Stampritmes, keytars en gothic saus: wat doen metalbands in Liverpool?

Rock op het Songfestival Wat doen die vlammende gitaarriffs op het Songfestival? Na Lordi en Måneskin doen er nu twee bonafide metalbands mee voor de winst: Lord of the Lost en Voyager.

De Duitse metalband Lord of the Lost tijdens een repetitie voor het Songfestival.
De Duitse metalband Lord of the Lost tijdens een repetitie voor het Songfestival. Foto Martin Meissner

Toernooi des doods, noemde columnist en kenner Ellen Deckwitz deze editie van het Songfestival onlangs. Moordende concurrentie bedoelde ze natuurlijk, en dat is voor de Nederlandse inzending wel gebleken. Maar je kunt er ook iets anders in horen: felle riffs, vlammende drums en doodsrochels. Keiharde rock is niet meer weg te denken van het Songfestival.

Naast de gebruikelijke eurodance, de traantrekkende ballads en de met beats opgeblazen volksliedjes, zijn er opvallend veel rockbands dit jaar. Azerbeidzjan stuurde (tevergeefs) flauwe dadrock. Finland komt met een geflipte Rammstein/Electric Callboy mix. Roemenië probert Måneskin te kopiëren (maar slechter nog). Slovenië gooit alles op de kitschkant van rock-’n-roll, net als San Marino. En dan doen er dit jaar ook nog twee bonafide metalbands mee: Voyager uit Australië en het Duitse Lord of the Lost.

Voyager uit Perth wilde al meedoen vanaf het moment dat Australië mee mocht doen, in 2015. De tijd blijkt rijp voor de band die hun albums uitbrengt bij het Franse kwaliteitsmetallabel Season of Mist, thuis van de meest ongenadig harde extreme metal. Voyager is zo extreem niet: melodieuze progressieve metal is het, gebouwd op gitaarriffs én synthesizerloopjes, in kraakheldere productie en met een zanger met ijzersterke (cleane) strot. Feelgood en mega-catchy, wat hun Songfestivalinzending ‘Promise’ bewijst, waarin de half-kale-half-langharige zanger Daniel Estrin zijn mantra „Promise me it’s gonna be alright” blijft herhalen. Inclusief flitsende show, belangrijk bij het Songfestival, geheel in jarentachtigstijl met keytars en een Toyota MR 2 op het podium. Heftig? Het valt mee, je hoort slechts af en toe een klein lief doodsrocheltje.

https://www.youtube.com/watch?v=aqtu2GspT80

Stampritmes en gothic saus

Zwaarder geschut komt van Lord of the Lost, die de staccato stampritmes van industrial (denk Rammstein) combineren met groovy nu-metal in een gothic saus (denk Marilyn Manson). Een minder liedje, maar visueel valt er veel te beleven, ze spelen niet voor niets in het voorprogramma van Iron Maiden tijdens een deel van de huidige tour. Dat ze in Liverpool niet echt op hun gitaren spelen, deert alleen de puristen, bovendien pakt de zanger de meeste aandacht in z’n felrode glimmende latex-onderbroek en de uitvergrote, uitgeklapte bananenschil als vleugeltjes om z’n nek. Als hij halverwege zijn „We are blood and glitter!” uit z’n tenen krijst, vliegen de vuurballen je om de oren. Het zal even schrikken zijn voor de behoudende tv-kijker.

Kansloos, want bonkige metal waarin authenticiteit en vrijheid zo belangrijk zijn, past niet bij dat lieve festival van inhakers en ballades, waar livemuziek een vies woord is en alles draait om een zo groot mogelijk publiek aanspreken? De bookmakers denken van wel: Lord of the Lost wordt op moment van schrijven op de 15de plaats ingeschat, Voyager 16de. Misschien niet terecht (let toch vooral op Voyager, een groeidiamant), maar ook niet onlogisch, want rock wint bijna nooit.

De Australische metalband Voyager geheel in jarentachtigstijl.
Foto Martin Meissner

Piepschuimpakken van Lordi

Maar toch ook weer niet nooit: wie herinnert zich niet de lijpe piepschuimpakken van Lordi, de horrorrockers die in 2006 het Songfestival in Griekenland wonnen. En in 2021 nog wonnen de Italianen met de Deense naam Måneskin, met hun uiterst sexy rock-’n-roll. En die zijn nog altijd mateloos populair. Net als rock en metal in de breedte trouwens, je hoort weer steeds vaker gitaren in de top-40 en de zalen waarin metalbands spelen, worden steeds groter. Bands als Sabaton, Alter Bridge, Slipknot, Nightwish en Bring me the Horizon vullen tegenwoordig bijna stiekem gewoon de Ziggo Dome.

https://www.youtube.com/watch?v=5I9CYu668jA

En wat ook fijn is: als ze niet winnen, staat er niet zo veel op het spel. Geen metalhead zal het een band kwalijk nemen dat ze het Songfestival niet wonnen, want who cares? Ze worden ongetwijfeld nog net zo veel geboekt als voorheen, sterker: waarschijnlijk alleen meer maar dankzij alle aandacht. „There might be a winner, but there is no loser”, zei de gitarist van Lord of the Lost deze week.

Natuurlijk zijn er Songfestivalheads die vinden dat rock en metal er niet passen. Maar kijk eens goed: theatraal, meeslepend, over-the-top, glimmende pakken, heftige make-up, vuurballen, energie, catchy hooks, memorabele refreinen – gaat dit over Ghost en Judas Priest, of over Abba en Conchita Wurst? Nee, zo veel verschil is er in de kern niet tussen sommige rock en het Songfestival. Als je de heavy gitaren van Voyager wegdenkt, blijft er een jarentachtigpopsong over (oh-oh, oh-oh!). Het platenlabel van Lord of the Lost, het Oostenrijkse Napalm Records, grossiert in bands die zowel op Hellfest als het Songfestival zouden kunnen spelen. Symfonische, bombastische muziek, weinig gecompliceerd, wel heavy, niet zo macho, beetje cheesy, beetje nerdy, maar aantrekkelijk voor een groot en divers publiek, jong én oud, man én vrouw.

En daar wringt het toch een beetje. Want waren wij Nederlanders daar nou net niet juist heel goed in? Within Temptation, Floor Jansen, Epica, Anneke van Giersbergen, Charlotte Wessels, Blackbriar … aan sterke rock- en metalacts met mainstream potentieel hier geen gebrek. Misschien een idee om het over die boeg te gooien, in plaats van al die overdachte, gevoelige ballads. Zoals Pete Townshend eens zei: „Rock-’n-roll might not solve your problems, but it does let you dance all over them.”

Lees ook: Waarom is Nederland zo goed in symfonische metal?