N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Interview
Film Steve McQueen en Bianca Stigter maakten samen De bezette stad, over hun stad Amsterdam tijdens de Tweede Wereldoorlog: „Het gebeurde zoals we verliefd werden: ongepland”.
Een vrouw loopt door de gang van haar huis, ze opent de kelderdeur, trekt aan een koord. Het luik in de vloer gaat omhoog, er zit een trap onder. Ze daalt de trap af, pakt iets uit de kelder, loopt weer omhoog. Dat is wat je ziet. Wat je hoort, is een vrouwenstem die vertelt wie tijdens de Tweede Wereldoorlog in dit huis woonden. Op het moment dat de stem zegt dat een onderduiker zich dagenlang in de piepkleine ruimte bovenop het luik schuilhield, sluit de vrouw dat luik met een klap.
Het is een scène uit De bezette stad, een vierenhalf uur durende documentaire van filmmaker en kunstenaar Steve McQueen, waarin hij het hedendaags Amsterdamse leven samenvoegt met teksten over gruwelijkheden die tijdens de Duitse bezetting op precies diezelfde plekken plaatsvonden.
Je ziet het nu, je hoort het verleden.
McQueen, een van de meest gewaardeerde Britse kunstenaars die met de speelfilm 12 -Years a Slave tien jaar geleden wereldwijd doorbrak, filmde drie jaar op 130 locaties in Amsterdam, wat hem 36 uur filmmateriaal opleverde. Met hem zien we mensen op terrassen zitten, schaatsen, zwemmen, blowen in het Vondelpark. We zien de wereld langskomen: coronapandemie, klimaatdemonstraties, het afscheid van Peter R. de Vries bij Carré, de excuses voor het slavernijverleden, de oorlog in Oekraïne.
Ondertussen – tegelijkertijd – vertelt Carice van Houten (voice-over van de Nederlandstalige versie) over concentratiekamp Mauthausen, over collaborateurs, gasverstikking, Aus der Fünten, kopgeld, verzet. Ze zegt: deportatie. Ze zegt: vermoord.
Deze juxtapositie, deze gelijktijdigheid van beeld en geluid, voelt oncomfortabel en aangrijpend. Soms botst het, soms lijkt er betekenis te zijn, soms is het raadselachtig en weet je niet wat je moet denken.
De teksten zijn geschreven door NRC-redacteur Bianca Stigter, partner van McQueen, die in 2019 Atlas van een bezette stad schreef, een monumentaal boek over de levens (en drama’s) die zich tijdens de oorlog achter de honderden voordeuren van Amsterdamse panden afspeelde. ‘Monumental’ noemde The Guardian de film. In andere buitenlandse pers is Occupied city een ‘postmodern ghost story’ genoemd, een ‘moving meditation’ en ‘pointillistic cinema’.
„De film is geen geschiedenisles”, benadrukt McQueen als ik hen op een vrijdagmiddag in het Amsterdamse café De Ysbreeker spreek. „Het is een ervaring. Een meditatie op het verleden en het heden. Bianca’s boek lees je ook niet van kaft tot kaft. Het is een stream.”
Stigter was producent van de film, ze werkte mee aan 12 Years a Slave, en van haar documentaire Three Minutes – A Lengthening was McQueen producent. Als ik naar het café aan de Amstel loop, denk ik aan de woorden die Brad Pitt na de Oscaruitreiking van 12 Years a Slave tegen haar zei: ‘Bianca, keep on reading’.
Lees ook: In elke Amsterdamse straat huisde de oorlog
Steve, Bianca gaf je de autobiografie van Solomon Northup op basis waarvan jij 12 Years a Slave maakte. Met deze documentaire reikte ze je weer een boek aan…
Hij: „Zo is het niet gegaan. Ik werkte aan een project waarbij ik beelden van het huidige Amsterdam op archiefbeelden van de oorlog wilde projecteren, maar toen dacht ik: Bianca schrijft dat boek en haar teksten zouden het verleden kunnen zijn. Dus ik zei: love, zou jij geïnteresseerd zijn om deze twee dingen samen te brengen? Dat was het begin.”
