De vreemdste waarschuwing kreeg Micky Adriaansens (VVD) van een partijgenoot, net voordat ze in januari 2022 aantrad als minister van Economische Zaken en Klimaat. „Een oud-bewindspersoon zei tegen me: ‘Er zijn maar twee leuke dagen als je minister wordt, de eerste en de laatste.’ Ik dacht: nou, dat gaat mij niet gebeuren. Zelfs de debatten vond ik leuker dan verwacht.”
Saai was het allerminst. Tweeënhalf jaar later zit haar werk als bewindsvoerder erop – een hectische periode waarin Nederland herstelde van de coronapandemie, in een geopolitieke handelsoorlog tussen de VS en China werd gezogen en oorlogen in Oekraïne en Gaza oplaaiden. Zelfs als demissionair minister trok Micky Adriaansens miljarden uit voor het verduurzamen van de vervuilende Tata Steel-fabrieken en regisseerde ze Operatie Beethoven, een kapitaalinjectie van 2,5 miljard euro voor de Brainportregio in Brabant.
Het industriebeleid was vanaf de eerste dag haar missie, zegt Adriaansens op een Utrechts terras, net voor haar laatste ministerraad. „We hebben de industrie keihard nodig om de welvaart te verdienen. Het is 15 procent van ons bruto binnenlands product, met ook veel kleine toeleveranciers. Die bedrijven zijn nodig om ervoor te zorgen dat we Nederland over twintig jaar niet alleen nog van de Keukenhof kennen. De Keukenhof is prachtig hoor, daar niet van. Maar we moeten eerst het geld verdienen voordat we het uitgeven, dat is mijn mantra.”
Als open handelsland heeft Nederland weinig op met staatssteun. Zijn die extra miljarden wel echt nodig om winstgevende bedrijven als ASML te behouden?
„Dankzij ASML staan we op de wereldkaart, maar groei in Nederland is niet meer vanzelfsprekend. De regio’s om ons heen halen ons in en ook Amerika en Azië investeren veel meer. Dat is zorgelijk, ook voor de normen en waarden die we hier hebben – die staan onder druk als China onze hard- en software bepaalt. Dus je moet een strategie hebben, een vies woord in Den Haag. En een eigen industriepolitiek; nog zo’n besmet woord, omdat het in het verleden fout ging met staatssteun voor scheepswerven en Fokker.” Adriaansens was zelf als assistent-curator betrokken bij het faillissement van Fokker, in 1996.
Recente pogingen om een TSMC-chipfabriek naar Nederland te halen mislukten. Die ging naar Duitsland, dat 5 miljard euro subsidie betaalde. Daar valt toch niet tegen op te boksen?
„Dat plan was eigenlijk al gesneuveld voor ik aantrad. Het paste ook niet in onze samenleving. Je kunt niet in één keer uit het niets het roer omgooien en ergens een moderne fabriek neerzetten. Dan wordt het ad hoc-politiek. Dat kan misschien in Duitsland en Frankrijk, maar niet in Nederland. Dit is een polderland waar je beslissingen met elkaar doorakkert totdat er genoeg draagvlak is. De Brainportregio in Brabant is een schoolvoorbeeld van de nieuwe industriepolitiek. De reden dat Operatie Beethoven slaagde, is niet omdat het om ASML ging, maar omdat daar een lokale en regionale gemeenschap is die al jaren met elkaar samenwerkt, met honderden kleine mkb-bedrijven eromheen.”
Zijn er nog meer van zulke stimuleringsprojecten in de maak?
„Er zijn regio’s die ‘Beethoven’ willen opvolgen: project Chopin, of Rieu of Leonardo… Maar dat kan niet van de ene op de andere dag. Beethoven bouwt voort op een plan waaraan de regio al tien jaar werkt en het past in de langetermijnstrategie van Nederland. Het gaat om cruciale technologie, om een innovatieve industrie en om nationale veiligheid. Beethoven lukte omdat het verhaal klopte. Als ik deze discussie had moeten voeren om het vestigingsklimaat te verbeteren voor de verduurzaming van Tata, nou, berg je dan maar voor de reacties. Maar ASML… everybody loves it. Net als het Nederlands elftal.”
Hoe Nederlands is Brainport als die regio uitbreidt richting Vlaanderen of zelfs Aachen in Duitsland? Is dat de bedoeling?
„Dat is een prachtige driehoek van innovatie, toch? Zo moet je het bekijken. Ik heb er met Eurocommissaris Breton [Interne Markt] over gesproken: Beethoven is een Europees verhaal – samen met Duitsland en met onderzoeksinstituut imec in Leuven. Ook Frankrijk wil met ons samenwerken. Maar toen Macron laatst aankondigde dat hij dertigduizend kennismigranten uit India naar Frankrijk wilde halen, dacht ik wel even: wat doet hij nu? Dan zie je dat ze nog steeds wel achterlopen op Nederland.”
Lees ook
Als bij ASML de emmers overlopen
De fiscale maatregelen die volgens ondernemers het vestigingsklimaat bedreigden zijn mede dankzij u weer teruggedraaid. Welke rol speelde ASML daarin?
„Die maatregelen raken alle beursgenoteerde ondernemingen, niet alleen ASML. Maar ASML bleek wel een cadeautje, omdat het bedrijf duidelijk naar buiten treedt: het kwam mij enorm goed uit dat [toenmalig topman van ASML] Peter Wennink zo vocaal was, begin dit jaar. Bedrijven moeten de verbinding met de politiek blijven maken. Je lobbyt niet alleen om iets voor elkaar te krijgen, maar ook om ervoor te zorgen dat de overheid begrijpt wat je nodig hebt. Als EZK hadden we ook meer moeten doen om het Nederland beter uit te leggen. Je kunt wel roepen ‘Dit is goed voor u!’, maar als bijvoorbeeld andere politici dat niet zo ervaren, dan doen we blijkbaar iets niet goed.”
Weet u al wat u gaat doen na uw laatste dag van het ministerschap?
„Dat weet ik nog niet. Ik maak het tot de laatste seconde af, trek de deur op 2 juli achter me dicht. Ik ga maar heel veel kopjes koffie drinken en ik heb in ieder geval tijd om meer te sporten: drie keer per week acht kilometer hardlopen – de afgelopen jaren haalde ik net één keer per week.”