Stefan de Walle speelt vijftiger Herman, die door zijn vrouw verlaten werd: ‘Dit is echt een tragikomedie’

Hier, aan deze tafel, wordt Herman straks verlaten door zijn vrouw. Meteen al, in de eerste scène. En daar, op die stoel, zal hij later zitten voor zijn eerste therapiesessie. En die feestmuts, daar op het nachtkastje? Die draagt Herman wanneer hij besluit zijn verjaardag dan maar lekker in zijn eentje te vieren. „Als daad van verzet”, glimlacht Stefan de Walle (58).

De acteur wil voorafgaand aan de dinerpauze best een rondleiding geven langs de decorstukken die staan uitgestald op het podium van Theater Castellum in Alphen aan den Rijn. Daar vinden op 24 januari tot laat in de avond repetities plaats voor Herman, een tragikomisch toneelstuk gebaseerd op de gelijknamige roman van Marc van Bree. Het verhaal volgt het wel en wee van Herman (gespeeld door De Walle), wiens vrouw hem na een huwelijk van 26 jaar verlaat voor een ander. Noodgedwongen vindt de vijftiger zichzelf opnieuw uit.

Verkleedpartijen

Daarbij krijgt hij steun van een bonte stoet aan personages, van wie Eva Van der Gucht het merendeel voor haar rekening neemt: zij speelt afwisselend Hermans ex, moeder, dochter, therapeut én nieuwe vlam. Het vergt wat kunst- en vliegwerk, al die verkleedpartijen die ze moet ondergaan om steeds weer in een andere rol te kruipen. En dat terwijl De Walle maar één verkleedmoment heeft. „Dat is een momentje van interactie met het publiek”, zegt hij in de kantine van Theater Castellum. De cast en de rest van het team eten pasta en snijbonen. „Dan vraag ik welk jasje ik aan zal doen.” Van der Gucht: „Je hoeft niet eens zelf te kiezen.”

De eerste keer dat het publiek officieel de knoop zal mogen doorhakken over Hermans outfit komt langzaam in zicht: op 12 februari is de première in de Koninklijke Schouwburg in Den Haag. „Maar eerst hebben we nog de try-outs”, zegt De Walle. „Die vind ik meestal het spannendst: dat is de eerste keer dat er mensen gaan kijken naar wat je in elkaar hebt gepuzzeld met z’n allen. En elke keer zijn er toch weer reacties die ik totaal niet had verwacht.”

Zijn er al stukjes in de voorstelling waarvan je denkt: ik verheug me nu al op de reactie van het publiek?

„Ik verheug me er vooral op dat mensen het hele stuk voor het eerst gaan zien. Ik hoop dat het publiek Hermans reis meemaakt, waarin we laten zien dat hij het op een bepaalde manier misschien ook verdient dat hij alleen gelaten wordt. Hij heeft het in zijn huwelijk allemaal maar laten gebeuren, hij heeft zijn vrouw telkens alles laten beslissen, ook in de opvoeding van hun kinderen. Herman hobbelde maar een beetje door en nam alles voor lief.

„En vervolgens ga je met hem mee in zijn ontwikkeling. Hij maakt allemaal fases door, vanaf de eerste scène waarin hij meteen die draai om zijn oren krijgt. Je ziet hem ontwaken, opbloeien en opengaan; je ziet hem de leegte die is ontstaan opvullen met nieuwe mensen, sport, therapie, contact met zijn kinderen. Je ziet hoe die man zichzelf opnieuw uitvindt.”

Herken je jezelf in Herman?

„Ik heb daar een veel te avontuurlijk leven voor. Gewoon ook door mijn vak. En ik heb een goede relatie met mijn kinderen. Ik ben wel gescheiden, dus daar zitten natuurlijk wat raakvlakken in met het verhaal van Herman. Ik denk dat heel veel mensen die zelf of in hun omgeving een scheiding hebben meegemaakt, of iemand hebben verloren om wie ze hebben gerouwd, zich in het verhaal kunnen herkennen. Als iemand bij je weggaat is het ook een soort rouwproces waar je doorheen gaat.”

Je ziet hem ontwaken, opbloeien en opengaan; je ziet hem de leegte die is ontstaan opvullen.

