Strategische voorraden: als niet nu, wanneer dan?

Nu Donald Trumps importheffingen een constante lijken te zijn geworden, en de Chinese exportrestricties voor zeldzame aardmetalen eveneens, rijst de vraag of Europa eindelijk werk gaat maken van strategische voorraden. De vraag naar kritieke mineralen zal immers alleen maar verder stijgen, nu Europa niet alleen grondstoffen nodig heeft voor de energietransitie, maar ook voor haar herbewapening. Op dit moment bepaalt China wie er grondstoffen krijgt en wie niet, zonder daar transparant over te zijn.

„We leven van dag tot dag”, zei de ceo van Ford eerder deze zomer tegen Bloomberg, toen hij erkende dat de SUV-fabriek van Ford in Chicago zijn productie tijdelijk had moeten staken. Ook in Europa hadden producenten in de auto-industrie acute tekorten.

De oplossing klinkt eenvoudig: leg een voorraad aan, dan ben je minder afhankelijk van de grillen van Xi Jinping. In de praktijk is dat echter niet zo makkelijk. En vooral: niet zo leuk, want het kost geld. Vandaar dat veel Europese bedrijven het de afgelopen jaren niet hebben gedaan, hoewel er al die tijd reden genoeg was om het te doen.

Vijftien jaar geleden al kreeg de wereld een waarschuwing over China’s machtige positie op het gebied van kritieke mineralen. Toen raakten China en Japan verzeild in een diplomatiek incident rond een eilandengroep in de Oost-Chinese Zee waar beide zeggenschap over claimen. China blokkeerde de uitvoer van zeldzame aardmetalen naar de Japanse auto- en elektronica-industrie, waardoor sommige prijzen vertienvoudigden. Japan leerde hiervan, Europa en de Verenigde Staten niet.

Neodymium en praseodymium

Niet dat de Japanse aanpak een absolute triomf is; in 2010 was het voor 90 procent van zijn zeldzame aardmetalen afhankelijk van China, nu nog altijd voor een kleine 60 procent. Maar die cijfers laten vooral zien hoe belangrijk het is om hier serieus werk van te maken.

De Japanse overheid koos voor een brede aanpak en trok er 100 miljard yen (bijna 600 miljoen euro) voor uit. Een deel ging naar onderzoek en ontwikkeling om kritieke grondstoffen te vervangen door materialen die makkelijker beschikbaar zijn. Er ging geld naar de recycling-industrie, zodat er minder nieuwe metalen aangevoerd hoeven te worden. Ook nam Japan een aandeel in een Australische mijn voor zeldzame aardmetalen. Daar komt nu 90 procent van Japans neodymium en praseodymium vandaan, twee lichte zeldzame aardmetalen die belangrijk zijn voor de magneten in onder andere elektrische auto’s en windturbines.

Daarnaast legde Japan strategische voorraden aan. Kan Europa een voorbeeld nemen aan de manier waarop Japan dat heeft gedaan?

Het gaat om meer dan alleen geld en pakhuizen, schrijft Amrish Ritoe, oprichter van grondstoffenadviesbureau Number Three en strategisch adviseur bij het The Hague Centre for Strategic Studies, in een onderzoek dat hij vorig jaar deed in opdracht van toenmalig minister van Economische Zaken Dirk Beljaarts (PVV). Je moet goed weten wat je wilt opslaan, in welke vorm, wie er belang bij heeft en wat je met die voorraad wilt en kunt doen, is de strekking van zijn advies. Om dat te bepalen, moet de waardeketen van een product in kaart worden gebracht.

„In de lithografiemachines van ASML zitten lenzen die door een Duitse partij gemaakt worden”, zegt Ritoe telefonisch. „Daar is lithium voor nodig. Als die Duitse fabrikant niet aan lithium kan komen, kunnen ze in het uiterste geval in Taiwan geen chips maken.” Een Europese aanpak is logisch, zegt hij.

