Gevraagd of ze zich financieel stabiel voelen, antwoordt slechts één van de studenten ‘ja’. „Mijn familie leunt op mij en verwacht dat ik financieel bijdraag, maar het lukt me niet een stabiel inkomen te vinden”, schrijft iemand. „Ik moet voor mijn zusjes zorgen, maar ik ben maar student”, schrijft een ander.
Soms heeft ze dagen dat ze geen eens geld heeft om te eten, zegt eerstejaars Aïssata Niang (24), die geen beurs heeft. Of om de bus naar de campus te pakken. Ondanks de sluiting kwamen de afgelopen maanden veel studenten daar toch samen om onder de bomen te studeren. Waar ze nu slaapt, is dat niet te doen, vertelt Niang, haar haar in een korte bob en glitters op haar telefoon. Ze deelt een kamer met nog vijf anderen. Stil is het er nooit.
Niang komt uit Matam, een regio in het noorden tegen de grens met Mauritanië aan. Na de rellen van afgelopen zomer is ze een paar maanden terug naar huis gegaan. Ook zij dacht dat het maar voor even zou zijn. Even werd steeds langer. Ondertussen kon ze de online lessen die sommige docenten optuigden, net als veel andere studenten niet volgen. Ze heeft alleen haar telefoon, zegt Niang. En waar ze woont, is nauwelijks netwerk. Ze moest wel terug naar Dakar.
Onzeker over toekomst
De maandenlange sluiting van hun campus en daarmee het voor velen verloren semester heeft de studenten nog onzekerder gemaakt over hun toekomst, blijkt uit de enquête. „Het was mijn droom advocaat te worden”, schrijft een van hen, die vanuit een buurland naar Dakar kwam om rechten te studeren. „Die droom is in duigen gevallen. Ik houd nu met een vriend kippen die we verkopen om straks niet met lege handen naar huis terug te keren.”
Andere wijzen op de vele verhalen die rondgaan van medestudenten die zich voegden bij de duizenden Senegalezen die de afgelopen maanden op een pirogue stapten, een houten vissersboot, met als bestemming Europa. Zo kwam vorig jaar een recordaantal van bijna veertigduizend migranten aan op de Canarische Eilanden, onder wie veel Senegalezen.
Lees ook
Ondanks alles blijven Senegalezen op dat bootje naar Europa stappen
Een vriend van hem is in 2022 ook zo vertrokken, vertelt Djibi Koundio, de oortjes van zijn telefoon nog in zijn oor. „Hij pakte in Marokko de boot.” De laatste tijd hoort de 24-jarige masterstudent ook veel verhalen over jongens die naar Nicaragua vliegen en vanuit daar proberen de Verenigde Staten te bereiken. „Zo’n ticket kost 1.500 euro.” Koundio snapt het wel. „C’est le désespoir”, zegt hij, het is wanhoop. „Er zijn hier bijna geen banen.”
Zo schommelt de werkloosheid in Senegal, waar de gemiddelde leeftijd negentien jaar is, rond de 20 procent. Er zijn nachten dat hij niet kan slapen, vertelt Waly Faye, starend naar zijn handen. Hij is thuis de op één na oudste, maar de situatie van zijn oudere broer is niet stabiel. „Ik heb straks als enige een master, dus de verwachtingen zijn hoog.” Alleen, wat als hij geen werk vindt? „Ik ken jongens van dertig met een master die thuis zitten.”
Gebrek aan perspectief
De politieke crisis waar Senegal doorheen gaat, helpt daarbij niet. Niet geheel verrassend antwoordden bijna alle studenten die meededen aan het onderzoek ‘nee’ op de vraag of de politieke situatie in hun land stabiel is. Zo zouden er op 25 februari eigenlijk presidentsverkiezingen plaatsvinden, maar die werden twee weken voor het zover was plots door president Sall uitgesteld. Zoiets was nog nooit in Senegal gebeurd.
Hij moest wel, stelde Sall: gedoe rond de diskwalificatie van sommige kandidaten dreigde de geloofwaardigheid van de verkiezingen in gevaar te brengen. De oppositie noemt het een excuus om zelf langer aan de macht te blijven. Zijn belangrijkste tegenstander Ousmane Sonko, die Sall en de zijnen beticht van corruptie, staat al buitenspel. Door een veroordeling van smaad afgelopen zomer werd hij uitgesloten als kandidaat.
Na Sonko’s veroordeling braken overal rellen uit. Ook op de campus van Cheikh Anta Diop, vernoemd naar de Senegalese historicus die pionierde in het dekoloniseren van Afrika’s geschiedenis. Aanhangers van Sonko raakten slaags met die van Macky Sall, terwijl ordediensten de campus met traangas beschoten. Elders in de stad vielen een twintigtal doden. Volgens nabestaanden en ooggetuigen kwam het merendeel om door politiekogels.
Lees ook
President stort schijnbaar stabiel Senegal in diepe politieke crisis met uitstel van verkiezingen
„Ons land heeft een democratisch politiek systeem, maar we lijken onder een despotisch regime te leven”, schrijft een van de studenten die NRC ondervroeg. De helft geeft aan geen vertrouwen (meer) te hebben in de lokale ordediensten. „Sinds mijn eerste jaar op het UCAD heb ik gezien hoe de politie kameraden van mij mishandelde”, schrijft iemand. „Sindsdien is mijn vertrouwen weg.” Een ander vindt hen juist „heel professioneel”.
Oumou Thiam (22), een verlegen eerstejaars uit het zuiden van Senegal, was nooit bang voor de politie, vertelt ze. Op witte crocs met diamantjes wandelt ze langs houten borden volgeplakt met roosters en een stalletje dat ruikt naar zoete, kruidige thee. Maar nu is die angst er wel, zodra ze mannen in uniform ziet. „Studenten die demonstreren, bekogelen ze met traangas”, legt ze uit. Niet dat Thiam dat deed, de straat op gaan. Ze zou niet durven.
Sowieso, zegt Thiam, is het „nu moeilijker je politiek uit te spreken”. „Straks gooien ze de universiteit weer dicht.” Die heeft ondertussen op sommige plaatsen veel weg van een bouwput. Neem het bijgebouw van de rechtenfaculteit waarin honderden studenten les kregen en dat afbrandde. Van wat het nieuwe ‘chapiteau’ moet worden, staan op een middag eind februari alleen nog de fundamenten met eromheen een groot hek.
Lees ook
In de Senegalese heilige stad Touba is politiek verboden
de religieuze leiders in Senegal de boel nog sussen. „Maar zelfs naar hen is de jeugd nu niet meer bereid te luisteren.” Iedereen lijdt, stelt hij. Door het gebrek aan middelen, aan perspectief. „We zijn op.”