Sinds 2016 heb je in twee toneelstukken over rouw om overleden kinderen gespeeld. Is verlies de laatste jaren een terugkerend thema in je werk geweest?

„In 2016 speelde ik inderdaad in Op een mooie Pinksterdag, een stuk dat schrijfster en actrice Esther Scheldwacht – mijn ex-vrouw – had geschreven. Dat ging over een man die in zijn eentje door het bos trimt en vertelt hoe na het verlies van zijn kind zijn huwelijk helemaal uit elkaar is geknald. Ook Gif, waar ik anderhalf jaar geleden in speelde met Carine Crutzen bij theaterbureau Hummelinck Stuurman, ging over het verlies van een kind.

„In de serie Tweede Hans, bij Omroep Max, speelde ik een man die zo’n beetje z’n pensioen in wordt gemoffeld, terwijl hij nog volop in zijn tuincentrum bezig is. Dat gaat natuurlijk ook over verlies. En de film De marathon, ook die ging over verlies… Dat zijn natuurlijk ook de grote thema’s van film en theater. Het is niet zo dat ik het opzoek. Maar misschien heb ik er inderdaad wel affiniteit mee, zit ik me nu te bedenken.”

Het lijkt me best zwaar om in je werk zo veel met dat thema bezig te zijn.

„Ja. Maar dit stuk is wel weer heel vrolijk, net als Tweede Hans. Je kunt er ook verschrikkelijk om lachen, als je ziet hoe zo’n man eerst een enorme knock-out krijgt en dan weer opkrabbelt. Herman staat in eerste instantie weer een beetje als een kind naar het leven te kijken en vol verbazing allemaal dingen opnieuw te beleven. Dat is heel ontroerend en grappig. Herman is echt een tragikomedie.”


Lees ook
Keelsnoerend kamerspel over onuitspreekbaar verdriet

<strong>Stefan de Walle </strong>en <strong>Carine Crutzen </strong>in ‘Gif’” class=”dmt-article-suggestion__image” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/01/stefan-de-walle-speelt-vijftiger-herman-die-door-zijn-vrouw-verlaten-werd-ac280c298dit-is-echt-een-tragikomedieac280c299.jpg”><br />
</a> </p>
<p class=Je zegt vaker dat de tragikomedie je favoriete genre is. Waar zit die liefde in?

„Het leven is niet eenduidig. Het is nooit alleen maar zwaar of erg grappig. Er zit vaak nog heel veel humor verstopt in zware periodes, en andersom. Dus ik houd erg van dat genre. Stukken die eenduidig zijn geschreven, tonen meer één kant van het leven. Terwijl, met de tragikomedie… daarmee beslaan we het hele spectrum. Ik hou van een complete avond met een lach en een traan.”

‘Tweede Hans’ was een tragikomedie met een soortgelijke hoofdpersoon als Herman. Blijft het leuk om dit type rollen te spelen?

„Ja. In Herman is de vorm weer totaal anders, het is heel avontuurlijk om te doen. We springen van de ene scène in de andere, we rollen echt door het leven van die man heen. We vertellen zijn verhaal met heel weinig middelen: een kleine verandering in het decor, een sleep met een stoel, een ander muziekje. We doen het allemaal zo veel mogelijk zelf.

„Hierna ga ik weer iets heel anders doen, ook al ben ik echt van Herman gaan houden. Ik zou wel weer eens een keertje een leuke serie willen draaien. Ik ben nu zo’n twee jaar freelancer en dat bevalt me erg goed. Ik zat eerder bij het Ro Theater in Rotterdam, en daarna heel lang bij Het Nationale Theater. Daar krijg je een voorstel van wat je dat seizoen gaat doen, en dan is er altijd wel een soort ‘ruimte’ voor eigen ideeën, maar daar komt vaak niks van terecht: je agenda zit al zo vol met de plannen van de regisseurs die aan het gezelschap verbonden zijn. En nu ben ik na al die jaren aan het leren om mijn eigen keuzes te maken.”

Dat klinkt als een Herman-achtige ontwikkeling.

„Ha, precies. Lijken we toch nog een beetje op elkaar.”