Wat dacht je toen hij dat opperde?
Zij: „Ik vond het meteen een veelbelovende benadering.”
Hij: „De archiefbeelden had ik niet meer nodig. We konden in het heden zijn terwijl we naar het verleden luisteren.”
Zij: „Onze hersenen zijn geprogrammeerd om beeld en geluid samen te brengen, maar in deze film is wat je ziet niet hetzelfde als wat je hoort. Je probeert toch een connectie te maken en daarmee krijg je als kijker een actieve rol. Dat roept interessante vragen op. Hoe verbinden we het heden met het verleden? Heeft de oorlog invloed op ons leven nu?”
Vooral in het begin van de film had ik de neiging tot analyseren, wanneer er een link lijkt te worden gelegd tussen de Tweede Wereldoorlog en een demonstratie tegen de coronamaatregelen.
Hij: „Analyseren is niet verkeerd. Corona-demonstratie en de nazi-bezetting van Amsterdam… Weet je wat de connectie is?”
Hij is stil en kijkt me aan.
Vertel.
Hij: „Het gebeurde op aarde.”
Toch, de maatschappij was zo gepolariseerd dat je je afvraagt welke boodschap Steve McQueen hiermee wil overbrengen.
Hij: „Je maakt er nu een narratief van.”
Zij: „Ik denk…”
Hij: „Ik neem mijn verantwoordelijkheid. Ik reflecteer, als een Vermeerschilderij.”
Zij: „…dat mensen betekenis willen geven.”
Wat beschouw je als jouw rol als filmmaker?
Hij: „Ik ben geen journalist, geen politicus. Ik stel vragen. Wie zijn we? Waar zijn we? Waar gaan we naartoe? De film is als kijken in een spiegel.”
Zij: „Ik heb geprobeerd de teksten zo feitelijk mogelijk te houden. Ik heb zo min mogelijk ingekleurd, omdat ik niet tussen de informatie en de lezer in wilde staan.”
Hij: „True yeah, but also…”
Zij: „Je moet als kijker zelf het werk doen.”
Hij: „Uiteindelijk staat de film de gedachte toe dat mensen gevochten hebben, gestorven zijn, zodat wij nu kunnen doen wat we doen.
Dus bijvoorbeeld ook op het terras zitten of blowen in een park…
Hij: „Yes, please! Dat is vrijheid. De vrijheid om te vergeten, om niet geïnteresseerd te zijn. Om delen van de geschiedenis voor je eigen voordeel te gebruiken, zoals de antivaxers op het Museumplein.”
Bianca Stigter vertelt over een woning in de Deurloo-straat in de Amsterdamse Rivierenbuurt, een van de locaties die haar het meeste is bijgebleven. Er woonde een Joods gezin dat na de capitulatie in mei 1940 geen andere uitweg zag dan te kiezen voor zelfdoding. Carice van Houten zegt: ‘Gasverstikking’. In een brief aan de buren schreven ze dat ze niet als outcasts konden leven, en voegden eraan toe: neem wat u wil uit onze woning.
„Dat huis ziet er van buiten nog hetzelfde uit als in 1940”, zegt ze, „en elke keer als ik er langs fiets denk ik aan de oma, de vader, de moeder en hun 17-jarige zoon. Voor mij wonen zij nog altijd achter die deur.”
Hij: „Het is zwaar. Dat is wat ik wil. Ik wil het volle gewicht op mijn schouders.”
Waarom?
Hij: „Ik weet het niet, maar het was dezelfde reden als waarom ik 12 Years a Slave maakte, de reden ook waarom ik als kunstenaar naar Irak ging. Ik zoek de zwaarte op.”
In 2006 reisde Steve McQueen naar Irak, het jaar erop presenteerde hij het kunstwerk Queen and Country: een set van 155 postzegelvellen met portretten van Britse militairen die tijdens de Irakoorlog waren omgekomen.