Vorige week publiceerde de Europese Commissie daar een eerste aanzet toe, de EU Bevoorradingsstrategie. Het plan gaat niet alleen over kritieke grondstoffen, maar over de algehele „materiële paraatheid voor crises”, dus ook over voedsel, waterzuiveringsmiddelen, energie en specifieke zaken als reparatiesets voor datakabels in zee. Het is het Brusselse antwoord op de coronapandemie en de Russische inval in Oekraïne, respectievelijk vijf en drie jaar geleden.

Europa kan de taken verdelen, net als de Hanzesteden deden

Europa ondergaat een „verandering in denkwijze”, aldus het rapport: niet langer gericht op crisismanagement, maar op voorbereiding. Volgend jaar moet er een EU Kritieke Grondstoffencentrum komen, voor de gezamenlijke inkoop van grondstoffen door bedrijven die daar belangstelling voor hebben. Het klinkt daadkrachtig. Samen inkopen maakt sterker.

Over het aanleggen van strategische voorraden is het plan voorzichtiger. Dat is een „mogelijke aanvullende taak” van het toekomstige centrum. Ook minister Beljaarts was behoedzaam, toen hij in oktober Ritoes onderzoek naar de Tweede Kamer stuurde. Hij kondigde pilotstudies aan voor de defensie-industrie en voor de sector machines en werktuigen. Die moeten de waardeketens in kaart brengen en dan bekijken of voorraden wenselijk en mogelijk zijn.

Aandeelhouderswaarde

Geen bedrijf zal staan te springen om geld in extra voorraden te stoppen, omdat het ten koste gaat van de winstgevendheid. Bovendien schieten de prijzen omhoog als bedrijven opeens gaan inslaan. Ritoe: „In onze samenleving is aandeelhouderswaarde belangrijker gemaakt dan het reduceren van kwetsbaarheden. Bedrijven kopen daarom altijd zo scherp mogelijk in.” Er zijn manieren om de pijn te verzachten, zegt hij. „Je kunt aan een hele sector een bijdrage vragen en zo de kosten uitsmeren, zoals dat ook bij pensioenfondsen gaat.”

Europa kan ook de kunst afkijken in Japan. Daar heeft een aparte overheidsdienst, JOGMEC, de opdracht om samen met het bedrijfsleven voor minstens twee maanden van de nationale consumptie aan voorraden aan te houden. Om dit financieel draaglijk te maken betaalt JOGMEC de rente op de leningen die bedrijven moeten aangaan om de voorraden te kunnen kopen. Ook betaalt het de opslag. De dienst kan bovendien die voorraden op de markt brengen om prijspieken te dempen. „Een ingenieus systeem”, vindt Ritoe.

En zo zijn er meer methodes denkbaar, zegt hij. In de late Middeleeuwen hadden de Hanzesteden in Noordwest-Europa elk hun eigen taak, als onderdeel van een economisch netwerk. „De ene stad sloeg textiel op, een andere stad wijn. Van daaruit distribueerden ze het over de hele regio. Zo kunnen Europese lidstaten of steden nu ook taken verdelen. Nederland is sterk in logistiek, scheepvaart en verzekeringen. De haven van Rotterdam kan een opslagplaats worden voor grondstoffen en magneten.”

Of er daadwerkelijk strategische voorraden komen is nog onzeker, zegt Ritoe. „Brussel kan heel goed mooie rapporten maken, maar vaak hoor je er daarna niet veel meer over. Wees duidelijk, zou ik zeggen. Maak een plan en houd je eraan. Haal je eigen deadlines.”

Hij heeft hoop dat het deze keer anders gaat. „Ik heb de indruk dat de urgentie begint door te dringen, nu de NAVO-landen hun defensie-uitgaven ruim gaan verdubbelen. Wat je daar ook van vindt, het gaat veel in beweging zetten.”