Spiegel van de tijdgeest in hedendaagse dans

Recensie Theater

Julidans 2023 Voorstellingen tijdens dansfestival Julidans schetsten dit jaar een beeld van hoop en zorg in boeiende, meestal gestileerde vorm. Met als een van de hoogtepunten ‘INK’ van theatermagiër Dimitris Papaioannou.

‘Shadow Survivors’ van Zora Snake.
‘Shadow Survivors’ van Zora Snake. Foto Agnès Mellon

Bevrijding, emancipatie, een roep om nieuwe perspectieven op uiteenlopende onderwerpen. Recapitulerend zijn dat de hoofdthema’s die als een rode draad door twee weken Julidans liepen. In de internationale hedendaagse dans leeft dan wel de nodige somberheid, maar er is ook strijdbaarheid, hoop, activisme.

En waar dat regelmatig leidt tot bijzonder voorspelbare en slaapverwekkende voorstellingen, blijft deze editie van het jaarlijkse dansfestival daarvan gelukkig zo goed als verschoond.

Portugees Marco da Silva Ferreira doet in Carcaça (‘karkas’) een ouderwets ongegeneerde oproep aan arbeiders aller landen om zich te verenigen in een krachtige groepschoreografie op live percussie en een live gemixte soundrack voor tien dansers. Ruim een uur creëren zij, meestal en groupe, een dynamische mix waarin elementen zijn te herkennen uit folklore, hedendaagse dans en de ‘waacking’ en ‘voguing’ van de queer ballroomscene.

Samen vormen ze een keten, een kring, een krijgsdans, een klassiek corps, en soms waaiert de hele boel uiteen in een uitzinnig, gezamenlijk dansfeest waarin eeuwen dansgeschiedenis samenvloeien tot één geheel.

Zo komen ook een paar stilistische trends tijdens Julidans samen in Ferreira’s choreografie. Want ook in andere werken is een sterke nadruk te zien op hybride groepsdansen met volkdanselementen, vaak kluitsgewijs. Een verlangen naar verbinding, naar gezamenlijke actie, naar de veiligheid van de groep – het kan het allemaal zijn.

Verbondenheid

Bij Noorse Elle Sofe Sara (te zien in week een) was het niet zozeer de choreografie als wel de zang die de verbondenheid vertolkte. Van het Samivolk, dat hun grondgebied, cultuur en levenswijze in harmonie met de natuur steeds verder in de verdrukking voelt komen.

Bij de Israëlische choreograaf Sharon Eyal, ook in week een, is de folksy verbondenheid van de groep geïnspireerd door de vreedzame trance-sfeer van de club scene. En in Navy Blue van de Ierse Oona Doherty gaat het juist om de vraag of het collectief van twaalf in blauwe overalls (weer de arbeidersassociatie) iets kan uitrichten tegen de onderdrukkende status quo op deze planeet – waarna helaas een nogal belerend betoogje volgt over onze onmetelijke onbetekenendheid in de kosmos, de totale zinloosheid van elk streven. Geeuw.

Shadow Survivors van Zora Snake (artiestennaam van de Kameroense Zobel Raoul Tejeutsa) is ook een ensemblechoreografie met een onversneden politieke boodschap. Het begin is verraderlijk lichtvoetig, als het publiek naar de zaal wordt voorgegaan door een hiphopper met op zijn boombox die onverslijtbare openingsriff van James Browns ‘Sex Machine’.

Ook de kleurrijke Afrikaanse motieven in het decor zetten de kijker op het verkeerde been. In deze groep heerst echter geen eenheid maar bruut geweld; de stenigingen, verwurgingen en verkrachtingen waarmee Kameroen in de loop der jaren te maken heeft sinds Boko Haram in het noorden van het land rondwaart. Een crisis waar de rest van de wereld nauwelijks iets over hoort, zoals ook de verzetsstrijders uit de koloniale tijd onbekenden zijn. Snake brengt hen met een denderend uur onder de aandacht en ook zijn voorstelling roept op tot actie om een nieuwe, vreedzame wereldorde te creëren: „Het is aan ons!”

Introspectieve trance

Uiteraard zijn er ook voorstellingen die een heel ander beeld en gevoel oproepen, ook al zijn er overeenkomsten. Met Unearth wil de Zweeds/Nederlandse Jefta van Dinther het publiek door enkel beweging en zang in een soort introspectieve trance brengen. In de Amsterdamse galerieruimte van W139 bewegen acht dansers zich vertraagd, als prehistorische wezens, soms schuilend bij elkaar of een toeschouwer. In de spierwitte ruimte is alleen daglicht; geen fraaie belichting, geen instrumentale of digitale muziek. De eveneens vertraagd en klaaglijk gezongen popsongs veroorzaken in de kale zaal een galmend en inderdaad bedwelmend klankschaleneffect.

Opwekkend is het niet, Van Dinthers weergave van de verdoolde mens op zoek naar zijn menselijkheid. Toch sluit zijn zorg om de toekomst aan bij veel andere voorstellingen, wat bijvoorbeeld niet gezegd kan worden van The other side of dance van Diana Niepce, voor wie een individuele problematiek centraal staat.

Over dat laatste zal bij de slotvoorstelling van Julidans 2023 geen twijfel bestaan, dat bewees ook wel het overdonderende slotapplaus voor ‘INK’ van Dimitris Papaioannou, de Griekse theatermagiër die op vele internationale festivals hoofdattractie is. Ook dit tussen geweld, kwelling en tederheid heen en weer slingerende duet stemt weinig vrolijk. Maar het gevecht tussen de man in het zwart (Papaioannou) en zijn naakte tegenspeler Suka Horn – Papaioannous jonge alter ego, zijn zoon, rivaal, vijand of object van verlangen – is in het inktzwarte decor met landbouwsproeier beeldend even sterk als emotioneel verontrustend.

Julidans 2023 bood met zijn beeld van zorg én hoop, folklore én vernieuwing, verbinding én strijd, activisme en abstractie een interessante spiegel van de tijdgeest. Chapeau.