Zwaarte dus. Ook zoekt hij, net als zijn echtgenote, vernieuwende vormen die het publiek op een andere manier over een onderwerp laat nadenken. Ooit, lang geleden, toen McQueen op de kunstacademie zat, verzette hij zich tegen een docent die zei dat je een camera niet in de lucht kon gooien. Waarom niet? dacht hij.
Waarom koos je ervoor een documentaire te maken over de Tweede Wereldoorlog in Amsterdam?
Why not? zegt Steve ook deze keer. „Toen ik hier 28 jaar geleden kwam wonen, wandelde ik door de stad en zag een herdenkingsmonument op een muur in de Marnixstraat. Bianca vertelde me dat daar mensen waren gefusilleerd als represaille voor een aanslag van het verzet. Ik was geschokt, ik besefte dat deze stad doordrongen was van de bezetting. Alsof er naast mijn eigen, hedendaagse narratief nog een ander narratief bestond. Ik kende dat niet, ik ben in Londen opgegroeid.”
Zij : „Onze kinderen zaten op scholen die tijdens de oorlog een andere bestemming hadden. Hun basisschool was een Joodse school. De middelbare school van onze dochter was het hoofdkwartier van de Sicherheitsdienst en die van onze zoon was een gevangenis.”
Hij: „Er is een H&M-winkel op de Dam, daar stonden de mensen in de rij om zich te laten registreren voor de Waffen SS. Je vraagt waarom ik een film heb gemaakt over de Tweede Wereldoorlog. Ik zeg: waarom niet? De oorlog is de belangrijkste gebeurtenis in de westerse wereld van de afgelopen 85 jaar. Ik leef er elke dag mee. Het is als leven met geesten.
„De reden waarom ik er hier nu met jou over praat is niet alleen omdat ik van Londen naar Amsterdam verhuisde, maar ook omdat mijn ouders na de Tweede Wereldoorlog vanuit West-Indië, de Caribische eilanden, gevraagd werden om naar Londen te komen om het Verenigd Koninkrijk mee op te bouwen.”
„De oorlog heeft het narratief van de wereld herschikt. Het is mijn dagelijks leven.”
Dat dagelijkse leven, denk ik, zit ook naast hem.
Kwam je mede op het idee voor de film omdat Bianca al die tijd aan de atlas werkte? Ik bedoel, dat oorlog daarmee een onderwerp in jullie huis was?
Hij: „De oorlog is overal. Wat ik zei: het is levende geschiedenis. Je opent de voordeur en de geschiedenis staat voor je neus. Amsterdam is een archeologische site.”
Voordat je de atlas schreef, Bianca, maakte je een kleinere gids De Bezette Stad, dat in 2005 uitkwam. Je werkt al twintig jaar aan dit onderwerp.
Zij: „Het is voor mij vanzelfsprekend om in de Holocaust geïnteresseerd te zijn. Ik wilde het begrijpen en er daarom veel van weten.”
Daarna: „Maar ik doe ook andere dingen hoor”.
Dat deed en doet ze. Stigter schreef meerdere boeken over moderne kunst. Twee jaar geleden regisseerde ze haar eerste documentaire: Three Minutes – A Lengthening. Een film waarin een drie minuten durend amateurfilmpje uit 1938 van Joodse inwoners van een Pools dorp aan haar minutieuze zoektocht wordt onderworpen. Ze won er de Yad Vashem Award voor.
Zij: „Toen ik geschiedenisstudent was vroeg mijn vader een keer: hoe wisten de Duitse soldaten eigenlijk waar ze naartoe moesten toen ze Amsterdam binnenmarcheerden? Drukten ze gewoon ergens op de bel? Ik vond dat een interessante vraag.”
En?
Zij: „Nou, daar is natuurlijk informatie over te vinden. Er was een bureau inkwartiering. Maar ik begon…”
„Sorry hoor, kan ik even een vel uit je aantekenschrift scheuren?” vraagt McQueen. Of hij mijn pen mag lenen. Hij wil een idee opschrijven.
