Straaljagers en zonbestemmingen

Een nieuwe passagiersterminal blinkt naast de verlengde startbaan. Achter een hek lonkt de langparkeervlakte. Laat de zonbestemmingen maar komen, Lelystad is er klaar voor. De geplande openstelling is al vier keer tegengehouden, maar nu gloort hoop voor de voorstanders. In 2025 neemt het kabinet een besluit. Eerdere dwarsligger BBB beheert nu Landbouw en Natuur. Mogelijk zit een milieuvergunning voor 10.000 commerciële vluchten per jaar er nu in.

Het laatste grote vliegtuig dat hier is geland, heeft geen straalmotoren maar twee propellers. De enige nog luchtwaardige DC-3 Dakota, bouwjaar 1944, maakte in december zijn laatste vlucht, van Schiphol naar Lelystad. De Dakota staat nu in een hangar van luchtvaartmuseum Aviodrome, geurend naar olie en metaal, de twee zuigermotoren naakt zonder hun kappen, je snapt waarom een vliegtuig vroeger vliegmachine heette.

Twee F-35’s van de Koninklijke Luchtmacht vlogen samen een stukje op met de DC-3 en keerden toen terug naar vliegbasis Leeuwarden. Als het aan ministerie van Defensie ligt, moeten ze in de toekomst ook op Lelystad kunnen landen. Want er is meer ruimte nodig voor jachtvliegtuigen. Om te oefenen en voor ‘tactische spreiding’: het risico in tijden van spanning minimaliseren. In totaal 2.300 extra vliegbewegingen per jaar, schreef staatssecretaris Tuinman (BBB) in december aan de Kamer.

Lelystad gooit hoge ogen omdat er relatief weinig mensen wonen, wat neerkomt op minder geluidshinder. In totaal dan, niet per persoon, want als je van nabij een F-35 hoort starten, denk je dat er bloed uit je oren komt. Gemeente en provincie zijn niet tegen, mits het vliegveld ook opengaat voor commercieel verkeer. Voor de tegenstanders zal het dubbel slikken zijn.

Starend over de startbaan – onder een blauwe hemel starten en landen alleen wat lesvliegtuigjes – stel ik me voor wat zo’n dubbelrol inhoudt. Met 2,4 kilometer is de baan nog krap voor een F-35. En er moet een parallelle infrastructuur komen: van eigen brandstof en beveiliging tot militaire verkeersleiders.

Er is meer ruimte nodig voor jachtvliegtuigen. Om te oefenen en voor ‘tactische spreiding’: het risico in tijden van spanning minimaliseren

Voor de landelijke luchtverkeersleiding is vliegveld Lelystad al langer een steentje in de schoen, omdat het kan wringen met verkeer van en naar Schiphol. Al jaren wordt er getekend aan nieuwe routes. Met F-35’s is daarin nog geen rekening gehouden, maar mogelijk hoeft niet opnieuw alles op de schop. Zie Lelystad als ‘zesde baan’ van mainport Schiphol. Op 500.000 vluchten per jaar zijn die extra 12.000 er niet veel. Ook een civiel-militair Lelystad is zo vermoedelijk wel ‘luchtzijdig in te passen’ – favoriete term van het ministerie van Infrastructuur.

De echte vraag leek me of het wel is in te passen in ons zelfbeeld. Want hier botsen twee Nederlanden. Het ene is het ‘hedonistische’ land uit de peilingen van Ipsos I&O, waarin driekwart het eens is met de stelling dat ‘het belangrijkste is om vandaag van het leven te genieten; morgen zorgt wel voor zichzelf’. Het andere is het ‘weerbare’ land, dat Mark Rutte nu bepleit. Dat zijn, onder meer, de F-35’s. Vroeger heette straaljagerherrie the sound of freedom. Nu doen we liefst de vingers in de oren.