Staatscommissie: grotere maatschappelijke aanpassingen nodig tegen discriminatie en racisme

Maatregelen tegen discriminatie zijn te vaak te oppervlakkig. Dat concludeert de Staatscommissie tegen discriminatie en racisme in een eerste rapportage die vrijdag is gepubliceerd. Volgens de commissie zijn veel grotere maatschappelijke aanpassingen nodig, die de onderliggende structuren van discriminatie en racisme aanpakken.

Als voorbeeld noemt de Staatscommissie diversiteitsbeleid bij het werven van nieuw personeel. Dat kan ertoe leiden dat er meer „’andere’ mensen” bij een bedrijf werken, zonder dat „onderliggende ongelijkheden of stereotypes” worden aangepakt. Daardoor kan het wij-zij-denken zelfs worden vergroot, waardoor spanningen op de werkvloer toenemen. Een diverser personeelsbestand is op zich nuttig, aldus de commissie, maar er moet meer aandacht uitgaan naar het „ruimte maken van perspectieven”.

Maatregelen blijven buiten beeld

De commissie is ook verrast dat de politiek blijft vragen om onderzoeken die de omvang van discriminatie vaststellen. Er is al veel onderzoek naar gedaan, en de commissie vraagt zich af of het nodig is om te weten hoe groot de omvang exact is. „Is het ‘erg’ als 41 procent van de mensen met een moslimachtergrond discriminatie rapporteert en ‘minder erg’ als het gaat om 28 procent?”

Het risico is bovendien dat men te veel blijft hangen in een discussie over de omvang, waardoor concrete oplossingen „buiten beeld” blijven. De commissie concludeert dat discriminatie een „groot en structureel” probleem is, en dat men kan verwachten dat het in elke organisatie voorkomt.



Leeslijst