Splendor maakt muziek voor wie zich wil laten verrassen

10 jaar Splendor Het Amsterdamse muziekcollectief Splendor bestaat tien jaar. Het viert die mijlpaal zaterdagavond met een ‘Sonic Circus’ in theater Carré, omdat het eigen intieme muziekclubhuis wat krap is. Drie leden vertellen wat Splendor zo bijzonder maakt.

Een optreden tijdens de Splendor-Parade in het Muziekgebouw in 2015.
Een optreden tijdens de Splendor-Parade in het Muziekgebouw in 2015. Foto Foppe Schut.

„Waar te beginnen…”, zegt bariton Mattijs van de Woerd aan de telefoon. De vraag was: wat maakt Splendor nou zo bijzonder? Voor het duidelijkste antwoord kunt u het beste zaterdagavond naar theater Carré gaan, waar het Amsterdamse muziekcollectief zijn tienjarig jubileum viert. In anderhalf uur presenteren de circa vijftig Splendor-musici een bonte revue van succesnummers en experimenten. Van de Woerd (1973), die ook een podcast over Splendor heeft gemaakt, neemt de rol van spreekstalmeester op zich. Dat is een rol die hem goed ligt, bleek bij eerdere Splendor-feesten: „Maar spreekstalmeester in Carré is wel next level.”

Splendor is sinds de oprichting in 2013 gehuisvest in het voormalige badhuis aan de Nieuwe Uilenburgerstraat. Het collectief wil het tienjarig jubileum „groots” vieren, en in het eigen zaaltje passen maar honderd man. Wat nu als alle twaalfhonderd leden willen komen? „Bij de deur van ons clubhuis hangt een bordje met een getal, als nieuw lid mag je dat aanpassen. De laatste keer dat ik keek stond de teller op 1223”, zegt Van de Woerd. Het hele weekend staat Splendor in het teken van het jubileum, met onder meer een kinderprogramma op zondagochtend. De zaterdagavond in Carré is het vlaggenschip.

Splendor is „een plek voor en door musici, sámen met het publiek”, zegt saxofonist en componist Maarten Ornstein (1967), net als Van de Woerd lid van het eerste uur. Twaalfhonderd betalende leden mogen voor een jaarbedrag van 120 euro zestig concerten bezoeken. Daarmee zijn de vaste lasten van het gebouw en de overhead gedekt; de musici geven allemaal één ledenconcert per jaar, zonder vergoeding, en spelen overige concerten tegen een verdeling van de zaalopbrengst. Splendor ontvangt geen subsidie, wat beschouwd wordt als een vorm van vrijheid: geen ingewikkelde administratie en verantwoording, geen commissies die je op de vingers kijken.

Lees ook: Topmusici doen bij Splendor dingen die elders niet kunnen

Divers

Bovendien is de kerngroep van Splendor heel divers, zegt Ornstein: „We hebben internationale solisten uit de klassieke muziek en uit de jazz, elektronische musici, dansers… Onze programmering is daar een afspiegeling van: de ene avond Schubert, de volgende avond circuit bending [het opzettelijk kortsluiten van elektronische apparaten met laag vermogen om nieuwe muzikale apparaten te creëren, red.]. Dat maakt het zo sterk.” Ook het soort publiek dat Splendor bezoekt, is bijzonder, zegt Van de Woerd: „Mensen die zich willen laten verrassen.”

Oprichter Wilmar de Visser heeft het stokje inmiddels doorgegeven, maar verder zijn nog heel veel musici van het eerste uur betrokken. Veelzeggend, aldus Van de Woerd, en meteen ook „het lastigste van Splendor”: „Hoe bepalen we wie een vrijgekomen plek mag invullen? Een luxeprobleem, want er zijn zo veel geweldige musici.” Een van de gelukkigen was componist en performer Luke Deane (1990), die in 2016 werd gevraagd om ‘Young Member’ te worden: „Wat we een beetje oneerbiedig het ‘jongehondenprogramma’ noemen”, zegt Van de Woerd.

Deane stond na het behalen van zijn masterdiploma op het punt om terug te keren naar Engeland, toen hem de tweejarige, kosteloze residency bij het collectief werd aangeboden. Deane: „Het was een onzekere periode, ook financieel, en de musici hebben me echt onder hun vleugels genomen. Na die twee jaar heb ik een brief geschreven, wat ik van plan was als ik zou kunnen blijven, en toen hebben ze mij gekozen. Het is heel bijzonder om door andere makers gekózen te worden.”

Lees ook: Voor de winnaars van de Willem Breuker Prijs was podium Splendor cruciaal

Onontbeerlijk

Van de Woerd: „Luke richt van alles aan, het is zo’n rare veelzijdige jongen, ik word altijd heel vrolijk van hem. Tijdens covid hebben we samen nog een snapchat-opera gemaakt. Dat had ik tijdens mijn conservatoriumtijd niet kunnen denken.”

De pandemie was sowieso een periode die de kracht van Splendor toonde, zegt Deane: „De saamhorigheid, de inzet. We hebben meteen een livestreamteam opgericht en zijn gaan uitzenden, alles werd ter plekke verzonnen.” Ornstein: „Het zegt iets over de spirit van de mensen. Iedereen ziet de noodzaak van een club als Splendor in de stad, waar je dingen kunt proberen en waar ze mogen mislukken. Voor artistieke vooruitgang is het onontbeerlijk.”

Nora Fischer, Marnix Dorrestein, Claron McFadden, Daria van den Bercken en vele anderen geven acte de présence in Carré. „Toen ik gisteren de repetitieruimte binnenkwam schoot ik wel even vol”, zegt Van de Woerd: „Daar stonden ze, vijftig man sterk, een rariteitenkabinet van badhuisgenoten. Ik heb hier zo veel musiceer- en luisterervaringen gehad die ik me vooraf niet had kunnen voorstellen.”

Splendor Sonic Circus, op 23/9 in Theater Carré Amsterdam. Info: carre.nl. Op 22 & 24/9 is er een programma in Splendor. Info: splendoramsterdam.com