Stroomverbruik kunstmatige intelligentie gaat nog dit jaar crypto voorbij: ‘Het gaat door het dak’

De vraag naar stroom voor kunstmatige intelligentie (AI) groeit momenteel zó hard, dat het nog dit jaar crypto als digitale stroomslurper gaat passeren. Crypto is naar schatting goed voor zo’n 200 terawattuur (TWh) per jaar, wat ongeveer gelijkstaat aan het totale stroomverbruik van twee keer Nederland.

Dat stelt datawetenschapper Alex de Vries-Gao van de Vrije Universiteit Amsterdam (VU) in een onderzoek dat donderdag is gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Joule. De Vries-Gao is een internationale autoriteit op het gebied van onderzoek naar stroomverbruik van crypto en kunstmatige intelligentie.

Datacentra zijn wereldwijd goed voor 1 tot 3 procent van het totale stroomverbruik. Eind vorig jaar was AI volgens De Vries-Gao al verantwoordelijk voor ongeveer een vijfde daarvan. Als de groei zich doorzet, verbruikt AI tegen het einde van 2025 tot wel de helft van alle datacentercapaciteit.

‘Absurd’ gebrek aan transparantie

Door de AI-race tussen vooral Chinese en Amerikaanse techbedrijven loopt de behoefte aan meer elektriciteit snel op. Het Internationaal Energie Agentschap (IAE) concludeerde vorige maand al dat het stroomverbruik van datacenters in 2030 zal zijn verdubbeld, vooral door AI.

Voor zijn onderzoek bracht De Vries-Gao de wereldwijde toeleveringsketen van AI-chips in kaart. Dat deed hij onder meer door documenten van chipfabrikant TSMC te analyseren, Chinese analisten te volgen en transcripten van aandeelhoudersvergaderingen van chipfabrikanten te bestuderen. „Het is absurd hoeveel stappen je moet doorlopen om een ontwikkeling in kaart te brengen die zo veel impact heeft”, zegt De Vries-Gao. „Terwijl techbedrijven als Google en OpenAI alles weten over het energieverbruik van hun technologie, maar weigeren daarover te vertellen. Zij zijn gebaat bij een mooi verhaal.”

Dat AI relatief veel stroom verbruikt heeft te maken met de complexiteit van de achterliggende modellen, die speciale chips vereisen die meer energie nodig hebben. Om die reden kost een zoekvraag aan chatbot ChatGPT ongeveer tien keer zoveel stroom als een vraag aan de zoekmachine van Google. Een sessie van 10 tot 50 vragen aan ChatGPT kost ongeveer een halve liter water aan koeling voor servers in datacentra. Tegelijkertijd concurreren techbedrijven met elkaar om het grootste AI-model met de meeste chips, dat de beste prestaties levert.

Levert AI niet energie op?

Een belangrijke vraag daarbij is of AI, in tegenstelling tot crypto, niet ook energie oplevert. De technologie wordt door veel bedrijven gebruikt om verspilling tegen te gaan. Denk aan supermarkten die AI gebruiken om per winkel beter te voorspellen hoeveel voedsel ze op voorraad moeten hebben. Of telers die AI inzetten om te berekenen hoe ze zo min mogelijk water gebruiken in de kas. De hoop is dat AI zo gaat bijdragen aan het versnellen van de energietransitie.


Lees ook

Lees meer over de positieve impact van AI in dit artikel: ‘Deze Nederlanders zetten AI in voor een betere wereld’

Vlinders tellen, criminelen ontmaskeren en ontbossing voorspellen: deze  Nederlanders zetten AI in voor een betere wereld

Techbedrijven benadrukken graag dat er relatief veel aandacht is voor het energieverbruik van AI, terwijl sommige alledaagse apparaten nog altijd veel meer stroom verbruiken dan chatbots. Een paar minuten föhnen of even de magnetron aanzetten kost nog steeds meer energie dan een vraag stellen aan ChatGPT. Om over een hot tub, airco of tropisch aquarium nog maar te zwijgen.

Om aan de stroomvraag te voldoen stijgt volgens datawetenschapper De Vries het gebruik van fossiele brandstoffen

Volgens De Vries-Gao is er echter wel degelijk reden tot zorg. „Die efficiëntiewinsten van AI waar bedrijven zo graag mee schermen, moeten in de praktijk nog maar blijken”, zegt hij. „En zelfs als dat lukt, zul je zien dat de vraag naar AI toeneemt.”

Dat het stroomverbruik volgens De Vries-Gao „door het dak schiet” betekent volgens hem dat we om aan de stroomvraag te voldoen meer fossiele brandstoffen gaan gebruiken, zoals steenkolen en gas. Wat zou helpen, denkt hij: meer transparantie van techbedrijven over hoeveel stroom AI nu eigenlijk verbruikt. Politici moeten bedrijven daartoe dwingen – „een zetje geven” –, zegt hij.

En ChatGPT-gebruikers, moeten zij zich schamen voor al die, soms, onbenullige vragen waarvoor een heel taalmodel aan de slag moet? „Bij gebruikers moet je de verantwoordelijkheid voor de oplossing van dit probleem niet leggen”, zegt De Vries-Gao. „Eerder bij bedrijven die denken dat AI nu voor elk probleem op de werkvloer een oplossing is. Zij moeten bedenken: wat probeer je nu precies te bereiken? En is AI wel de beste techniek om dat voor elkaar te krijgen?”