N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Reportage
Nieuwe Eerste Kamer Nederlanders in het buitenland mochten voor de eerste keer stemmen voor de Eerste Kamer. Dat gebeurde mondjesmaat, en er ging veel mis, bleek dit weekend tijdens het ‘Kiescollegefestival’.
Ze hebben hun stemformulieren nooit gehad. Hun stembiljet is niet op tijd aangekomen in Nederland – of komt wellicht nooit meer aan. Of ze vonden de procedure veel te ingewikkeld en hebben het maar helemaal laten zitten.
En dus bleken de 37.000 Nederlanders in het buitenland die zich hadden geregistreerd, maar 26.000 geldige briefstemmen voor de nieuwe Eerste Kamer te hebben opgeleverd. Naast tevredenheid – het indirect stemmen voor de senaat door deze groep kiezers was een primeur – heerste er zondag tijdens het ‘Kiescollegefestival’ van de Stichting Nederlanders Buiten Nederland (SNBN) ook onvrede. „Dit was een heel goede eerste keer, maar hoe kunnen we nog meer mensen bereiken en hoe krijgen we een hogere opkomst?”, vroeg Iris Bos van GroenLinks zich af.
Kiesmannen
Omdat Nederlanders in het buitenland – het is onbekend hoeveel dat er precies zijn – niet in een Nederlandse provincie wonen, hadden ze nooit invloed op de Eerste Kamer, die immers via Provinciale Staten wordt gekozen. Na een grondwetswijziging hebben ze nu een eigen ‘kiescollege niet-ingezetenen’. Daaruit zijn 25 ‘kiesmannen’ gekozen, die dinsdag samen met Provinciale Staten uit heel Nederland de senaat kiezen.
Bij Nederlanders in het buitenland werd GroenLinks de grootste partij, gevolgd door D66 en VVD.
Tot zover het goede nieuws. Want bij de SNBN zijn honderden klachten binnengekomen over de stemprocedure, volgens voorzitter Eelco Keij. Door het stemmen per brief gaan stemmen verloren, onder meer omdat de postdiensten in veel landen niet goed geregeld zijn. Bij de gemeente Den Haag, waar de ‘buitenlandse’ stemmen worden geteld, waren afgelopen vrijdag bijna zevenhonderd biljetten te laat binnengekomen. Die tellen dus niet mee.
Ingewikkeld
Stemmen per brief zorgt vaker voor problemen. Bij de laatste Tweede Kamerverkiezingen, in 2021, registreerden bijna 93.000 Nederlanders in het buitenland zich, maar brachten slechts 63.000 van hen een geldige stem uit.
Tijdens de Tweede Kamerverkiezingen in 2021 mochten zeventigplussers in Nederland vanwege corona eenmalig briefstemmen; dat ging toen ook vaak fout.
Er is ook kritiek op het stemmen zelf. Het is ingewikkeld (het stembiljet moet in de witte envelop, het briefstembewijs, een kopietje van het paspoort plus een handtekening moeten in de oranje envelop, en daarna moeten de enveloppen weer in elkaar) en er zijn vragen over de privacy, vanwege het meesturen van het kopietje van het paspoort.
„Het is best gek dat we nog steeds dat gerommel met al die enveloppen hebben”, concludeerde Roy van Run van de VVD-lijst tijdens het Kiesfestival.
Slechte ervaringen
Om hier iets aan te doen, werd eerder deze maand op een congres van D66 een motie aangenomen waarin wordt opgeroepen tot het instellen van een proef digitaal stemmen voor Nederlanders in het buitenland. Volgens die motie is stemmen via post „ontoegankelijk, hoogdrempelig en onveilig” en leidt het elke verkiezing weer tot veel klachten.
Lees ook: Ook de Nederlandse boer in Zambia mag nu stemmen bij de Statenverkiezingen
Maar eerdere ervaringen met digitaal stemmen zijn slecht. Vorige eeuw was Nederland een van de koplopers: stemmen bij Nederlandse verkiezingen kon toen met stemcomputers in fysieke stemlokalen. Eind van de dag was één druk op de knop voldoende om de stemmen eruit te laten rollen. In 2006 toonde Rop Gonggrijp, hacker en medeoprichter van internetprovider XS4ALL, met zijn stichting Wij Vertrouwen Stemcomputers Niet aan hoe stemcomputers van afstand waren ‘af te luisteren’, waardoor het stemgeheim zou kunnen worden geschonden. Na een kritisch rapport van de commissie-Korthals Altes in 2007 werd het digitaal stemmen afgeschaft en werd het stemmen via het grote papieren stembiljet en het rode potlood weer ingevoerd.
Manipulatie
De gevaren zijn de afgelopen jaren niet minder geworden. Er is angst voor inmenging en manipulatie van landen als Rusland en China.
„Daardoor is de terughoudendheid bij experimenten enorm toegenomen”, concludeerde hoogleraar computerbeveiliging aan de Radboud Universiteit Nijmegen Bart Jacobs zondag tijdens het – fysieke en digitale – kiesfestival. Wat moeilijk is, voegde hij toe, is dat kiezers zich eerst via bijvoorbeeld DigiD moeten identificeren, maar daarna anoniem hun stem moeten kunnen uitbrengen. „Dat vergt een hoog vertrouwen in het fragiele, kwetsbare stemproces. Dat moet je niet aan deze risico’s willen blootstellen. Manipulatie door bijvoorbeeld Rusland is achteraf niet meer terug te draaien.”
Tweede Kamerlid voor de VVD Ruben Brekelmans, gast bij het festival, toonde zich niet afwijzend over nieuwe digitale experimenten maar wees ook op de onveiligheid van digitaal stemmen: „Wij hebben in Nederland ook geen 100 procent track record als het om ict gaat.”
Maar Eelco Keij van SNBN hoopt toch op snelheid. Niet alleen is het huidige stemsysteem „lek”, het is ook niet meer van deze tijd: „Mensen lezen kranten online, doen alles online. Ze zijn niet meer geschikt voor dit poststemsysteem en denken: laat maar zitten. Die gaan dan niet meer stemmen.”