Zij: „Ik ging me afvragen hoe de Holocaust in Amsterdam georganiseerd werd, waar de verzetsgroepen zaten, waar de gaarkeukens waren. Dat werd het eerste boek, een soort gids naar het verleden. Later heb ik dat uitgebreid.”
Hou je nieuwe informatie nog altijd bij?
Zij: „Natuurlijk.”
McQueen schrijft nog iets op.
Je was student toen je vader die vraag stelde, zeg je. [Haar vader is Gerard Stigter, de dichter en schrijver K. Schippers, red.] Dan ben je er veel langer dan twintig jaar mee bezig. Waarom is de oorlog zo’n belangrijk onderwerp in je werk?
McQueen geeft mijn pen terug.
Je ouders zijn een paar jaar voor de oorlog geboren, heeft dat ermee te maken? Je vader overleed vorig jaar. De film is aan hem opgedragen.
Zij: „Zijn vraag was het startpunt. En ook een vrije geest. Maar los van mijn ouders denk ik: hoe kun je níét in de oorlog geïnteresseerd zijn?”
Hij: „Wat ik zei, het is zo’n belangrijke gebeurtenis… Het enige wat wij doen is er een beetje bloem op strooien om het zichtbaar te maken.”
Lees ook: Steve McQueens vier uur durende docu ‘De Bezette Stad’ roept heftige emoties op
Jullie zijn 28 jaar samen. Hoe hebben jullie elkaar ontmoet?
Hij: „Dat is privé.”
Ze kijken elkaar aan, lachen, maar zeggen niets.
Toen jullie elkaar ontmoeten, dachten jullie toen: ooit gaan we samenwerken?
Beiden: „No.”
Wanneer gebeurde het dan toch?
Hij: „Het gebeurde zoals we verliefd werden. Het was niet gepland.”
Zij: „We dachten niet: laten we samen iets gaan doen en een project zoeken. Nee, het project was er en toen werkten we samen.”
Hij: „Het is niet anders dan hoe we een boodschappenlijst samenstellen. I’m not joking.”
Hoe maken jullie een boodschappenlijst?
Hij: „Wat wil ik? Wat wil jij?”
Zij: „We praten de hele tijd met elkaar. Over de boodschappen, de kinderen, werk. Het voelde niet anders dan anders.”
Hij: „We completeren elkaar. Ik denk dat dat is omdat we goede luisteraars zijn.”
Zij: „We waren niet de enige twee betrokkenen bij de film.”
Hij: „Nee, nee, we hadden een fantastisch team, maar het is ons kindje. De eerste keer dat ik Bianca ontmoette zei ik tegen haar: je bent een kunstenaar. Ik zag het aan de manier waarop ze sprak, hoe ze reageerde.”
Wat dacht je toen hij dat zei?
Stigter aarzelt.
Weet je nog dat hij het zei?
Zij: „Zeker.”
Hij: „Het gaat erom dat ze een bepaalde sensitiviteit heeft.”
Zij: „Maar ik werd daarna niet wakker met de gedachte: nu ben ik kunstenaar en wordt mijn leven anders. Man Ray zei: het onderwerp dicteert de vorm. Soms maak ik een boek, soms een film, soms…”
Hij: „Zei ik dat niet?”
Zij: „Nee, dat was Man Ray.”
Hij: „Wat zei hij dan?
Zij: „Onderwerp dicteert de vorm.”
Hij: „Precies, dat zeg ik ook altijd. Ik wou dat ik specifieker kon zijn over onze samenwerking, maar het gaat organisch. Onze relatie is niet anders dan andere relaties, alleen hebben wij het geluk een uitlaatklep te hebben. We hebben de mogelijkheid onze ideeën naar buiten te brengen. Ik denk niet dat we deze film hadden kunnen maken als we het gepland hadden. Ik denk niet dat we ’m hadden kunnen maken als we niet 28 jaar samen waren geweest.”