Stamceldonor

Marijn de Vries

Toen ik deze week las dat Gianni Infantino is herkozen tot voorzitter van wereldvoetbalbond FIFA, voelde ik mezelf langzaam wegzakken in een poel van peilloos cynisme. De plaat-voor-de-kop-bestuurders lijken wel onuitroeibaar. Is er één met de grootste moeite van zijn sokkel getrokken, duikt de volgende alweer op. Alsof we Infantino vergeten waren, trouwens. Symbool van een in alle opzichten weerzinwekkende cultuur. Toonbeeld van een immoreel kompas.

Om te voorkomen dat ik echt moest overgeven, klikte ik het nieuwsbericht snel weg, en zocht op de naam Willi Orban. Hij is voetballer in de Duitse Bundesliga, aanvoerder van RB Leipzig, en speelt daar als verdediger. Dit seizoen scoorde hij al drie keer. Afgelopen zaterdag rende hij tegen Borussia Mönchengladbach in totaal 10,2 kilometer, en vorige maand redde hij iemands leven. Of althans, het is nog even afwachten of dat ook echt gelukt is, maar hij heeft er alles aan gedaan.

Dat deed PEC Zwolle-spits Lennart Thy vijf jaar geleden ook. Hij speelde toen nog voor VVV-Venlo, en kreeg een oproep om stamcellen te doneren. Net als Willi Orban had hij zich eerder in zijn leven laten registreren als stamceldonor. Nooit meer aan gedacht, tot het telefoontje kwam. Onbekend nummer. Lennart drukte de oproep weg, hij neemt nooit onbekende nummers op. Even later kreeg hij een bericht: er was een match, er was een leukemiepatiënt die zijn stamcellen nodig had om kans te maken op genezing. Hoewel de kraker tegen PSV op het programma stond, aarzelde Lennart geen moment. Als je iemands leven kunt redden, doet een voetbalwedstrijd er niet toe. Hij voelde zich twee weken slap, want als je stamcellen doneert, verlies je veel bloed. Je slap voelen is als topsporter vervelend, maar wat zijn nu twee weken op een mensenleven? Twee weken in ruil voor een mensenleven.

Ik probeerde uit te rekenen hoe uniek het is dat twee profvoetballers in vijf jaar tijd worden opgeroepen als stamceldonor. De kans dat jouw stamcellen matchen met iemand die stamcellen nodig heeft, is één op vijftigduizend. Er zijn 128.000 profvoetballers wereldwijd. Maar hoeveel van hen zouden er geregistreerd staan? Ik denk na de oproep van PSV-woordvoerder Thijs Slegers een tijdje terug steeds meer. Hij heeft leukemie, kreeg een stamceltransplantatie, maar die hielp hem niet genoeg. Hij gaat overlijden. Slegers zat er zelf bij in het stadion toen tijdens de wedstrijd tegen FC Groningen steeds meer lichtjes van mobiele telefoons aangingen, steeds meer mensen begonnen te applaudisseren en steeds meer mensen gingen staan. De spelers van beide clubs klapten mee, net als de scheidsrechter. Op alle reclameborden verschenen sterktewensen voor Thijs, en oproepen je als stamceldonor te registreren bij Matchis of Sanquin.

Lennart Thy weet inmiddels dat de Amerikaan die zijn stamcellen heeft gekregen, is genezen. Ze hebben een paar keer contact gehad. De Amerikaan was bijna een jaar op zoek geweest naar een donor. Hij vertelde hoe gelukkig hij is dat hij nog bij zijn gezin is. Het is zo eenvoudig om stamceldonor te worden, vertelt Lennart nu aan iedereen die het horen wil. Het is zo makkelijk kleine dingen te doen die het verschil kunnen maken. Eendracht maakt macht, en de goede mensen zijn met meer.

Marijn de Vries is oud-profwielrenner en journalist.